Felyx haalde vijf maanden geleden 24 miljoen euro groeikapitaal op, met een financieringsronde onder leiding van het investeringsfonds (De Hoge Dennen) van Kruidvat-familie De Rijcke. Toen dat kapitaal op de bankrekening van het Amsterdamse bedrijf plofte, plaatsten oprichters Maarten Poot en Quinten Selhorst direct een forse bestelling bij hun scooterproducent in China.
Met Duitsland in het vizier bestelden ze in totaal 3.000 e-scooters, een verdubbeling van de vloot die tot dat moment rondreed in Nederland en België. Twee maanden geleden arriveerden in totaal zestig containers, ieder gevuld met vijftig spiksplinternieuwe scooters (en batterijen en onderdelen). De eerste paar honderd exemplaren werden geparkeerd in Düsseldorf en Hamburg.
Berlijn
De grootste lancering bewaarde Felyx voor Berlijn, waar vandaag 1.500 groene scooters worden losgelaten. Ter vergelijking: het grootste aantal Felyx-scooters stond tot nu toe in Rotterdam, waar de lokale vloot sinds 2018 geleidelijk werd uitgebouwd van 324 naar momenteel 1.000 deelscooters.
Met de livegang in Berlijn is de eerste fase van de expansie naar Duitsland voltooid, zegt medeoprichter Poot tegen MT/Sprout. ‘Dit is de laatste stad van deze batch, waarmee we onze vloot in twee maanden hebben verdubbeld. Daar zat natuurlijk veel voorbereiding in, maar het waren in één keer wel heel veel scooters.’
Vanwege de Suez-blokkade was het volgens de ondernemer nog even spannend of alle scooters op tijd zouden arriveren, maar na wat belletjes met expediteurs en schuiven in de planning viel die vertraging uiteindelijk mee.
250 medewerkers
Felyx nam in Duitsland enkele tientallen nieuwe medewerkers aan, van batterijwisselaars en monteurs tot marketeers en medewerkers voor de klantenservice. Door die nieuwe aanwas runnen Poot en Selhorst nu een bedrijf met in totaal 250 medewerkers, met naast Amsterdam ook kantoren in Brussel en Berlijn.
Duitsers zijn al een tijdje gewend aan de (in Nederland verboden) e-step, maar deelscooters zijn er nog een relatief nieuw fenomeen, zegt Poot. ‘Je moet potentiële klanten verleiden om een rit te maken. Met acties en campagnes om zoveel mogelijk mensen het product uit te laten proberen. Daarom zijn we in Duitsland wat agressiever qua campagnes.’
Nederlandse concurrentie
Saillant aan de uitrol naar Duitsland is dat de Nederlandse aanbieders Go Sharing en Check tegelijkertijd de sprong wagen naar onze oosterburen, met eveneens Düsseldorf als eerste standplaats. De schatkist van Check wordt daarbij gevuld door eigenaar Ponooc (het investeringsfonds van autobedrijf Pon), terwijl Go Sharing gefinancierd wordt door miljardair Robert van der Wallen (BrandLoyalty).
Het is natuurlijk prettig als je in zo’n stad de grootste aanbieder bent. Maar het belangrijkste is een hoge dekkingsgraad, zegt Poot, zodat gebruikers altijd een scooter in de buurt kunnen ontgrendelen. ‘We lanceren direct heel groot. Met veel scooters zorgen we voor de hoogste dichtheid, zodat het product echt aantrekkelijk is. Stel dat een container met nieuwe scooters te laat aan zou komen, dan zullen we nooit met een half product lanceren.’
Het MaaS-dilemma
Een nieuwe ontwikkeling voor bedrijven zoals Felyx is de opmars van MaaS-apps (Mobility-as-a-Service), waarin meerdere aanbieders van (semi-)openbaar vervoer worden gebundeld. Zo prijkt het aanbod van Felyx nu bijvoorbeeld in een app van het Rotterdamse OV-bedrijf RET. Ook in Berlijn verwacht Felyx binnenkort aan te haken bij zo’n MaaS-app (Jelbi).
Het heeft iets tegenstrijdigs om als bedrijf in een app te staan waar je concurrenten hengelen naar dezelfde doelgroep, erkent Poot desgevraagd. ‘Het is zeker een dilemma. Aan de ene kant kan er veel traffic op zo’n platform zitten. Maar aan de andere kant is het moeilijk om je daar te profileren en een klantrelatie te bouwen, omdat een consument er misschien een minder sterke voorkeur heeft voor welk vervoersmiddel hij kiest.’
Poot trekt een parallel met maaltijdplatforms zoals Thuisbezorgd en UberEats. ‘Wil je daar wel staan als restaurant?, kun je je afvragen. Je moet een deel van je value chain inleveren. Maar uiteindelijk zijn ook grote partijen als McDonalds gezwicht. Je moet er daarnaast voor zorgen dat mensen je eigen app blijven gebruiken, en dat stimuleren door middel van een goede UX (gebruikerservaring, red.) en het belonen van loyale gebruikers.’
MaaS-apps zoals die in Rotterdam vragen nog geen commissie, maar dat zou volgens Poot best weleens kunnen veranderen zodra de Googles van deze wereld MaaS als een verdienmodel ontdekken. ‘Dan moet je wel goede afspraken zien te maken.’
Schaalvoordelen
Voor Felyx is het nu vooral zaak om verder te groeien ‘in Duitsland en daarbuiten’. Om de omzet op te krikken natuurlijk, maar ook vanwege de schaalvoordelen, legt Poot uit. ‘Ten eerste geldt dat hoe groter je bent als speler, hoe interessanter je wordt voor bijvoorbeeld leveranciers van scooters. Dan zou je gunstigere inkoopvoorwaarden kunnen bedingen.’
‘Het tweede schaalvoordeel is dat het niet uitmaakt of we onze app verdelen over 100 of 6.000 scooters, maar dat de kosten van je techniek dan per scooter omlaag gaan. Net zoals de kosten voor je data analytics-team en je marketingafdeling bijvoorbeeld, al die afdelingen worden efficiënter.’
Het – op tijd – vinden van nieuwe mensen blijft misschien wel de grootste uitdaging, zegt Poot. ‘In Duitsland zijn we bijvoorbeeld nog niet bekend. Daardoor zullen mensen niet zomaar hun carrière aan jouw bedrijf verbinden. Maar nu je onze scooters ook in Duitsland op straat ziet, spreken we al meer tot de verbeelding.’
Exit
Felyx oogt als cleantech-bedrijf als een passend doelwit voor spac’s, beursgenoteerde investeringsfondsen waarvan er veel (zoals de Nederlandse spac ESG Core Investments) op zoek zijn naar elektrische auto’s en andere bedrijven die ‘groene’ technologie opschalen. Maar zo’n aanbod heeft Felyx nog niet gehad, zegt Poot desgevraagd. Zou zijn bedrijf dan wellicht nog een tandje harder kunnen gaan wanneer een grote speler instapt en zijn gewicht en kapitaal in de schaal legt, zoals Pon ook deed met Swapfiets?
Wat Poot betreft is een exit nog lang niet aan de orde. ‘We bouwen nog volop aan het bedrijf en willen zo ver mogelijk doorgroeien. Een exit kun je toch niet plannen. Je moet hard blijven werken en gewoon kijken wat de toekomst brengt.’