Het groeikapitaal is afkomstig van het uit Silicon Valley afkomstige Norwest Venture Partners en de Britse vc’s Felix Capital en Balderton Capital. Laatstgenoemde partij co-investeerde in mei nog 12,5 miljoen euro in VanMoof. Het in totaal opgehaalde groeikapitaal van VanMoof bedraagt nu 73 miljoen dollar (ruim 61 miljoen euro). Of VanMoof nu ook de unicornstatus heeft bereikt, oftewel het hebben van een miljardenwaardering voor een niet-beursgenoteerd bedrijf? ‘Nee’, lacht mede-oprichter Taco Carlier (foto boven), die verder geen details over de waardering van zijn bedrijf wil geven. ‘Het is een goede waardering. In de hardwarebranche, waar wij in opereren, duurt dat vaak iets langer dan in de wereld van de software. Daar bereiken ze het soms al binnen vijf jaar.’
Welk belang de fietsproducent heeft moeten weggeven, daarover doet Carlier tevens geen uitspraken. Hij en zijn broer Ties, die samen het bedrijf runnen via hun bv Carlier Group, houden in ieder geval de meerderheid van de aandelen in handen, zegt Carlier. De laatste keer dat we een kijkje kregen in het belang van de gebroeders Carlier was in 2019. De broers deden toen een crowdfundingsactie via Oneplanetcrowd en moesten beleggers via een investment sheet openheid van zaken geven. Indertijd bezat de Carlier Group 78,4 procent van de aandelen in VanMoof.
Buitenlandse investeerders
Toen het nieuws over onze vorige investering bekend werd, was het alsof er een bom ontplofte
Carlier stelt ‘doelbewust’ te hebben gekozen voor dit drietal buitenlandse investeerders. Zoals gezegd, stak Balderton in mei nog miljoenen in het fietsbedrijf. ‘Toen dat nieuws de wereld in kwam, was het alsof er een bom ontplofte. Iedereen wilde in één keer meedoen, er was heel veel interesse. We hebben voor Norwest gekozen, omdat ze in de Verenigde Staten zitten. De VS zien wij bij verre als de meest interessante markt voor ons voor de komende drie tot zes jaar. Norwest heeft bovendien veel ervaring met consumentenmerken. Hetzelfde verhaal gaat op voor Felix Capital, ze zijn vrij jong en goed in het op laten schalen van consumentenmerken. Balderton heeft tot slot zijn belang uitgebreid. Voor hen was het dus geen verwateringsinvestering, maar een signaal dat ze vertrouwen in ons hebben.’
VanMoof opereerde zonder de hulp van een investeringsbank. ‘We hebben het op eigen kracht gedaan’, zegt Carlier met enige trots. ‘We konden echter niet reizen, vanwege Covid, waardoor we de nieuwe investeerders dus nooit fysiek hebben kunnen ontmoeten. Toch ging het sneller dan gewoonlijk. Normaal moet je wel drie keer heen en weer vliegen naar de investeerders, terwijl we het nu allemaal met calls hebben kunnen doen. Zo’n call organiseer je veel sneller.’
Opvallend is dat de Nederlandse durfinvesteerder Slingshot Ventures niet opnieuw investeerde in VanMoof en daarmee zijn belang laat verwateren. De Amsterdamse vc had in 2019 nog een belang van wel 20,4 procent in VanMoof en investeerde in totaal zo’n 4,5 miljoen euro in het bedrijf, voor een deel bestaande uit een anti-verwateringsdeelneming. Volgens Carlier, die er verder niet te veel woorden aan wijdt, hadden beide partijen geen behoefte meer aan een nieuwe ronde door Slingshot.
220 procent groei
Tijdens de coronacrisis bleken consumenten sneller een fiets aan te schaffen. Vervoer je je met de fiets, dan is dat minder gevaarlijk dan met het ov, zo lijkt men te denken. Voor VanMoof leverde dit een mooi groeiplaatje op. Het bedrijf rapporteerde in maart al dat het sinds februari 48 procent meer e-bikes had verkocht en nu, in september, blijkt dat het bedrijf sinds de coronacrisis een omzetgroei van zelfs 220 procent heeft doorgemaakt.
Of we te hard groeien? Dat denk ik wel
Een deel van de investering is dan ook nodig om aan de vraag te kunnen voldoen, zo meldt het bedrijf zelf. Groeit VanMoof te hard? ‘Ja’, zegt Carlier. ‘Dat denk ik wel. We hebben, denk ik, moeite om aan de vraag te voldoen.’ Carlier stelt zich zorgen te maken over het feit dat de levertijden de laatste tijd zijn opgelopen tot soms wel twee maanden, met name in de VS, waar het bedrijf zijn zinnen op heeft gezet. ‘Telkens als de levertijd omlaag gaat, verkoop je weer meer fietsen. In de lente is onze productie verdubbeld en in de zomer opnieuw. We kunnen het nog steeds niet aan, en blijven maar productielijnen bijbouwen.’
Wachttijden
Ook op de klantenservice-afdeling zijn de wachttijden bij VanMoof inmiddels opgelopen, vertelt Carlier. ‘Door Covid stapt opeens iedereen weer op de fiets. Mensen die de afgelopen jaren een fiets bij ons kochten, belden opeens weer om de fiets zomerklaar te maken of voor een check-up. We kregen zes tot tien keer zoveel e-mails en telefoontjes binnen. Je probeert dan zo hard mogelijk op te schalen, maar dat was een uitdaging, omdat 70 procent van ons team thuiswerkte. We hebben deze afdeling dit jaar laten groeien van 25 naar zestig man, maar dat inwerken vanuit huis was een grote uitdaging. Zoiets los je niet in twee tot drie weken op.’ Over de gehele linie steeg het personeelsbestand van vanMoof dit jaar van 220 naar 320 fte.
Deels lost Carlier het probleem op de klantenservice op door een verbetering door te voeren van het servicenetwerk, ook een tak van sport waar een deel van het groeigeld naartoe vloeit. ‘We hebben een ecosysteem opgebouwd, zodat je je probleem kunt melden in de app. De gebruikte data uit je fiets en de app wordt gebruikt om zo goed mogelijk vast te stellen wat het probleem is. We sturen dan een monteur naar je toe met de juiste tools en reserve-onderdelen.’ Oftewel, Carlier automatiseert een deel van de berg aan werk van zijn klantenservice? Juist ja, zegt Carlier: ‘We maken het efficiënter.’
Duitsland is sinds kort de snelste groeimarkt voor VanMoof. Het bedrijf noteerde er dit jaar een groei van 323 procent ten opzichte van het afgelopen jaar. In Nederland groeide het bedrijf met 139 procent ten opzichte van 2019. Volgens Carlier komt 80 procent van de groei van zijn bedrijf tegenwoordig van buiten de landsgrenzen. Met het nieuwe groeikapitaal wil VanMoof de groei in met name Duitsland en de VS verder aanzwengelen. Het bedrijf opende recent een winkel (‘brand store’) in Seattle. In Europa opende VanMoof de afgelopen tijd 25 pop-up-stores.
Verkoopprijs
Het doel van de broers Carlier is om een miljard mensen de fiets op te krijgen. Eerder dit jaar verlaagde het bedrijf daarom de verkoopprijs van zijn e-bikes van 3400 euro naar 1998 euro. Een lagere verkoopprijs vergroot immers het verkooppotentieel en dus het aantal fietsers. Carlier stelt de nieuwe investering echter niet te gebruiken om de verkoopprijs van zijn waar verder te laten dalen. ‘Op de korte termijn houden we het hierbij, het is ingecalculeerd in dit model’, zegt Carlier.
Onze e-bikes zullen uiteindelijk de helft kosten als die van concurrenten
Dat de verkoopprijs nog steeds bijna 2000 euro bedraagt, verklaart Carlier met het feit dat zijn bedrijf te maken had met een forse ‘aanvangsinvestering’ voor het bouwen van de fietsen. ‘Je hebt ingenieurs, mallen en van alles nodig. Als bedrijf moet je dat terug verdienen. Als we op een gegeven moment echt weten op te schalen, dan komt er een dag dat we veel goedkoper fietsen kunnen produceren, die beter werken dan die van andere merken. Het wordt dan mogelijk dat we straks een e-bike leveren die twee keer zo goed is als die van anderen, maar de helft van het geld kost. Ik denk dat we met deze investering de kans om op te schalen flink vergroten.’
Nog geen winst
Onze focus ligt totaal niet op winst maken
Stelde VanMoof in 2019 nog hetzelfde jaar winstgevend te willen worden, anno 2020 is het er nog steeds niet van gekomen, vertelt Carlier. ‘De bruto marges zijn wel goed, we maken geen verlies op alles wat we verkopen. We hebben echter zo’n grote R&D-afdeling dat winst niet relevant is. Onze focus ligt totaal niet op winst maken en die van de nieuwe investeerders ook niet. Onze focus ligt op groei.’
‘We hadden drie jaar geleden het idee dat we binnen drie jaar winstgevend moesten worden om te overleven’, vervolgt Carlier. ‘De wereld staat er echter anders voor. Iedereen is het erover eens dat e-bikes the next big thing zijn. Het is een belangrijke accelerator van de wereldwijde groei van de fietsmarkt. De potentie is zo groot geworden dat groei voor ons belangrijker is geworden dan winst maken.’
E-bikes en beweging
De ondernemer hoopt dat mensen door de aanschaf van een e-bike vaker de auto laten staan. Zoiets zou het milieu ten goede komen en de kersverse fietsers zouden er meer beweging door krijgen. Wie in Nederland een blik werpt op menig fietspad, ziet dat veel ouderen de elektrisch aangestuurde fietsen gebruiken. Zouden zij daadwerkelijk minder vaak de auto gebruiken, of zouden ze hun oude fietsritjes simpelweg vervangen door elektrisch aangestuurde ritjes en zo dus juist minder beweging krijgen?
Ik vermoed dat ouderen met een e-bike anders minder zouden fietsen
Carlier benadrukt meteen dat zijn doelgroep jonger is. ‘Zij fietsen ermee in de stad naar hun werk. In die zin vervangt het dus de auto. Als we het over ouderen hebben, heb ik zelf de indruk dat ze meer gaan fietsen vanwege de e-bike. Het is veel leuker om wat harder te gaan en je hoeft niet veel kracht te zetten. Ik kom zelf uit de achterhoek en daar rijden ontzettend veel ouderen rond op e-bikes. Ik vermoed dat zij anders minder zouden fietsen. Of ze anders niet hadden gefietst, dat weet ik niet.’
Om zijn vermoeden te onderbouwen, wijst Carlier naar een deze maand gepubliceerd onderzoek in wetenschapsblad ScienceDirect. Onderzoekers vergeleken het mobiliteitsgebruik van mensen die een e-bike hadden gekocht met dat van mensen die van plan waren er een aan te schaffen. De groep die al een e-bike had, bleek zijn dagelijks fietsgebruik te hebben opgeschaald van gemiddeld 2,1 kilometer naar wel 9,1 kilometer. Gedurende de onderzoeksperiode steeg bij de e-bikers het het aandeel e-bikeritjes als onderdeel van hun totale mobiliteit van 17 procent naar wel 49 procent. Het aandeel wandelingen, ov- en de autogebruik nam hierdoor af.
Dat het met al die snelle e-bikes echter druk aan het worden is op de fietspaden, onderschrijft ook Carlier. Moet er een extra baan komen voor e-bikes? Dat is misschien iets te veel van het goede, denkt Carlier. ‘Waar ik uiteindelijk in geloof, is dat je in steden alle fietsers, dus bezorgfietsen, bakfietsen en ga maar door, naar de rijbaan verplaatst en alle voertuigen op 30 kilometer per uur limiteert. Je ziet zoiets al gebeuren bij de Sarphatistraat in Amsterdam.’