
Met Renewi als partner zet Schiphol al flinke stappen richting een volledig circulaire luchthaven. Daarin is afval niet meer het eindpunt, maar het begin van een nieuwe kringloop. Dat centrale doel staat voor 2050.
Maar veel eerder nog, in 2030, willen ze de zero waste-ambitie waarmaken. Schiphol wil dan geen afval meer naar de verbrandingsoven sturen. Iedere verpakking of voedselrestant wordt dan hergebruikt of gerecycled tot nieuwe grondstof.
‘Voor ons is dit een logische tussenstap’, zegt Denise Pronk, Head of Sustainability van Royal Schiphol Group. ‘Schiphol draait op tienduizenden vierkante meters aan terminals, horeca, kantoren en vliegtuigen. Daar komen bergen restmaterialen bij vrij: van plastic verpakkingen tot koffiebekers en bouwafval. We werken misschien niet met zeldzame grondstoffen, maar de volumes zijn enorm. Dan heb je ook de verantwoordelijkheid om daar verantwoord mee om te gaan.’
Zero waste begint met inzicht

En dus is Schiphol op weg naar een afvalvrije toekomst. Al moet daarvoor nog wel het nodige gebeuren. Daarvoor heeft de luchthaven de hulp ingeschakeld van waste-to-product bedrijf Renewi. ‘We zijn ruim twee jaar geleden, samen met onze contractpartner Seenons, aan boord gekomen, na een aanbesteding’, vertelt Sander Leenders. Hij is commercieel directeur bij Renewi.
Sindsdien lopen er dagelijks meer dan veertig van zijn collega’s op Schiphol rond. ‘Ze houden toezicht, sorteren afval en optimaliseren de logistiek. De teams zijn bovendien voortdurend aan het monitoren. Waar gaat het goed en waar zitten knelpunten? Dat is belangrijk, want zero waste begint met inzicht.’
Renewi werkt op de luchthaven met drie milieustraten, waar alle operationele afvalstromen worden ingezameld. Dit varieert van afvalstromen uit de prullenbakken in de toiletruimtes tot de publieke afvalbakken die je overal in de terminal tegenkomt. Diverse horecagelegenheden en winkels in de terminal worden meerdere keren per dag bezocht door een teamlid van Renewi om de gescheiden afvalstromen op te halen.
Dit draagt niet alleen bij aan de kwaliteit van de ingezamelde stromen, maar stimuleert ook de samenwerking met partners. Zij hoeven het afval immers niet zelf weg te brengen, wat hen ontlast en motiveert om afval correct te scheiden. Het doel is zoveel mogelijk waardevolle grondstoffen terugwinnen.
Dat lukt zoals gezegd steeds beter, al zijn de omstandigheden volgens Leenders best uitdagend. ‘Schiphol is geen doorsnee omgeving. Je hebt te maken met duizenden reizigers, tientallen nationaliteiten, uiteenlopende afvalstromen, veiligheidsregels en piekmomenten. Dat vraagt om flexibiliteit én een strak georganiseerde samenwerking.’
Zeep van sinaasappelschillen
Concrete successen zijn al wel geboekt. Neem bijvoorbeeld verse jus d’orange, dit is populair onder reizigers. ‘Dat levert dagelijks een grote berg sinaasappelschillen op. In plaats van deze te vergisten, worden ze nu apart ingezameld en naar een verwerker gebracht die er zeep van maakt. Schoonmaakbedrijven op Schiphol kopen die zeep in en zo sluiten we de kringloop. Zo kun je met samenwerking en creativiteit reststromen echt een tweede leven geven’, aldus Pronk.
Gedrag speelt hierbij een grote rol. Zonder de inzet van passagiers, partners en personeel sneuvelen circulaire ambities voor ze goed en wel zijn uitgesproken. ‘Het begint bij bewustwording’, zegt Pronk. ‘We betrekken daarom álle betrokkenen bij ons doel. Van schoonmakers tot luchtvaartmaatschappijen en van cateraars tot passagiers.’
Als voorbeeld noemt ze de positieve prikkel voor horecaondernemers die zich van hun beste kant laten zien. ‘Wie zijn afval netjes gescheiden aanbiedt, wordt volledig ontzorgd. Doe je dat niet, dan moet je de afvalzakken zelf naar de milieustraat brengen. Positief gedrag belonen helpt enorm om het systeem werkbaar én eerlijk te houden.’
Data als grote raadgever
Alle mooie plannen vallen zoals gezegd in het water zonder gedragsverandering. En daar hoort ook het juiste leiderschap bij. ‘Duurzaamheid zit in het hart van onze organisatie. En dat moet ook, want scope 3-emissies – dat wat van andere spelers in de keten komt – vormen het grootste deel van onze voetafdruk’, zegt Pronk.
Daarin speelt Renewi een belangrijke rol. ‘Wij leveren niet alleen mankracht en systemen. We brengen, samen met techplatform Seenons, ook inzichten via data en rapportages. Zo maken we samen de voortgang meetbaar en bespreekbaar’, aldus Leenders.
Klein beginnen met data-inzichten als je grootste raadgever, is zijn advies aan andere bedrijven. ‘Dan weet je wat er speelt en kun je de juiste maatregelen nemen. En ga vooral ook de dialoog aan met je ketenpartners. Schiphol kan partijen niet dwingen. Door met ze in gesprek te gaan, weten ze partners mee te krijgen. Dat vind ik erg knap.’
Zo’n concreet voorbeeld van een vruchtbare samenwerking is een pilot met vliegtuigafval. Afval van vluchten buiten de EU moet anders worden verwerkt. ‘Je kunt alleen niet aan een vuilniszak zien waar het afval vandaan komt. Daarom werken we nu aan een proef met herkenbaarheid en labeling, zodat luchtvaartmaatschappijen gericht kunnen meewerken’, zegt Pronk.
Schiphol helpt de airlines overigens ook met advies over slimmere verpakkingen en een plantaardiger assortiment in de horeca. Daar is immers veel CO₂-winst te pakken.
De lange adem
Zero waste op Schiphol is een marathon, geen sprint. Maar het kán dus wel, mits je de juiste partners, aanpak en overtuiging hebt. ‘We liggen op koers’, zegt Pronk. ‘En misschien nog wel belangrijker: het leeft in de organisatie. Iedereen wil bijdragen.’
Dat laatste is volgens Leenders van Renewi vooral te danken aan de manier waarop Schiphol deze enorme uitdaging aanpakt. ‘Ze brengen mensen bij elkaar, durven te experimenteren en vragen actief om feedback. Je hebt zo’n regisseursrol hard nodig, want alleen zo komt dat proces naar een circulaire toekomst goed op gang. Schiphol geldt wat mij betreft dan ook echt als voorbeeld voor de markt. Zero waste is haalbaar. Niet vanzelf en niet zonder frictie, maar wél met samenwerking, data en de wil om te veranderen.’