Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Deze ondernemer helpt Nederlanders door te breken in Silicon Valley

Startupprogramma Y Combinator in Silicon Valley bracht talloze succesvolle startups voort, maar het lukte slechts een handvol Nederlanders toegelaten te worden. Nederlander in de Valley Oliver Binkhorst denkt daarbij een handje te kunnen helpen. ‘Het is mogelijk.’

Het is de heilige graal voor ondernemers die in Silicon valley door willen breken: een deelname aan startup-acceleratorprogramma Y Combinator. Deze drie maanden durende snelkookpan voor groeibedrijven bracht grote startupnamen voort als Airbnb, Stripe en Dropbox. Y Combinator helpt deelnemende bedrijven bovendien aan een eerste investering en, zo gaat de belofte, een relevant netwerk.

Toch is het allerminst eenvoudig om als ondernemer mee te kunnen doen aan het programma. Afgelopen jaar waren er wel 12.000 aanmeldingen, maar mochten slechts tweehonderd bedrijven deelnemen. Dit komt neer op een toelatingspercentage van 1,6 procent. Alhoewel de organisatie beweert Nederlandse bedrijven niet anders dan Amerikaanse te behandelen, lukte het nog maar elf ondernemingen uit ons land om aan Y Combinator mee te doen, met MessageBird en GitLab als bekendste voorbeelden.

Digitale editie

oliver binkhorstVanwege de coronacrisis zal de komende editie van Y Combinator, die van januari tot en met maart 2021 loopt, volledig digitaal worden gehouden. Ideaal is anders, omdat je elkaar niet fysiek kunt ontmoeten, maar het biedt ook kansen, denkt ondernemer Oliver Binkhorst (foto rechts), een Nederlander die al jaren in San Francisco onderneemt. ‘Gewoonlijk zeg je je baan of studie op om een bedrijf te beginnen’, zegt Binkhorst aan de telefoon vanuit Mexico, waar hij tijdelijk verblijft. ‘Nu zou je echter ook je baan kunnen aanhouden, om in de avonduren met Y Combinator mee te kunnen doen.’

Binkhorst ziet het bij Nederlandse inzendingen echter nog te vaak misgaan rondom Y Combinator. Dan komen die Hollanders aanzetten met een ellenlang pitch deck boordevol bulletpoints, terwijl de Amerikanen juist zitten te wachten op korte, pakkende slides vol afbeeldingen. Ook vaak gespot door Binkhorst: Nederlanders die meteen een voorstel doen voor hoeveel geld ze willen ophalen. Fout, aldus de ondernemer Binkhorst: uiteindelijk moet je de markt laten bepalen wat je nodig hebt, niet méér, niet mínder. Haal je te veel op, dan kun je in de knoei komen bij vervolgrondes. Bovendien geldt er bij Y Combinator altijd sowieso al één vast tarief: 125.000 dollar groeigeld, tegen 7 procent van de aandelen.

Helpende hand

Wil je écht kans maken op Y Combinator, dan moet je aanmelding gestroomlijnd gaan, wil Binkhorst maar zeggen. En daarvoor is een helpende hand geen overbodige luxe. Samen met een handvol mentoren startte hij daarom een speciaal online voorbereidingsprogramma, waar startups zich zonder kosten voor kunnen aanmelden. Van het juist invullen van alle formulieren tot het geven van tips voor de interviews, mocht een aangemelde daarvoor worden geselecteerd: Binkhorst zegt ondernemers van begin tot eind door de aanmelding te gidsen.

Zo’n bedrijf als GitLab was écht geen overnight success

Onder de mentoren zitten Y Combinator-alumni zoals Sid Sijbrandij (GitLab), Yoeri Dassen (Psylaris) en Loek Janssen (Nova Credit), maar ook bekende investeerders, zoals Johan van Mil (Peak Capital) en Janneke Niessen (Capital T). Voor de goede orde: géén van hen verdient hier iets aan. ‘We willen Nederlandse ondernemers laten zien dat er een mogelijkheid is voor hen’, legt Binkhorst zijn drijfveer uit. ‘Andere Nederlanders is het immers ook gelukt aan Y Combinator mee te doen. Door nieuwe deelnemers extra te helpen, denken we hun kansen te kunnen vergroten. Zo’n bedrijf als GitLab was écht geen overnight success. Sietze heeft simpelweg op de juiste momenten hulp gekregen, bijvoorbeeld door zijn deelname aan Y Combinator.’

Moeilijke vragen

Mocht je als ondernemer geselecteerd worden voor een interview bij Y Combinator, dan raadt Binkhorst je aan het ‘kort en bondig’ te houden. Wil je immers positief opvallen voor de – Amerikaanse – jury, dan helpt een langdradige productpresentatie met een hoog Hollands doe-maar-normaal-gehalte je niet verder. Houd ook rekening met moeilijke wedervragen, adviseert Binkhorst: ‘Geef je bijvoorbeeld aan dat je je bedrijf kunt opschalen tot een bepaalde omzet, dan vragen ze al snel: hoe kun je dat vertienvoudigen? Stel je dat je honderd klanten denkt te kunnen trekken, dan vragen ze hoe je daar tienduizend klanten van denkt te kunnen maken.’

In Amerika zijn er veel meer goede ideeën dan in Nederland

Binkhorst vindt het Nederlandse ecosysteem ‘minder volwassen’ dan het Amerikaanse. ‘Er is hier maar een bepaald aantal ideeën, terwijl er in Amerika veel meer goede ideeën zijn. Krijg je in Nederland “nee” te horen van een investeerder, dan heeft zo iemand vaak gelijk. In Amerika zeggen ze daarentegen weleens “nee” tegen een bedrijf dat uiteindelijk toch succesvol blijkt te worden. Het aanbod is er namelijk groter. Investeerders en de mensen bij Y Combinator gaan er dus ook dieper op de materie in. Je hebt misschien een goed idee, maar vijf andere teams hebben een vergelijkbaar idee. Ze kijken vervolgens naar je team. Kunnen jullie het beter uitvoeren dan die andere teams?’

Binkhorst helpt Nederlanders op dit soort vragen een goed antwoord te hebben. Hij mag dit dan belangeloos stellen te doen, Binkhorst helpt lang niet iedereen. Hij moet er voldoende vertrouwen in hebben dat een startup kans maakt op Y Combinator, anders heeft het geen zin. Ondernemers kunnen zich sinds twee weken bij hem inschrijven en tot dusver staat de teller op vijftig aanmeldingen. Slechts een paar van hen overweegt Binkhorst in behandeling te nemen.

Sociaal vangnet

Het trainingsproject komt voort uit Binkhorsts zelf gefinancierde ondernemersklankbord DutchTechSF. Vanuit dit initiatief organiseert Binkhorst sinds 2015 etentjes en andere samenkomsten van Nederlanders die actief zijn in het startupleven van Silicon Valley. Binkhorst zegt dat er nu zo’n honderd Nederlanders bij zijn aangesloten: van ondernemers tot werknemers en investeerders. ‘Bij onze diners zijn we altijd “go Dutch” gegaan’, lacht Binkhorst. ‘Iedereen betaalt dus, op zijn Nederlands, zelf de rekening. Doordat Nederlanders elkaar op een laagdrempelige manier leren kennen, hebben we een sociaal vangnet gecreëerd.’

HackerOne en GitLab: ik ken ze vanaf de begindagen

Om wegwijs in Silicon Valley te worden, kun je ook naar het Nederlandse consulaat of naar overheidsorganisatie TechLeap (dat dit jaar ook een Y Combinator-project startte) stappen, maar volgens Binkhorst ontbreekt het deze instanties aan een relevant netwerk. ‘Bij ons eerste diner in 2015 waren er nog maar zo’n zeven founders aangesloten. Bedrijven als HackerOne en GitLab: ik heb ze vanaf de begindagen leren kennen. Inmiddels zijn 28 Nederlandse startups in Silicon Valley bij ons aangesloten. Driekwart van hen kennen we al sinds hun seed-fase (de fase waarin bedrijven hun eerste mini-investering krijgen, red.). Veel van hen zijn trouwens helemaal niet bekend in Nederland.’

Meer dan GitLab

Daarin ziet Binkhorst ook een les voor de Nederlandse pers. ‘Jullie hebben het altijd maar over GitLab, maar er zijn veel meer Nederlandse bedrijven hier en die zijn enorm succesvol. Meer dan de helft van de bedrijven uit ons netwerk heeft bijvoorbeeld al zijn Serie A-investering binnen, terwijl er in Nederland nauwelijks over hen geschreven wordt. Omdat ze zich niet primair op de Nederlandse markt richten, denken ze er zelf ook minder snel aan met de Nederlandse pers te praten. Ze richten hun pr eerder op The New York Times dan op de NRC of Sprout.’

Als we Binkhorst mogen geloven, komen er binnenkort zelfs twee Hollandse mega-succesverhalen uit de Valley bij. Op LinkedIn liet hij deze week weten dat twee Nederlandse startups een ‘enorm bedrag aan durfkapitaal’ opgehaald zouden hebben in de Valley. Eén van hen zou zelfs de unicorn-status kunnen bereiken.

Dagelijks de nieuwsbrief van Startups & Scaleups ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Of hij al iets meer kan vertellen? ‘Het gaat om twee bedrijven die hier zitten, maar hun hoofdkantoor in Nederland hebben’, houdt Binkhorst het spannend. Hij heeft de informatie uit zijn netwerk en moet zich verder stilhouden. Mochten we er daadwerkelijk een nieuwe unicorn bij krijgen, dan toont het in ieder geval Binkhorsts gelijk aan: de Silicon Valleyaanse droom is voor Nederlanders niet onbereikbaar.

Bedrijven kunnen zich nog aanmelden voor Y Combinator tot en met 23 september 8 uur ‘s avonds, lokale tijd. Binkhorst vraagt startups die in zijn training geïnteresseerd zijn, zich zo snel mogelijk bij hem aan te melden, alhoewel hij zelf geen deadline hanteert.