Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Waarom je moet accepteren dat je niet overal goed in bent

Mensen die zichzelf accepteren, bezitten ook de durf om hulp te vragen. Daarin schuilt het geheim van goede samenwerking.

Een van leukste zaken in het leven is samenwerken. In combinatie met anderen word je krachtiger dan je ooit alleen zou kunnen zijn. En dat geldt niet louter bij het tillen van iets zwaars. Ook als mentale aspecten een grote rol spelen, maakt samenwerking ons krachtiger. Toch blijft het een hele klus om goed samen te kunnen werken. Het vraagt durf. Durf om te accepteren dat je zelf niet tot alles in staat bent. En daar zit vaak een enorme hindernis.

Hechten aan eigenwaarde

In onze samenleving wordt een grote waarde gehecht aan eigenwaarde (self-esteem). Ouders maken zich zorgen over hun kinderen als ze zich kwetsbaar tonen, of matige resultaten op school boeken. Je moet de beste resultaten halen op een zo hoog mogelijk schooltype. We moeten bij voorkeur allemaal omnipotent zijn en tonen dat we op eigen kracht in alles succesvol kunnen zijn.

Ook meer geluk?

Logisch, die aandacht voor eigenwaarde, want mensen met een sterke eigenwaarde blijken doorgaans gelukkiger, zij durven sneller moeilijke opdrachten te accepteren en blijven langer volhouden, ook als het risico van mislukking groot lijkt. Dat is al lang het geaccepteerde beeld, dat voortkomt uit onderzoek. Maar helaas blijkt het in diverse andere studies lastig te zijn deze voordelen van een sterke eigenwaarde te bevestigen. Tegenwoordig wordt er onderscheid gemaakt tussen expliciete en impliciete eigenwaarde. De expliciete eigenwaarde is dat wat we over onszelf vertellen, terwijl impliciete eigenwaarde blijkt uit het geautomatiseerde gedrag dat we tonen.

Beperking van expliciete eigenwaarde

Overtuigd zijn dat je een sterke eigenwaarde moet tonen om een goede indruk achter te laten, heeft een groot nadeel, zo stelt Dr. Russ Harris, in zijn boek 'The Happiness Trap'. De expliciete eigenwaarde, het verhaal dat je over jezelf hebt leren vertellen, maakt juist zeer kwetsbaar. Als de expliciete zelfwaardeerders goed en succesvol presteren, voelen ze zich goed over zichzelf, maar als de positieve resultaten van hun gedrag uitblijven, voelen zij zich direct slecht. En, nog belangrijker, de expliciete zelfwaardeerders hebben een matig vermogen tot zelfreflectie. Dus als succes uitblijft, onderwerpen zij zichzelf niet zo snel aan een kritisch zelfonderzoek.

Mindset achter de expliciete eigenwaarde

Mensen met een hoge expliciete eigenwaarde blijken minder goed in staat om te achterhalen wat er anders zou kunnen. Zij zijn tenslotte gewoon goed in alles. De mindset is grofweg als volgt: als je successen realiseert ben je goed, als successen uitblijven ben je slecht. In veel gevallen is dat niet zo profijtelijk voor de eigenwaarde. De dalende eigenwaarde laat nog een ander nadeel van de expliciet rondgetoeterde eigenwaarde zien. Als iemand in die negatieve mindset is beland, ontstaat ook minder bereidheid tot samenwerking. De samenwerking verloopt prima als de expliciete zelfwaardeerder zelf vindt dat hij of zij een cruciale bijdrage levert aan het groepsresultaat. Zodra het zelfoordeel daarover negatief is, zal het gedrag van de betrokkene eerder terughoudend zijn.

Eigenwaarde is een resultaat

Eigenlijk is expliciete eigenwaarde niets meer dan aangeleerde borstklopperij. In feite is de verkondigde eigenwaarde (expliciet) geen eigenwaarde. Eigenwaarde komt met ervaring. Merken dat je met bepaald gedrag effectiever bent en dat je met inzet dat gedrag steeds verder kan verbeteren, versterkt het impliciete gevoel van eigenwaarde. Eigenwaarde ontstaat dus uit ervaring en niet door maar te roepen waarin je succesvol bent.

Zelfacceptatie

Moeten we als dan maar leren onszelf minder waardevol te vinden? Zeker niet, maar een realistisch beeld over onszelf hebben, geeft de mogelijkheid om te werken aan zaken waarin we juist niet zo fantastisch zijn. Een sterke en gefundeerde eigenwaarde start bij het vermogen om te kunnen accepteren dat je (nog) niet overal goed in bent. Zo lijkt zelfacceptatie cruciaal voor het zelfvertrouwen. Mensen die zichzelf in alle aspecten durven te accepteren, bezitten ook de durf om hulp te vragen. En daarin schuilt het geheim van goede samenwerking. Teams waarin de leden elkaar om hulp vragen, erkennen impliciet dat ze niet alles alleen kunnen. Het versterkt de onderlinge band en maakt het ook waarschijnlijker dat anderen zien dat iemand hulp kan gebruiken.

Leidinggeven en elkaar helpen

Een leidinggevende een belangrijke bijdrage leveren aan de versterking van samenwerking in een team. Bijvoorbeeld door medewerkers op een constructieve wijze feedback te geven en hen zo te leren accepteren waar ze minder goed in zijn. Misschien nog wel belangrijker is dat je medewerkers moet leren dat teamleden elkaar helpen. Zoals dr. Michael Miller (hoofdredacteur van Harvard Mental Health Letter) het omschrijft: 'It’s more likely that self-esteem will come as a result of accurate self-understanding, appreciation of one’s genuine skills, and the satisfaction of helping others.'

Meer van Cees Schenk