Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Ideeën genoeg, maar hoe zet je ze om in succesverhalen?

In samenwerking met TIAS School for Business and Society - Binnen organisaties bruist het vaak van de nieuwe ideeën. Toch is het lastig om innovaties goed van de grond te krijgen. De truc zit ’m volgens Toni Sfirtsis van TIAS School for Business and Society in het zetten van kleine stapjes.

ideeën innovaties succesverhalen
Foto: Getty

Innovatie is hot. De wereld en de markt waarin jouw organisatie werkt, veranderen sneller dan ooit. Nieuwe uitdagers kunnen je bestaande businessmodel elk moment bedreigen. Om tijdig te anticiperen moet je innovatief zijn.

Innovatief als in: niet af en toe een nieuw product lanceren, maar continu op veranderingen in de markt reageren. Jezelf voortdurend vernieuwen is het nieuwe business as usual geworden, voor de organisatie als geheel, voor je team en voor jezelf.

Verbeterkansen

Het goede nieuws is dat er veel ideeën in de organisatie te vinden zijn. Jij en je teamleden kennen de markt en weten wat er speelt. Regelmatig zien jullie kansen voor verbetering. De bottleneck is echter vaak de uitvoering: in de praktijk blijkt het omzetten van ideeën in concrete acties lastig te zijn. Belangrijkste oorzaken: de vele vaste procedures en het ingesleten ‘zo doen we dat nou eenmaal hier’-gedrag.

Het gevolg is dat creatieve ideeën vaak blijven liggen en dat allerlei verbetermogelijkheden sneuvelen. Als mensen drie keer een goede suggestie hebben gedaan, die vervolgens in de uitvoering blijft steken, raken ze teleurgesteld en houden ze op met ideeën spuien.

Aparte afdeling

Een deel van het probleem ligt bij de manier waarop we in veel bedrijven met innovatie omgaan. We vinden innovatie belangrijk – zo belangrijk dat we er een aparte afdeling voor inrichten. Bijvoorbeeld een afdeling business development of R&D, waar nieuwe producten of diensten worden uitgedokterd. Innovatie wordt hiermee het exclusieve domein van getalenteerde whizzkids die op een aparte afdeling aan grote productlanceringen werken.

Maar innovatie is méér dan productlanceringen: ook de processen, service en organisatie zijn te verbeteren. Wil je sneller en slimmer dan je concurrent zijn, dan is juist daar winst te behalen. Innovatie moet een competentie van alle afdelingen zijn.

Grote ambities

De Britse onderzoeker Kevin Ashton bestudeerde grote vernieuwingen zoals de uitvinding van het vliegtuig en ontdekking van het DNA. We denken vaak in grote ambities, aldus Ashton: we hebben het beeld van de geniale uitvinder die een hoog doel voor ogen heeft, en net zo lang werkt tot hij het heeft bereikt.

In werkelijkheid is vooruitgang meestal een langdurig proces waar een grote groep vooral anonieme mensen aan werken. Zonder dat ze weten waar hun werk precies naartoe leidt, bouwen ze op elkaars pogingen en bedenksels voort, waarbij ‘het stokje van de innovatie in een eindeloze reeks van vernieuwingen wordt doorgegeven’, zoals Ashton in zijn boek How to fly a horse schrijft. Innovaties in organisaties komen meestal op dezelfde manier tot stand.

Stapsgewijze benadering

Uit onderzoek blijkt dat deze stapsgewijze benadering betere resultaten geeft. Als bedrijven meer aan aparte R&D uitgeven zijn ze minder succesvol, aldus een studie van IDC in opdracht van Ricoh.

Bedrijven die hun innovatie bottom-up organiseren hebben 24 procent meer omzetgroei (en 17 procent meer winst) dan bedrijven die het top-down organiseren. Goed presterende bedrijven gebruiken veel vaker een stapsgewijze benadering met veel kleine veranderingen om hun verbeteringen door te voeren dan slecht presterende bedrijven.

Vier tips

Waar moet je op letten bij de stapsgewijze benadering van innovatie? Vier tips.

#1. Maak er geen businesscase van

In veel organisaties is het gebruikelijk om van elke vernieuwing een businesscase te maken. Er worden investeringen bepaald, doelen gesteld en de vernieuwing wordt daarop afgerekend.

Maar omdat niemand van tevoren precies kan zeggen welke gevolgen de vernieuwing met zich meebrengt, ontstaan er onzekerheden. Als de doelen niet worden gehaald kan dat als een afgang worden opgevat. Bij innovatie moet je je plannen onderweg kunnen bijstellen, maar met een businesscase verdwijnt die flexibiliteit.

#2. Denk experimenteel

Innoveren met kleine stapjes vraagt om een experimentele instelling: je probeert de verandering uit, de resultaten worden teruggekoppeld en pas daarna besluit je wat de volgende stap zal zijn.

Bekende methodes die op deze manier werken zijn agile en lean startup. Doordat jij en je team snel weten wat de verandering oplevert, hou je grip op het proces. De teamleden zien de gevolgen van wat ze doen, zodat ze zich sneller mede-eigenaar van de vernieuwing zullen voelen.

#3. Geef medewerkers de ruimte

Het afgelopen decennium hebben veel bedrijven de broekriem zo sterk aangehaald dat ze nu organisatorisch gesproken op anorexiapatiënten lijken. Iets nieuws uitproberen lukt niet als je 50 uur per week moet werken om al je deadlines te halen. Maar zonder nieuwe dingen uit te proberen red je het op de huidige markt niet.

Medewerkers moeten de ruimte krijgen. Niet alleen om te experimenteren, maar ook om wat vaker met de klant op te kunnen trekken en om nieuwe ideeën op te doen. Het zijn deze ideeën waar de organisatie het in de toekomst van moet hebben.

#4. Zorg voor openheid

Of je plat organiseert, zelfsturing invoert of op een andere manier je organisatie inricht, een cruciale vraag is of alle teamleden zich gehoord voelen. Pas als ze weten dat ze hun zegje kunnen doen, zullen ze hun schouders onder een verandering zetten.

Als je zonder cijfermatige businesscase werkt, kan het soms lastig zijn om te weten hoe de resultaten van de innovatie uitpakken. Maar de medewerkers weten meestal precies hoe het gaat. Als je team open is en de teamleden naar elkaar luisteren, maak je optimaal van elkaars kennis en ideeën gebruik.

Over de auteur
Prof.dr. Toni Sfirtsis is associate professor strategic innovation & future leadership aan TIAS School for Business and Society.