Frederik Nieuwenhuys wandelt door het kersverse Utrechtse distributiecentrum van zijn bedrijf Picnic. Hier, aan de Atoomweg, heeft de online supermarkt zijn productieproces zoveel mogelijk geautomatiseerd. Via een vernuftig netwerk van rollenbanen rolt het ene na het andere krat met voedingswaren van de lopende band.
Ondanks de automatisering komen hier nog altijd zo’n achthonderd tot duizend mensen werken. Nieuwenhuys wijst naar verschillende open ruimtes waar de banden langskomen. ‘Daar komen bijvoorbeeld onze orderpickers te staan’, zegt de mede-oprichter van Picnic.
Franse en Duitse markt veroveren
Het zijn distributiecentra zoals deze waar Picnic de komende tijd extra op in wil zetten. Ook in Zwolle, Ridderkerk en Dordrecht staan geautomatiseerde centra op de planning. In de tussentijd zijn ze bij Picnic druk in de weer om de Duitse en Franse markt te veroveren.
In Duitsland is het bedrijf sinds 2018 actief in deelstaat Noordrijn-Westfalen en in Frankrijk onderneemt het concern in de noordelijk gelegen stad Lille. Nieuwenhuys vertelt dat Picnic wil uitbreiden naar ‘alle grote stedelijke gebieden in Duitsland’. ‘Denk hierbij aan Hamburg, Berlijn, Frankfurt, Stuttgart, München, Hannover en ga zo maar door.’
Ook in Frankrijk, waar Picnic sinds afgelopen najaar zetelt, gaat het gaspedaal erop. ‘We zakken er af naar een grote stad ten zuiden van Lille’, zegt Nieuwenhuys cryptisch. Eh, Parijs? ‘Dat zou kunnen’, grijnst de 54-jarige ondernemer.
Om al die uitbreidingsplannen waar te maken, moet Picnic een arsenaal bouwen aan nieuwe distributiecentra en zogeheten ‘hubs’. Dit zijn locaties waaruit de elektrische auto’s aan hun bezorgroutes met vaak wel 45 adressen kunnen beginnen. ‘We zullen misschien wel twintig fulfilmentcenters in Duitsland moeten neerzetten en tweehonderd hubs’, zegt Nieuwenhuys.
Orderpickers gaan leidinggeven
Al die buitenlandse distributiecentra en hubs moeten operationeel worden geleid. Daarvoor zoekt Picnic nu eens niet naar hbo’ers en academici. In een nieuw talentprogramma is de bezorgsuper nadrukkelijk op zoek naar Picnic-medewerkers met een mbo-achtergrond, die, om Nieuwenhuys te citeren, ‘er zin in hebben’. Denk hierbij aan de eerder aangehaalde orderpickers en andersoortige magazijnmedewerkers.
Zij kunnen zich bij de online ‘kruidenier’ aanmelden om zes tot twaalf maanden bij een nieuwe, buitenlandse locatie aan de slag te gaan in een leidinggevende functie. Dit jaar nog hoopt Picnic honderdvijftig van deze medewerkers te kunnen enthousiasmeren voor dit zogenoemde ‘Olympia-programma’.
Duitsers zijn vaak wat formeler dan Nederlanders
Picnic geeft ze een vergoeding voor hun onderdak en reiskosten en biedt de cursisten eventuele taal- en cultuurcursussen aan. ‘Duitsers zijn vaak wat formeler dan Nederlanders’, legt Nieuwenhuys uit. ‘Dat is handig om te weten, als je in zo’n land een team wil aansturen.’ Een salarisverhoging hoort dan weer niet bij het programma, zegt de ondernemer desgevraagd.
Eerste expatprogramma voor mbo’ers
De scaleup had al zo’n programma voor hbo’ers en academici, maar dit is de eerste keer dat de online supermarkt ook zoiets opzet voor praktisch geschoolden.
‘We zien dat een groot deel van onze medewerkers relatief laag opgeleid is’, zegt Nieuwenhuys. ‘Dit zijn mensen die in de magazijnen werken en behoorlijk wat fysieke arbeid verrichten. We dachten: is het nu niet interessant om ook voor die groep mensen te bedenken hoe zij verder carrière kunnen maken binnen het bedrijf?’
Nieuwenhuys groet een van zijn collega’s bij de koffieautomaat, een jongeman van een jaar of 25 die op het kantoor bij het gloednieuwe distributiecentrum werkt. Een voormalig drop-out met ambitie, vertelt de Picnic-ondernemer. ‘Zijn opleiding was mislukt en hij ging hier op de vloer werken, orders picken, et cetera. In zijn vrije avonduren heeft hij alsnog een opleiding gevolgd en nu is hij alweer drie functies verder binnen het bedrijf.’
Picnic wil kansen bieden voor mbo’ers
Het zijn dit soort lieden op wie Picnic zijn programma doelt. ‘We willen ze kansen bieden, maar je moet er wel vol voor gaan. Bij ons kun je op 25-jarige leeftijd een gebouw van vijfhonderd man aansturen. Dat is mentaal best zwaar, omdat iedereen de hele tijd aan je rug staat te krabben.’
Dat Picnic zich bij dit internationaliseringsprogramma uitsluitend op mensen met een mbo-achtergrond richt, biedt wel een uitdaging, weet Nieuwenhuys. ‘We hebben fulfilmentcentra op locaties in heel Nederland en er worden continu mensen over en weer geplaatst. We zien dat mensen met een mbo-achtergrond daar doorgaans minder voor voelen dan hogeropgeleiden. Die laatste groep heeft vaker al een half jaartje in het buitenland gestudeerd. Voor hen maakt het minder uit of een functie in Friesland of Eindhoven is, merken we.’
Patroon doorbreken
Medewerkers met een mbo-achtergrond zijn vaak wat meer locatiegebonden, ziet Nieuwenhuys. ‘Je groeit als het ware op in een stad of dorp, waar je blijft wonen, een partner vindt en gaat werken.’
Is het dan niet juist een uitdaging om uitgerekend deze groep naar het buitenland te krijgen? ‘Wij observeren dat, maar willen dat patroon doorbreken. We denken dat er ook veel mbo-geschoolden zijn die graag ergens naartoe zouden willen, maar er de faciliteiten niet voor hebben.’
Niet alleen de AI-programmeur, maar ook de kok moet zich bij ons verder kunnen ontwikkelen
Picnic hoopt met dit programma tevens het verschil te kunnen maken in de huidige krappe arbeidsmarkt. ‘We proberen een ontzettend goede werkgever te zijn. Dat word je niet alleen door goede primaire, maar ook secundaire arbeidsvoorwaarden te bieden.’ Oftewel, de mogelijkheid je als werknemer verder te ontwikkelen. ‘Die moet er niet alleen zijn voor de hyperintelligente AI-programmeurs, maar ook voor bijvoorbeeld de Indiase dames die hier in de keuken werken.’
Concurrentie van Gorillas
Niet alleen de arbeidsmarkt, maar ook de voedselbezorgmarkt is anno 2022 hyperconcurrerend. Afgelopen jaar stond in het teken van de razendsnelle opkomst van de flitsbezorgers, zoals Gorillas en Getir. In tegenstelling tot Picnic werken zij niet met een nader te bepalen tijdslot, maar beloven zij binnen een kwartier te bezorgen.
Toch maakt Nieuwenhuyzen zich weinig zorgen over deze ontwikkeling. ‘Flitsbezorgers hanteren een 10- tot 15 procent hogere prijs dan normaal. Ook vragen ze een bezorgvergoeding van een paar euro. Stel dat een supermarkt aan alle klanten 3 euro parkeerkosten zou vragen. Dan zou de animo waarschijnlijk laag zijn.’
Toch is de animo voor flitsbezorgers hoog, omdat ze razendsnel bezorgen. Kan zijn, denkt de ondernemer, maar de doelgroep is anders. Picnic richt zich sterk op gezinnen met weinig tijd die betaalbare producten zouden willen. Flitsbezorgers daarentegen zouden vooral jongeren als doelgroep hebben die snel ‘een biertje bij de pizza’ willen.
De ontwikkeling van flitsbezorgers zal misschien wel meevallen
‘Wij willen een paar dingen heel goed doen, maar kunnen niet alles in de wereld doen. De spulletjes die flitsbezorgers leveren, zijn behoorlijk aan de prijs. Ik vraag me af: wie gaat zijn budget voor boodschappen zo sterk verhogen om alles maar zo snel mogelijk te hebben? Ik denk, maar de tijd gaat het uitwijzen, dat die ontwikkeling misschien wel mee zal vallen.’
Miljoenenverlies voor Picnic
Ondertussen is Picnic nog altijd verlieslatend. Afgelopen jaar leed het bedrijf een verlies van 44,8 miljoen euro. Of Nieuwenhuys al een datum kan noemen waarop hij Picnic door het break-even-punt wil loodsen? Nee, dat wil hij niet, want ‘we zijn een groeiend bedrijf’.
‘In de plaatsen waar we al langer operaties hebben, zijn we winstgevend.’ Hij doelt hierbij op de Nederlandse locaties. ‘Maar als wij in Berlijn gaan starten, maken we daar niet direct na een week winst. Dat kan ook best een paar jaar duren. We kijken naar hoe we dat in de mix goed kunnen doen en pas daarna richten we ons op (volledige, red.) winstgevendheid.’
Geld om te groeien is er in ieder geval genoeg. Afgelopen najaar nog haalde Picnic 600 miljoen euro op bij onder meer de Bill & Melinda Gates Foundation. Woensdag werd bekend dat het bedrijf 120 miljoen euro bij de Duitse KfW Bank wist los te peuteren voor de bouw van een geautomatiseerd distributiecentrum in het Duitse Oberhausen.
Koninklijke Picnic
Is de volgende stap wellicht een beursgang? Volgens Nieuwenhuys is Picnic daar ‘op geen enkele manier’ mee bezig. ‘We zijn nu met de business bezig en zullen wel zien waar het schip strandt. Misschien doen we nog een ronde, misschien wel nooit meer. Er zijn zoveel bedrijven die al tig jaar bestaan en geen groeigeld ophalen. Neem de Porceleyne Fles uit Delft of Koninklijke Tichelaar uit Makkum. Als we een bedrijf voor de echt lange termijn kunnen neerzetten, dan zou dat heel mooi zijn.’
Oftewel, het doel is een Koninklijke Picnic? Nieuwenhuys moet lachen. ‘Dáár mag je me op quoten. Het eerstvolgende doel is het predikaat “koninklijk”.’
Lees meer over supermarkten en retail:
- 5 tips om op de schappen van de supermarkt te komen
- Hoe kunnen supermarktwijnen zo goedkoop zijn? Vier inzichten
- Deze 5 startups breken de retailmarkt razendsnel open