Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Kunnen we nu echt leren van wolven?

Op zijn vorige column over wolven kwam kritiek. Klopt dat fraaie plaatje over de sociale dieren wel? Het doet er eigenlijk niet toe, want de wolvenmetafoor blijft leerzaam, stelt Marcel de Rooij.

Foto: Getty Images

In het najaar schreef ik op deze plek over wat we allemaal kunnen leren van wolven. Dat in een roedel de zwakkeren voorop lopen, bijvoorbeeld, met een clubje waakzame krachtpatsers in de buurt. En dat de leider de rijen sluit, zodat de hele troep bij elkaar blijft. Hoewel ik dit beeld al met enige terughoudendheid presenteerde, lokte het toch veel reacties uit. Klopt dat fraaie wolvenplaatje wel?

Geprikkeld door het idee van de wolf als lichtend voorbeeld, las ik onlangs het boek ‘De Wijsheid van wolven’ van de Duitse Elli H. Radinger. Deze vrouw zei de advocatuur vaarwel voor een loopbaan als wolvenonderzoeker. Gewoon omdat ze haar hart wilde volgen en haar energie naar eigen zeggen niet langer wilde verspillen aan misdrijven, huurgeschillen en echtscheidingen.

Natuurlijke autoriteit

Lees dat boek, zou ik willen zeggen. Er staan prachtige staaltjes wolvenwijsheid in die ons als tweebenige leiders aan het denken kunnen zetten. Het meest in het oog springt wellicht het feit dat wolven alles inzetten op ‘samen’. “Het grondbeginsel van […] roedelleiders is om de familiegroep bij elkaar te houden en één te maken […]”, concludeert Radinger na vele jaren veldonderzoek. “Doorgewinterde leiderdieren hebben het [daarbij] niet nodig om de anderen continu te overheersen, omdat ze natuurlijke autoriteit uitstralen.”

Een andere interessant observatie is dat de roedelleiding gevoerd wordt door een leiderpaar, dat levenslang bij elkaar blijft. Samen nemen ze de beslissingen, maar wanneer het écht spannend wordt, neemt de wolvin de leiding.

In diezelfde categorie van verfrissende perspectieven valt het diepe respect dat oudere wolven in de roedel ten deel valt. Wolven maken dankbaar gebruik van de ervaring en wijsheid van de oudere groepsleden. Die kunnen dan weliswaar niet meer zo hard rennen, maar herkennen soms tactische mogelijkheden (bijvoorbeeld  voor de jacht) die de jongere wolven niet hadden gezien. Hoe anders kijken wij vaak tegen onze ‘ouderen’ aan: ‘Wat moeten we met die 55-plussers? Hoe zorgen we dat ze de eindstreep halen?’

Spelen is leren

Radinger haalt ontdekkingsreiziger en onderzoeker Jacques-Yves Cousteau aan om het belang van spelen te onderstrepen: ‘Spelen is een activiteit die je nooit serieus genoeg kunt nemen’. Wolven praktiseren plezier met grote toewijding. Ze spelen verstoppertje en tikkertje, roetsjen van ijshellingen af en voetballen met sparappels. Door spelen en rolwisselingen leren wolven omgaan met praktische en sociale situaties. En het versterkt de onderlinge banden. Die belangrijke functies van spelen vergeten wij nogal eens. Bovendien is het ook gewoon leuk.

Eén laatste voorbeeld dan nog. Elke wolf is verantwoordelijk voor de roedel als geheel. Ontstaat er ergens een conflict of gedoe, dan grijpt de wolf die het dichtst in de buurt is, in. Een vorm van gedistribueerd leiderschap, wat volwassener en flexibeler is dan onze traditionele verdeling van de leiderschapsrollen.Maar al met al: of dat plaatje van de wolvenroedel nou precies klopt of niet, ik blijf erbij dat we van wolven heel wat kunnen leren.