Stel je voor: een groot kantoorgebouw met honderden beveiligingscamera’s, maar slechts een handvol beeldschermen in de controlekamer. Beveiligers die pas kunnen ingrijpen als er al iets is gebeurd. Een constante stroom aan beelden die worden opgeslagen, zonder dat iemand ze bekijkt.
Het is een scenario dat zich dagelijks afspeelt in duizenden gebouwen wereldwijd, ziet Jag Minhas, oprichter van Sensing Feeling.
Met de AI-startup uit Londen richt Minhas zich precies op dát vraagstuk. ‘Het traditionele cameratoezicht is vooral reactief’, stelt Minhas. ‘Je kijkt naar wat er is gebeurd, in plaats van wat er gaat gebeuren. Dat willen wij veranderen met slimme, AI-gestuurde technologie die proactief risicosituaties kan herkennen, onder het mom van seeing without seeing.’
900 camera’s, negen schermen
Sensing Feeling heeft zijn sporen al verdiend in de wereld van visuele AI-technologie. ‘We begonnen met het ontwikkelen van slimme detectiesystemen voor de spoorwegen’, vertelt Minhas. ‘Network Rail, de eigenaar van het Britse spoorwegnetwerk, vroeg ons om technologie te ontwikkelen die kan helpen bij het detecteren én voorkomen van overtredingen op het spoor en om de spoorwegovergangen veiliger te maken. Dat was een enorme uitdaging. Niet alleen technisch, maar ook qua implementatie in zo’n uitdagende omgeving.’
‘We zien in veel projecten een soortgelijk dilemma’, stelt Minhas. ‘Neem bijvoorbeeld King’s Cross Station in Londen. Daar hangen 900 camera’s, maar er zijn slechts negen schermen in de controlekamer. Er zijn talloze punten waar risico’s kunnen worden beoordeeld, maar eigenlijk te weinig middelen om ze te monitoren.’
Privacy als kernvoorwaarde
Dat is dan ook precies het probleem waar beveiligingsbedrijf Trigion mee kampt. ‘We zijn specifiek op zoek naar technologie die accuraat kan meten, maar niet continu alles in beeld brengt’, stelt Ron Knaap, directeur platformtechnologie. ‘Met reguliere videoanalyse creëer je een enorm datacenter vol beelden die meestal niet relevant zijn. Dat willen we niet. Het gaat om het realiseren van veiligheid en comfort, met maximale privacy voor de gebruiker.’
Die privacy moet dan ook vooropstaan, vindt Knaap. ‘Er is soms best een dunne lijn tussen privacy en beheersmaatregelen, helemaal met de technologie die nu steeds meer mogelijk maakt. De techniek moet zich bewijzen en moet op zeer zorgvuldige manier gebruikt worden. Je kunt niet zomaar systemen implementeren en zeggen ‘nu weten we het’. Het gaat uiteindelijk om het welzijn van mensen, niet om een businesscase.’
IoT Challenge van 100 dagen
Een samenwerking tussen een Britse tech-startup en een Nederlands beveiligingsbedrijf is misschien niet de meest logische. De samenwerking is mogelijk gemaakt door Vodafone Business en TheNextWeb (TNW). Tijdens een pilot van 100 dagen verbindt de Internet of Things (IoT) Challenge een technologieleverancier met een corporate die een innovatief vraagstuk wil oplossen.
‘Vodafone Business heeft een véél groter bereik in de markt dan ik zelf zou hebben als ik op zoek zou gaan’, stelt Knaap. ‘Innovatie kost een hoop tijd, je hebt soms een aanjager nodig. Een soort ambassadeur die ervoor zorgt dat de neuzen dezelfde kant op staan en zegt: het kost tijd en geld, maar we gaan het doen.’
Menselijk gedrag meten
De pilot begint in één gebouw, met installaties op vier verschillende locaties. ‘Dit project geeft ons de mogelijkheid om onze oplossing in een nieuwe omgeving te testen’, stelt Minhas. ‘We hebben vooral ervaring met buitenruimtes, grote bouwplaatsen, kruispunten en stadspleinen. We hebben wel wat binnenlocaties, maar dat zijn vooral industriële omgevingen zoals fabrieken en logistieke centra. Dit project stelt ons in staat om de technologie binnen te gebruiken, met een sterke focus op menselijk gedrag in compacte ruimtes.’
‘Als uit de test blijkt dat het niet werkt, is dat ook een waardevol resultaat’, zegt Knaap. ‘Maar op basis van wat we nu zien, verwacht ik een positieve uitkomst. Het belangrijkste is dat we niet vooringenomen zijn en zorgvuldig valideren. Het kan best dat onze vraag nog te hooggegrepen is, maar dat betekent niet dat de technologie niet deugt. Het kan ook dat alles spot on is, dan kunnen we ermee verder.’
‘Geen blame and shame’
Het potentiële succes vraagt in ieder geval om een intensieve samenwerking. ‘Ik zie het ook echt als een partnership’, zegt Knaap. ‘We communiceren open over alles wat we tegenkomen en lossen het samen op. Geen blame and shame. Je kunt overal spullen inkopen, dat is niet zo moeilijk. Maar ik wil het gedachtegoed van ondernemers meenemen in mijn visie om tot de beste oplossing te komen. Je zoekt ook eigenlijk geen leveranciers; je zoekt partners.’
‘Technologie en innovatie zijn fantastisch, maar als het niet kan worden toegepast op een écht probleem waarvoor mensen willen betalen, blijft het slechts een spannende mogelijkheid’, voegt Minhas toe. ‘Dankzij dit programma hebben we een kans gekregen die we graag als succes willen zien. We willen dit uitbreiden naar een breder aantal usecases. Gebouwbeheer is slechts één toepassing.’
‘Innovatie is noodzakelijk’
Knaap is in ieder geval enthousiast over de mogelijkheden voor zijn Trigion. ‘Als we kijken naar onze klantendatabase, dan zou de helft van onze klanten dit soort technologie kunnen gebruiken als alternatief voor óf aanvulling op fysieke beveiliging. We hebben momenteel 8 tot 9 duizend medewerkers die op locatie werken.’
‘We denken dat we het met 6 duizend zouden kunnen doen. Maar we willen niet van de anderen af, want we hebben al een tekort. We willen juist zorgen dat we de beste medewerkers beschikbaar hebben die relevant werk doen. Gaat het uiteindelijk werken? Dat weten we niet. Maar dat geldt voor iedere vorm van innovatie: het is nooit efficiënt, maar wel noodzakelijk.’