Winkelmand

Geen producten in je winkelwagen.

10 feiten die je moet kennen voordat je pensioen regelt voor je medewerkers

In samenwerking met Doenpensioen van a.s.r. - Na hoeveel jaar regelen de meeste werkgevers een bedrijfspensioen? Wat kost dat? En hoeveel zin heeft het überhaupt om een regeling op te zetten voor medewerkers? 10 feiten die werkgevers moeten kennen voordat ze pensioen regelen voor medewerkers.

10 feiten over pensioen
Foto: Getty Images

1. Nederland heeft een zeer goed pensioenstelsel

Nederland heeft beste pensioenstelsel ter wereld, blijkt uit jaarlijks onderzoek van het Amerikaans adviesbureau Mercer en beleggersorganisatie CFA Institute (2023). Het Nederlandse pensioenstelsel bestaat uit drie pijlers:

  1. Een sociale voorziening vanuit de overheid voor iedereen (AOW)
  2. Een pensioenregeling van werkgevers voor werknemers
  3. Een mogelijkheid om voordelig extra te sparen voor bijvoorbeeld ondernemers.

Bijna 90 procent van de werkgevers biedt medewerkers de mogelijkheid pensioen op te bouwen in de tweede pijler. Veel werkgevers hebben geen keuze, zij moeten verplicht deelnemen aan een bedrijfstakpensioenfonds (Bpf) binnen hun branche.

2. Steeds meer werkgevers bieden een pensioenregeling, ook startups en scaleups

Zo’n 11 procent van de werknemers bouwt geen pensioen op via de werkgever, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Dat betekent dat zo’n 766.000 van de in totaal 7,3 miljoen Nederlandse werknemers geen aanvullend pensioen heeft. In 2019 was dit nog 13 procent van alle werknemers. De zogenaamde witte vlek is dus gekrompen.

Het kabinet wil het percentage medewerkers zonder aanvullend pensioen zo klein mogelijk maken. In de Wet toekomst pensioenen staat dat de witte vlek eind 2027 gehalveerd moet zijn ten opzichte van 2019.

Vooral startups en kleinere bedrijven hebben vaak nog geen pensioenregeling. De eerste circa vijf jaar focussen zij namelijk vooral op ontwikkeling en groei van het bedrijf. Toch kan het lonen om al vroeg te beginnen, vertelt Graciella van Vliet van scaleup Closure in dit interview. Zij noemt het ‘achterhaald’ om te bezuinigen op pensioen en vertelt dat een zogenaamde ‘groeiregeling’ afsluiten makkelijker was dan gedacht.

Van Vliet: ‘Elk jaar bekijken we samen met Doenpensioen van a.s.r. of we deze groeiregeling kunnen uitbreiden tot we uiteindelijk een volledige pensioenregeling hebben. Dat helpt ons om nu al de mensen te vinden die we nodig hebben om door te groeien. Bovendien helpt het ons ze te houden. Sollicitanten zijn positief verrast dat een scaleup zo’n regeling heeft.’

3. Medewerkers die compensatie krijgen om zelf pensioen te regelen, doen dat meestal niet

Werkgevers die geen pensioenregeling hebben voor hun personeel, geven vaak extra salaris. Werknemers moeten dan zelf sparen in de derde pijler, maar vaak doen ze dat niet. In 2020 bouwde slechts 8 procent van de werknemers zonder pensioenregeling bij hun werkgever aanvullend pensioen op.

Ook digitaal marketingbureau Whello zag dat medewerkers hun extra salaris niet gebruikten voor pensioensparen, vertelt ondernemer Serge de Sousa. ‘Mensen kregen naast hun salaris een bedrag voor banksparen’, vertelt hij in dit interview. ‘Maar of ze dat nou uitgaven in de kroeg, voor een huis of voor hun oude dag, daar hadden we eigenlijk geen grip op. Dat betekent dus ook dat je het als medewerker behoorlijk verkeerd kunt doen, zonder dat je het doorhebt.’

Toen hij ontdekte dat de opstartkosten voor een collectieve pensioenregeling meevielen, stapte hij over op een tweedepijlerregeling van Doenpensioen van a.s.r.. ‘Als je vanaf het begin een pensioenregeling opzet, zijn de salarisstrookjes meteen goed’, vertelt De Sousa. Volgens hem is het bovendien aantrekkelijk voor nieuwe medewerkers. ‘Bij kleine, snelgroeiende bedrijven zijn veel dingen op hr-gebied niet zo goed geregeld. Je kunt je zo dus onderscheiden als werkgever.’

4. Een pensioenregeling is goedkoper dan een pensioencompensatie in het salaris

Het is voor werkgevers goedkoper om een pensioenregeling op te zetten dan extra loon te geven. Over salarissen tot 71.628 euro is de werkgever namelijk zo’n 20 procent sociale premies verschuldigd. Dat geldt niet voor de inleg in een tweedepijlerpensioen. Lees meer over hoe dat werkt.

5. Bedrijfspensioen is populair onder kleine werkgevers

Zo’n 70 procent van de organisaties heeft minder dan vijf medewerkers in dienst wanneer zij een bedrijfspensioenregeling afsluiten bij Doenpensioen van a.s.r. Verder bestaat meer dan de helft van de bedrijven minder dan zeven jaar voordat de ondernemer een pensioenregeling treft. Pensioen is dus lang niet alleen voor grote organisaties.

6. Werkgevers en werknemers verdelen de pensioeninleg vaak

Meestal dragen werkgevers en werknemers allebei bij aan de pensioenregeling. Het werkgeversdeel is meestal iets meer dan de helft van de inleg. Ook betalen werkgevers doorgaans alle kosten en premies voor aanvullende verzekeringen. Voor werkgevers met een pensioenregeling bij Doenpensioen geldt dat zij gemiddeld 150 euro per werknemer per maand bijdragen aan pensioen. Daarnaast betalen werknemers vaak een eigen bijdrage.

Maar er zijn ook werkgevers die geen eigen werknemersbijdrage vragen. Daarnaast mogen werknemers op vrijwillige basis extra inleggen via het brutoloon. Zo biedt een werkgever een flexibele pensioenregeling die een werknemer dus niets kost.

7. Een ‘goed pensioen’ is subjectief

Hoeveel heb je nodig voor een toereikend pensioen? Dat verschilt per persoon: de een wil luxe leven na zijn pensioen, de ander heeft juist aan minder inkomen genoeg. Een richtlijn voor ‘genoeg pensioen’ is 70 procent van je laatste bruto-inkomen. Bij een modaal salaris (42.236 euro in 2024) is dat een totale inleg (werkgevers- plus werknemersdeel) van ongeveer 330 euro per maand.

8. Werkgevers zonder bedrijfspensioenregeling hebben onterechte vooroordelen

Voor de meeste werkgevers zonder bedrijfspensioen geldt dat ze niet goed weten hoe het werkt. Bijna de helft van de werkgevers gelooft dat medewerkers beter zelf iets op kunnen bouwen, blijkt uit onderzoek van Bright Pensioen (2023). Maar slechts 5 procent van de werknemers die extra salaris krijgt voor pensioen spaart dit ook voor zijn oude dag.

Verder verwacht 34 procent van de werkgevers dat een bedrijfspensioen te duur is. Hierboven heb je gelezen dat dit niet zo hoeft te zijn en in dit artikel staan een aantal rekenvoorbeelden.

9. Pensioen is meer dan een potje geld voor later

Met een bedrijfspensioen geeft een werkgever zijn personeel niet alleen zekerheid voor later, maar ook voor onverwachte gebeurtenissen nu. Met een nabestaandenpensioen krijgen nabestaanden bijvoorbeeld inkomen als de medewerker overlijdt. In dit artikel lees je er meer over.

10. Pensioen is de belangrijkste secundaire arbeidsvoorwaarde

De belangrijkste reden voor de werkgevers om een pensioenvoorziening te hebben is ‘goed werkgeverschap’: 61 procent noemt dat als voornaamste reden (Bright Pensioen, 2023).

Deze aanname klopt: pensioen is aantrekkelijk voor sollicitanten. Uit diverse onderzoeken (Business Insider, Indeed) blijkt dat pensioen op nummer één staat als belangrijkste secundaire arbeidsvoorwaarde. Van de werkgevers die geen pensioenregeling hebben, geeft zelfs bijna de helft aan dat werknemers of sollicitanten om deze reden zijn afgehaakt.

‘Als pensioen goed is geregeld, helpt het je bij het vinden en behouden van personeel’, zegt ook pensioenexpert Nick Leben van Doenpensioen in dit interview. ‘Zeker op deze krappe arbeidsmarkt zullen ze eerder openstaan voor de concurrentie als je niets regelt. Werknemers verwachten het van je en de concurrentie heeft het vaak wel geregeld.’