Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Pas op als je ‘gezond verstand’ iets beweert

Veel managers vertrouwen op 'gezond verstand'. Maar gevoelens en gedrag zijn vaak even goede raadgevers, schrijft Cees Schenk.

Als er spanning bestaat tussen onze gevoelens, onze gedachten en ons gedrag, dan passen we meestal onze gedachten aan om de drie weer met elkaar in lijn te brengen. Je gedachten aanpassen is namelijk relatief het eenvoudigst. Maar daarmee is het nog niet de beste, zo blijkt vaak in de praktijk.

Stoerpraters

Eerst maar even iets meer over het denken. Ik ontmoet ze bij regelmaat, de ‘stoerpraters’. Mensen die weten hoe alles werkt en niet bereid zijn zich door emotie, of irrationele gedachten in de luren te laten leggen. Zij beroepen zich op hun gezonde verstand, waarmee ze bedoelen dat ze zindelijk en volstrekt logisch kunnen nadenken.

Denken, voelen, handelen

Helaas, dat gezonde verstand bestaat niet. Bij niemand. Hoe technisch gezond de hersenen ook mogen zijn, logisch en volstrekt rationeel denken is nauwelijks mogelijk. Van de drie facetten die ons leven besturen en allemaal samenkomen in onze hersenpan – de gedachten, gevoelens en het gedrag – is er niet één altijd op dezelfde wijze dominant. Dus ook het denken niet. De drie facetten beïnvloeden elkaar over en weer. Mocht je bijvoorbeeld iets al heel logisch met je gezonde verstand kunnen beredeneren, maar zitten daar wel spannende gedragsconsequenties aan, dan is het heel goed mogelijk dat je gedachten veranderen om dat gedrag te vermijden.

Angst of gêne

Gedrag dat je volgens je rationele gedachten zou moeten vertonen, maar dat je tegelijkertijd eng vindt, beïnvloedt je redeneringsvermogen. Een en ander gaat zo snel onder je hersendak dat je je de angst die de gedachten beïnvloedt, nauwelijks gewaar bent. Je beseft eigenlijk niet dat je tegen dat gedrag opziet. Wat er wel gebeurt, is dat de potentiële angst, of de gêne, er direct voor zorgt dat je gedachten veranderen. Je gedachten veranderen zodanig, dat de consequentie van de gedachten niet langer leidt tot het moeten vertonen van gedrag waar je feitelijk tegenop ziet.

Hoog van de toren

Logisch beredeneerd lijkt het fijn dat dit mechanisme zo werkt. We zadelen onszelf daardoor niet op met al te spannende opdrachten. Maar helaas zitten er ook nadelen aan het mechanisme. De samenhang tussen denken, voelen en handelen werkt namelijk alle kanten op. Stel: je bent iemand die altijd hoog van de toren toetert dat alles met gezond verstand beredeneerd moet worden en dat alleen zwakkelingen zich laten leiden door hun emoties. En dan kom je plots voor een situatie waar je feitelijk heel erg tegenop ziet. Om je opvattingen en je gedrag met elkaar in lijn te houden, negeer je dan je emoties. Ondanks de spanning op de achtergrond, doe je wat je ‘gezond verstand’ zegt dat moet gebeuren. Dat kan vast geen kwaad, denk je.

Stresshormonen

En het klopt: een keertje iets spannends doen kan zeker geen kwaad. Maar dit proces steeds maar weer moeten volgen kan je op den duur slopen. Spanning is – net als inspanning – een fysiek proces. Spanning negeren heeft op den duur hetzelfde effect als eindeloos inspanning leveren en nooit de tijd nemen om te herstellen: de stresshormonen stuiteren door je lijf en putten je zo uit dat je prestatievermogen wordt aangetast. Je merkt dit het eerst aan kleine geheugenprobleempjes. Waar heb ik mijn sleutels gelaten? Daarna wordt plannen lastiger en lijken complexe vraagstukken steeds moeilijker goed te doorgronden. Kortom: je ‘gezonde verstand’ begint haperingen te vertonen.

Denken, voelen en gedrag in lijn

Dit soort mechanismen, dat we allemaal hebben, kun je het beste doorbreken door alle actie te vertragen en je bij regelmaat af te vragen of datgene dat je beweert ook in lijn is met dat wat je ervaart (voelt) en of je je beweringen ook gestand durft te doen als er actie van je gevraagd wordt (gedrag). Want alleen als denken, voelen en gedrag met elkaar in overeenstemming zijn, kun je ze ook effectief gebruiken.

MEER VAN CEES SCHENK?