Managerbashing: we kennen het zo langzamerhand wel. Een populistische volkssport; begonnen door Geert Mak met zijn Raiffeisen-lezing (2004). Inmiddels uitgegroeid tot favoriet potje zwartepieten door een slag tweederangs intellectuelen. Die nog nooit een grote organisatie van binnen hebben gezien. Lees de argumenten die collega Peter Boerman er tegenover stelt in het nieuwe nummer van MT dat vandaag uitkomt. De overheid legt de meest draconische bezuinigingen aan de zorg en het onderwijs op, en alles wat vervolgens misgaat ligt aan – de managers.
Tja. Een zondebokje op zijn tijd is nooit weg.
Maar we moeten ook aandacht besteden aan het friendly fire. Managers liggen ook onder vuur uit eigen hoek, door wat geschreven staat in managementboeken, verkondigd wordt op congressen etc.etc. Overal waar het klassieke onderscheid tussen managers en leiders wordt besproken. U kent Peter Druckers: ‘Management is doing the things right, leadership is doing the right things.’
Ondertoontje
Niet bij Drucker, maar elders sijpelt daar vaak een denigrerend ondertoontje in door. Managers zijn de regelneven, procedurevolgers, controleurs. Om niet te zeggen: de leemlagen, cijferneukers, hindermacht. De mensen die iedereen de hele dag voortdurend op de vingers kijken. Angsthazen, heten ze op internet. Maar dan de leiders! Zij zijn de inspiratoren, visionairs, roergangers met hun blik op oneindig en hun vaste hand om de helmstok. Ze hoeven niemand op de vingers te kijken, want hun mensen doen niets liever dan uit eigen beweging achter ze aan rennen.
Het romantische ideaal van de geboren leider is wetenschappelijk al lang achterhaald, maar toch heeft het nog veel supporters. Leiders zouden een bijzonder slag mensen zijn, die de inborst hebben om anderen tot grootste daden te brengen. De Obama’s en Mandela’s. Een soort betovering is in het spel, ze kunnen er zelf ook niks aan doen. Als peuter kropen de andere koters al achter hun luier aan, bij wijze van spreken.
Verantwoordelijkheden
Het blijft kennelijk een aantrekkelijk idee dat er iemand is die verder kijkt, beter denkt en kloeker beslist dan ieder ander, en waar we onszelf aan kunnen toevertrouwen. Vooral onder mensen die geen zin hun eigen verantwoordelijkheden hebben, is het een hele troost. Maar de vraag waarom sommige mensen leiden en anderen volgen, is veel prozaischer. Zodra iemand als aanvoerder voor een groep wordt gezet, gaat de magie vanzelf aan het werk. Zonder dat dat ook maar iets met zijn of haar kwaliteiten te maken heeft. De ondergeschikten zijn afhankelijk geworden (bijvoorbeeld voor hun salaris en promoties), en gaan met andere ogen naar hun leider kijken. Zoals uit onderzoek blijkt gaan ze hem of haar aardiger vinden en meer om zijn of haar grapjes lachen. Ze schatten hun leiders hoger in. Als de leider zegt: we slaan linksaf, denken ze: goed idee! Wat een bolleboos!
Terwijl de leider denkt: 'Ik moet toch wat zeggen?'
Het allerbeste instrument waarmee leiders hun volgers bezielen en inspireren is de zelfdeceptie van de laatstgenoemden. De grap daarbij is dat het wérkt. Mensen trappen erin, niet in de laatste plaats de leiders zelf, die ook gaan denken dat ze geweldig zijn.
Maar de managers…
Terwijl de leiders op hun voetstuk van de adoratie staan te genieten, zijn de managers bezig het werk te organiseren. En dat wordt steeds crucialer. In sterk afgeslankte organisaties waar het werk is uitbesteed naar een ver land, of wordt gedaan door zzp’ers in flexibele schillen, of door flexwerkers vanuit hun Het nieuwe werkplekken, is het aan die managers om de razend gecompliceerde regie in de hand te houden. Schaken op 5 borden tegelijk. Alles just-in-time. Managers zijn de afgelopen decennia alleen maar belangrijker geworden.
Dat zurige respectievelijk bewonderende toontje voor managers en leiders moet nodig worden omgedraaid. Zelfs bij kenniswerkers (waaraan je het leidinggeven volgens Mathieu Weggeman vooral moet nalaten) is er toch echt iemand nodig die hun werk op elkaar afstemt. Die zorgt dat als de een klaar is, iemand anders met zijn output verder kan. Dat kan alleen een manager doen.
@Plonk deelt uit
+ Hard buffelen terwijl ze nationale pispaal zijn
+ Worden steeds belangrijker in moderne organisaties
Cijfer: 8
Terwijl diezelfde kenniswerkers beseffen dat de leider ze weinig te bieden heeft. Ze weten zelf wel wat ze met hun werk willen bereiken, en hoe ze het moeten uitvoeren. Ze weten zelf waar ze met die helmstok heen willen. Die zelfdeceptie, daar tuinen ze niet meer in.
Leiderschap is echt niet meer van dit millennium. De managers worden de nieuwe helden.