Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Inclusive 30 van 2022

Constantijn van Oranje-Nassau

Constantijn van Oranje - Nassau-

Prins Constantijn van Oranje-Nassau (1969) wist de diversiteitskwestie de afgelopen jaren geregeld in de schijnwerpers te zetten. Zo maakte de startup-envoy voor Techleap al in 2018 bekend niet meer in panels te willen zitten met enkel mannen, iets wat hij tot de dag van vandaag heeft volgehouden.

Meer diversiteit op conferenties

‘Ik zie nu wel dat veel meer mensen zoals ik weigeren in mannenpanels te zitten’, zegt Van Oranje. ‘Op conferenties merk ik dan ook dat er meer diversiteit is. Het is denk ik niet meer geaccepteerd als je hele line-up uit mannen bestaat. Dat kán gewoon niet meer. Ik geloof dat er voldoende kritische massa is om dat onacceptabel te vinden.’

Mannen hebben een ‘grotere verantwoordelijkheid’ om hieraan bij te dragen, vindt Van Oranje. ‘Voor vrouwen is het logisch dat ze voor hun rechten opkomen, maar het zijn de mannen die uiteindelijk moeten toegeven.’

Diversiteit bevorderen begint al thuis, vindt de prins. ‘Neem bijvoorbeeld de kinderopvang: het is niet zo dat die er is om de vrouw aan het werk te krijgen. De kinderopvang is er om beide ouders aan het werk te krijgen. Je moet het samen doen en de zorg voor kinderen is niet alleen de taak van de vrouw.’

Fundright

Ook maakt Van Oranje zich namens Techleap sterk voor Fundright, een beweging die pleit voor meer durfkapitaal voor vrouwelijke ondernemers. Door met de Britse non-profit Diversity VC samen te werken, kunnen deelnemende vc’s nu een onafhankelijke certificering voor hun diversiteits- en inclusiviteitsbeleid krijgen.

Van Oranje noemt het een ‘klein succes’, maar is ook kritisch: ‘Fundright heeft nog niet opgeleverd wat we hadden gehoopt (afgelopen jaar kwam minder dan 1 procent van het durfkapitaal in Nederland terecht bij startups met louter vrouwelijke oprichters, red.). Het is aan de vc-industrie om er nu wat mee te doen.’

Ogen geopend

Het zijn mensen als Leijten, maar ook inclusievoorvechters Janneke Niessen en Eva de Mol, die bij Van Oranje de ogen hebben geopend voor dergelijke diversiteitskwesties. ‘Als je het eenmaal ziet, kan je het niet meer níet zien’, zegt Van Oranje. ‘Denk maar eens aan je communicatiemateriaal. Als je een foto op je site hebt met alleen maar witte mannen in pak, kun je wel over diversiteit praten, maar straal je eigenlijk uit dat dát (de witte mannen, red.) je doelgroep is.’

Zo werkt het ook voor investeringsfondsen, voegt de prins eraan toe. ‘Staan er op je site alleen maar strak kijkende mannen in een zwart-wit jasje met overhemd, dan is het niet erg aantrekkelijk voor vrouwelijk talent om zich bij je te melden.’

Eigen organisatie

Bij zijn eigen Techleap was het lange tijd net andersom: er werkten vooral vrouwen, dus Van Oranje en zijn team dachten het goed voor elkaar te hebben. ‘We dachten: we zijn heel divers, want we hebben heel veel vrouwen. Maar zo werkt het natuurlijk niet. We hadden alleen maar een bepaald soort vrouwen: jonge, witte vrouwen met een daadkrachtige, operationele blik. We hadden minder mensen met een conceptuele, strategische blik. Ook hadden we minder mannen en Nederlanders met een migrantenachtergrond bij ons werken.’

Volgens Van Oranje begint verandering bij bewustwording. ‘Toen we ons eenmaal bewust waren van dit feit, konden we op zoek naar de oorzaken. Bij ons bleek het in de sollicitatieprocedure te zitten. Daarin zaten veelal mensen uit de genoemde groep, die mensen selecteerden die op zichzelf leken. Dus hebben we er iemand bijgezet met een andere achtergrond, wat het proces meteen verbeterde. Sindsdien is onze organisatie we veel diverser geworden.’

Neelie Kroes

Door wie laat Van Oranje zich eigenlijk inspireren, als het om diversiteit en inclusiviteit gaat? ‘Door Neelie Kroes, antwoordt de startup-envoy, ‘mijn voorganger, met wie ik eerder al vijf jaar samenwerkte in Brussel.’

‘Zij was altijd tegen diversiteitsquota, omdat ze het zelf ook zonder had gered. Maar ze heeft uiteindelijk wel ingezien dat het niet anders kon. Uiteindelijk moet je het plafond doorbreken, vond ook zij. Dat kan niet alleen maar op de schouders liggen van vrouwen die er doorheen hebben geploeterd, dus je moet af en toe wat helpen. Ze heeft haar inzichten dus aangepast aan nieuwe ervaringen.’