Winkelmand

Geen producten in je winkelwagen.

‘Een faillissement is geen schande’

Het is niet anders: 2013 wordt een recordjaar voor faillissementen. En met één ondernemer kom je dan zeker in aanraking: de curator. Wat komen zij tegen in de praktijk? Sprout vroeg het ze op de man af. Curator Marc van Zanten: ‘Een faillissement is geen schande.’

Marc van Zanten, partner bij advocatenkantoor CMS Derks Star Busmann, zag in zijn twintig jaar als curator meer dan honderd faillissementen voorbijkomen. Soms zien directies hem als degene die hun levenswerk gaat vernietigen. “Maar meestal trekt dat wel bij.”

Directie oorzaak faillissement

Dit artikel komt uit Sprout Magazine.

Abonnement?

“Elk faillissement is veroorzaakt door de directie. Punt.” Duidelijk taal van Marc van Zanten (44). “Ik heb de dotcomcrisis meegemaakt, 9/11, de vastgoedcrisis; uiteindelijk is altijd de directie verantwoordelijk. Dat wil niet zeggen dat de bestuurder aansprakelijk is. Maar als zich een crisis voordoet, moet je dan niet op een gegeven moment de boel omgooien en een andere koers inzetten?”
Van Zanten is gespecialiseerd in omvangrijke, vaak langlopende faillissementen. Bij DSB Beheer was hij medeverantwoordelijk voor de verkoop van de kunstcollectie van Dirk Scheringa. Sinds een halfjaar heeft hij vijftien Nederlandse vastgoed bv’s onder zijn hoede die in Duitsland honderden miljoenen euro’s aan winkelcentra, hotels en kantoren bezitten. Een complex faillissement.

Zeperd: Uitbox

Het staat in schril contrast met zijn eerste zaak: de Uitbox, een bedrijfje in informatiezuilen waarop mensen uitgaansinformatie konden opzoeken. “Ik kreeg alle post doorgestuurd, dus ik was maandenlang op de hoogte van elke festiviteit in Haren, Zuid-Laren of Roermond die het plaatselijke culturele centrum organiseerde. Heel informatief.”
Behalve de speeldata van het lokale poppentheater leert Van Zanten in die tijd ook meteen een belangrijke les. Hoewel de Uitbox best wat schuld heeft, treft hij maar driehonderd gulden aan in de boedel. Dus niets voor de crediteuren en niets voor hemzelf, terwijl hij voor tienduizend gulden heeft uitgezocht of de bestuurder aansprakelijk is. En dat is hij uiteindelijk niet. “Een enorme zeperd. Ik kon 9.700 gulden afboeken.”

Lege boedel: geen salaris

Bij een lege boedel grijpt een curator dus naast zijn salaris. Dat betekent niet dat Van Zanten een zaak laat lopen als hij vermoedt dat die niets oplevert. “Absoluut niet. Ik heb te maken met mijn relatie met de rechtbank. Als ik word benoemd in een faillissement, kan ik alleen maar weigeren als er een tegenstrijdig belang is: als een kantoorgenoot of ik zelf bijvoorbeeld advocaat zijn geweest voor het bedrijf voordat het failliet ging, of als wij veel contact hebben met een grote crediteur. Het enige wat ik kan doen, is op het faillissement een jonge curator zetten die goedkoper is.”

Zwavelzuurfabriek

De zaak die hem het meest is bijgebleven, is de zwavelzuurfabriek die hij in 2004 kreeg toegewezen, midden in een Amsterdamse woonwijk. Waren de machines meteen uitgeschakeld, dan was het zuur door de buizen gebrand en waren 60.000 mensen in gezondheidsgevaar. “De rechter-commissaris heeft me achteraf toevertrouwd dat ze elke dag fietsend naar de rechtbank naar boven keek of er niet al ergens een gele wolk hing.”
Maar het is niet alleen om die reden een van zijn heftigste faillissementen ooit. “Ik zal ook de fabrieksmanager Freek niet snel vergeten. Hij heeft de hele zaak nog zes weken draaiende gehouden totdat de buizen leeg waren. Zijn loyaliteit, en die van de andere werknemers was aangrijpend om te zien. Ze waren hun baan kwijt. Maar ze wisten ook: we kunnen de knop nu niet omzetten.”

Insolventieadvocaat

Net als veel van zijn collega’s adviseert Van Zanten ook bedrijven in moeilijkheden. In dat geval heeft hij niet de pet van curator op, maar die van insolventieadvocaat waarbij hij in feite aan de andere kant staat dan als curator. In die hoedanigheid adviseerde hij bouwbedrijf Moes vorig jaar om na een stille bewindvoering en opvolgend faillissement een doorstart te maken met sectorgenoot Hurks. “Een faillissement moet niet worden gezien als een schande, maar als een effectieve manier om een bedrijf te reorganiseren en een nieuwe kans te geven. Ik hoop te bereiken dat we dat met de faillissementswet in de hand nog beter kunnen doen dan nu het geval is. Het mag uit de taboesfeer.”

 

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dit is de derde aflevering uit de serie ‘Gehaat & gevreesd, de curator aan het woord’

Eerder verschenen:

  • Jacqueline Zuidweg: ‘Eerst janken, maar daarna in actie komen’
  • Jan Dingemans: ‘Negen van de tien keer ben ik geen slager’