Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Waarom Felyx Europees hard wil groeien en tóch zuinig blijft op zijn winst

Quinten Selhorst heeft de 24 miljoen euro binnen die hij nodig had om met de deelscooters van Felyx Europa in te gaan. En let op: van het kapitaal gaat maar een klein beetje naar de brommers zelf. Hoe zit dat?

Foto: Felyx

Donderdag maakte Felyx bekend dat het 24 miljoen euro heeft opgehaald. Investeerders zijn De Hoge Dennen, het family office van Kruidvat-familie De Rijcke, en Anne-Marie Rakhorst, de duurzame onderneemster die naam maakte met haar milieubureau Search en bij Felyx aandeelhouder van het eerste uur was.

Masterplan

Oprichter en ceo Quinten Selhorst kan met die sloot geld nu eindelijk zijn Europese masterplan in gang zetten, dat hij al in 2019, toen MT/Sprout Felyx in de Challenger50 opnam, had uitgewerkt. Dat plan klinkt als een logische marsroute: Selhorst en zijn compagnon Maarten Poot begonnen in 2017 in Amsterdam, om daar te bewijzen dat hun deelmodel echt in de praktijk werkte voor elektrische scooters.

Vervolgens kopieerden ze dat model naar Rotterdam, Den Haag en vijf andere Nederlandse steden, terwijl ze dankzij hun aanwezigheid in Brussel al een tijdje mogen gelden als Benelux-speler. En ondanks corona, dat tijdens de lockdowns toch echt leidde tot een flinke dip in de bezettingsgraad van de Felyx-scootertjes, is de scaleup in 2020 flink doorgegroeid. Verdriedubbeld zelfs, tot 3.000 scooters waarop circa 300.000 klanten af en toe een ritje maken.

Parijs, Dortmund, Keulen?

De volgende logische stap is nu dus Europa, te beginnen bij de grootste steden van Frankrijk (denk aan Parijs, Lyon, Bordeaux, Marseille en Nice) en Duitsland (Dortmund, Berlijn, Leipzig en Keulen). Selhorst: ‘We hebben de afgelopen jaren al contact gehouden met een reeks gemeenten en de vergunningen hebben we klaar liggen. Zonder die vergunningen hadden we ook geen investeerders kunnen aantrekken. We kunnen dus meteen aan de slag als we zouden willen, maar vanwege Covid en de concurrentiegevoeligheid wil ik nog niet kwijt waar en wanneer we als eerste lanceren.’

Ebitda

Nog een belangrijke voorwaarde in Selhorsts groeistrategie doet soms wenkbrauwen fronsen bij zijn toehoorders: Felyx streeft ondanks zijn straffe groeitempo naar een positieve Ebitda. Oké, die bedrijfswinst voor afschrijvingen, rentelasten en nog wat zaken is nog geen nettowinst, maar zelfs die zou Selhorst kunnen maken, beweert hij, als hij vandaag besluit geen nieuwe steden in te gaan. ‘We zijn niet afhankelijk van groeikapitaal om het hoofd boven water te kunnen houden.’

Maar waarom zou je in godsnaam? Om Felyx heen smijten investeerders met soms honderden miljoenen naar de startups – pardon: unicorns – die alle grote steden volplempen met deelsteps en deelfietsen. Alles om vooral de nummer 1 te worden in een markt die volgens sommigen winner takes all is en waarin de tweewielerverhuurders zichzelf het liefst neerzetten als databedrijf.

Scooter is geen step

Allemaal mooi, vindt Selhorst, maar een scooter is geen step. ‘Een step, een fiets en een scooter lijken op het eerste oog wel op elkaar, maar een scooter is vele malen duurder. Om ons model te laten werken, moeten we die dus financieren met vreemd vermogen, door banken of leasemaatschappijen. Dat komt alleen uit als je, zoals ons is gelukt, met hard werken kunt laten zien dat je businessmodel gevalideerd is en de scooters zichzelf terugverdienen. Wij scheiden het groeikapitaal dat we ophalen voor onze organisatie van de financiering van onze scooters. Ook het geld dat we nu ophalen, gaat volledig naar het aannemen van nieuwe mensen, het verder ontwikkelen van onze eigen technologie, marketing en sales en aanloopverliezen in de steden waar we starten.’

Data is de sleutel

Dus laat iedereen maar lachen dat Selhorst zo hamert op zijn bruto winst, hij marcheert Europa in. ‘De sleutel tot ons succes is onze technologie en vooral de data die we al jaren verzamelen. Je moet kunnen voorspellen waar de vraag zit, welke bewegingen je scooters maken door de stad, wanneer de batterij leeg raakt en moet worden verwisseld. Alleen dan krijg je een efficiëntere operatie en kun je onderbouwen met welke features je klanten blij kunt maken. Geld verdienen aan de data zelf? Dat heb ik nog nergens zien lukken. Ik kan me ook niet voorstellen dat een stad zaken wil doen met een mobiliteitspartij die voor veel geld inzichtelijk maakt waar een nieuw viaduct moet komen.’

De deelstepcowboys zijn sowieso niet de directe concurrent van Felyx, dat met zijn scooters een ander publiek aantrekt. ‘Deelsteps worden voor 80 tot 95 procent gebruikt door toeristen. Dat zie ik in Parijs, waar mijn vriendin woont, en dat horen we ook van mensen die erbij betrokken zijn. Felyx is meer voor de stedeling zelf, die ook voor zijn werk af en toe een ritje maakt. Die ritjes zijn langer, je kunt ze bovendien met twee personen maken en je zit natuurlijk een stuk comfortabeler dan op een stepje.’

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Go Sharing, Check, Cityscoot

Concurrenten om rekening mee te houden zijn dus niet step- en fietsdelers zoals Lime, maar de scooteraars. In eigen land gaan Go Sharing en Check (nota bene net als Swapfiets in handen van Pon) wat dat betreft hard, in Frankrijk komt Selhorst Cityscoot tegen, en in Duitsland onder meer Emmy tegen. ‘Overwegend lokale partijen, maar daarmee is niet gezegd dat ze geen aandeelhouders achter zich hebben met diepe zakken. Lime test nu ook met brommers. Maar diepe zakken is niet de sleutel tot succes in deze markt. Kijk maar naar het Duitse Coup. Dat had Bosch als aandeelhouder maar is toch gestopt omdat ze de business niet rond kregen. En je kunt niet zeggen dat Bosch geen diepe zakken heeft.’

Geen slakkengangetje

Dat Selhorst zijn groei en winstgevendheid in balans zegt te moeten houden, betekent niet dat Felyx op een slakkengangetje rondtuft. ‘In 2020 zijn we verdriedubbeld en we gaan dit jaar weer keer drie. In 2022 worden we ook actief in landen buiten Frankrijk en Duitsland, terwijl in Nederland de groei voorlopig nog doorgaat. Of ik nog ceo blijf als we ook dan weer verdriedubbelen? Ik vind dat je een paar keer per jaar de thermometer erin moet steken: zit je nog op je plek? Ben je de beste persoon om het bedrijf te leiden? Vind je echt leuk wat je doet? Het antwoord is voorlopig heel hard: ja! Het is hartstikke leuk iets moois te bouwen, te werken aan duurzame mobiliteit en te zien dat het harde werken met je team wordt beloond.’