Rabobank is een coöperatie met een algemene ledenraad, dat maakt besturen nèt even anders. Je moet namelijk rekening houden met de wensen van alle vertegenwoordigers van lokale banken. Dit is volgens Janine Vos ook direct een groot voordeel: ‘Je krijg zo veel mee van wat er leeft in de maatschappij en wat klanten belangrijk vinden’, vertelt ze.
De CHRO van Rabobank ziet haar organisatie dan ook niet alleen als groot geheel, maar juist als verzameling kleinere netwerken. ‘Die losse netwerken moet je samenbrengen met één centrale purpose. Het is belangrijk om zaken heel goed centraal te regelen én mensen het gevoel te geven dat ze ergens onderdeel van uitmaken en ergens aan bijdragen.’
Spanningsveld tussen lokaal en centraal
Vos is overtuigd van de kracht van de combinatie tussen lokaal en centraal. ‘Natuurlijk zitten daar spanningen tussen, maar die zijn goed. Er is niks mis met spanning.’
‘We zijn een bedrijf dat dicht bij de maatschappij staat, dus de lokale banken moeten wel voelen dat zij ook de klant vertegenwoordigen. Toch heb je maar één digitale app nodig, het zou toch raar zijn als je allemaal verschillende varianten had.’
Ik hoop dat door digitalisering tijd wordt vrijgemaakt voor creatieve processen, dingen die alleen mensen kunnen doen
De bank houdt geregeld de vinger aan de pols bij de leden. ‘Dat hebben we onlangs gedaan met ons coöperatieve convenant. Toen hebben we alle leden gevraagd naar de grote thema’s die er op dat moment voor hen speelden. Je ziet dan ook de kleine nuances. Dat soort voorbeelden vind ik echt heel mooi, je ziet dat de coöperatie ook heel levend is.’
Digitaliseren draait om menselijkheid
Centraliseren gaat vaak hand in hand met digitaliseren, zo ook bij Rabobank. Vos ziet dit niet zozeer als een bedreiging voor banen, maar juist als een kans. ‘Er is niets mis met digitalisering. Ik hoop dat er daardoor tijd wordt vrijgemaakt voor creatieve processen, dingen die alleen mensen kunnen doen. En ja, dat gaat met minder mensen, maar de mensen die daarbij zijn doen wel betekenisvol werk. Dat is voor mij de toekomst van werk.’
Volgens Vos kan deze digitale transformatie alleen plaatsvinden als de menselijke as goed is ingericht. ‘IT komt vanzelf wel, de vraag is of mensen daar wel mee willen werken. Voor alle 43.000 medewerkers betekent verandering iets anders, hoe ga je daarmee om? Ik denk dat je daarbij altijd begint met leiderschap. Wat wil je als leider uitstralen? Hoe professionaliseren we? Dat is heel belangrijk. Vervolgens moet je alle medewerkers betrekken, wat vinden zij belangrijk?”
Luisteren en signalen oppakken
Vos gelooft dat dit alleen kan wanneer je ècht luistert naar je mensen. Zo komen er soms medewerkers direct naar haar toe wanneer ze ergens mee zitten. ‘Ik ben me heel goed bewust van dat bij sommige mensen die me schrijven het water aan de lippen staat’, vertelt ze.
‘De manier waarop je daarmee om gaat is belangrijk. Hoe start je met je communicatie? Reageer je een week later of direct dezelfde avond? Die kleine dingen zorgen dat je een cultuur opbouwt. Iedereen maakt hele nare en hele mooie dingen mee in het leven. Als je daarmee om kunt gaan als bedrijf, kun je pas succesvol worden’.
Openstaan voor feedback
Het is hierbij noodzakelijk om open te blijven staan voor feedback. ‘Zo kreeg ik terug dat ik me te veel focuste op hoe vervelend de coronacrisis is voor jonge gezinnen. Dat anderen zich ook eenzaam voelen als ze alleen thuis zijn en het minder sociaal geaccepteerd is om dat uit te spreken. Ik ben juist heel blij als mensen daarmee komen. Het is heel belangrijk dat mensen je feedback geven en je daar wat mee doet.’
Toch heeft corona ook een positief effect gehad voor de medewerkers van Rabobank. Vos merkt dat de communicatie persoonlijker is geworden. ‘We zitten met ons bedrijf in 38 landen, maar in Nederland zijn we gewoon het grootst. Hiervoor werd dit een beetje gevoeld als “If you ain’t Dutch, you ain’t much”.
‘Nu is iedereen gelijk, we hadden één crisis die ons allemaal verbond, want Covid was overal. Binnen teams valt de hiërarchie weg, je ziet katten, honden en mensen met kinderen. Ik merkte ook dat het soms fijn is om moeilijke dingen met elkaar te bespreken in je eigen omgeving.’