Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Bob krijgt nieuwe inzichten dankzij sociale media

Bob is divisiedirecteur van een groot concern. Hij doet zijn best. Deze keer zorgen sociale media voor nieuwe inzichten.

VAN Annejet
AAN Bob
ONDERWERP Pas op voor twitterende collega’s

Hoi Bob,
Doe jij aan twitter? Vast niet. Volgens mij ben jij nog zo’n manager die net toe is aan 1.0. Grapje, Bob! Maar wat geen grapje is: diverse van onze medewerkers blijken actieve twitteraars te zijn, ook tijdens werktijd, wat al niet de bedoeling is, maar ze twitteren ook nog eens óver het werk. In potentie een substantiële bedreiging, zou ik zo zeggen.
Kortom: moet daar niet heel snel een stuk beleid op komen, Bob? En volgende vraag: hoe schakelen we dit stuk beleid dan snel door binnen onze organisatie vooraleer er echt ongelukken gebeuren? Ik denk zelf steeds meer aan een projectgroep ‘sociale media-regulering’.
Annejet

Hoi Annejet,
Nou, zo’n digibeet ben ik nou ook weer niet, hoor. Ik weet best wat twitteren is. Dat is dat je razendsnel doorgeeft aan andere twitteraars dat je net een vliegtuig of zoiets hebt zien neerstorten, toch? Mooi medium, vind ik. Hoezo kan dat volgens jou schadelijk zijn? Het zijn toch allemaal vriendelijke mensen, die twitteraars?
Bob

Bob,
Laat ik je even uit de droom helpen. Ik citeer even een twitter van een medewerker van onze afdeling Marketing, van Mark, je weet wel: die jongen die altijd maar klaagt over te veel werk. ‘Zit al een uur uit mijn neus te vreten. Lekkurhhh!’ En dan twittert Laura, die nota bene twee bureaus van hem vandaan zit: ‘Ik volg je. Inderdaad, lekkurhhh zeg! Hmmm…’ Nou, dat soort dingen dus.
Annejet

Annejet,
Wat kinderachtig zeg. Dat verwacht je toch niet van mensen met een academische opleiding? Maar moeten we daar nu echt meteen een projectgroep op loslaten? We hebben nog zo afgesproken om dit jaar wat zuinig te zijn met projectgroepen.
Bob

Bob,
Onderschat dit niet! Hier, nog eentje, van Esther, die blonde van Sales waar jij zo gek op bent: ‘Neuspeuteren? Ik weet wel leukere plekken. Hmm…’ Dit kán toch niet. Noem het anders een adviescommissie, dan blijft het aantal projectgroepen gewoon gelijk.
Annejet

Annejet,
Ja, een adviescommissie in plaats van een projectgroep, dat is een perfecte oplossing. En misschien moeten we ook even nagaan of er op Sales en Marketing geen sprake is van overbezetting. Ik krijg niet het idee dat ze het daar druk hebben.
Bob

Bob,
Je begrijpt volgens mij de impact van sociale media nog niet helemaal. Laat ik het zo uitleggen: eerst lezen een paar mensen iets, dan wat meer mensen, dan nog veel meer mensen, tot het er een héleboel zijn en die héleboel mensen denken straks dat dit bedrijf bevolkt wordt door een stelletje pubers die zich de hele dag zitten te vervelen. En vergeet niet, Bob: het houdt niet op bij twitter. Gisteravond kwam ik Johan tegen op Facebook. Dan zie je staan bij hobby’s: ‘YouTube-filmpjes met collega’s uitwisselen! Vet!’ Die man is 52! En er staat ook nog bij dat hij hier werkt! Noemt hij dat werken? Ander voorbeeld: Ronald. Jaja, meneer heeft econometrie gestudeerd en weet alles van curves af. En wat doet hij tijdens werktijd? Dan maakt meneer stiekem o zo lollige fotootjes van zijn vrouwelijke collega’s en plaatst ze op Facebook. En dan staan er dingen bij als: ‘Dit is de achterkant van mijn collegaatje Irene. Wij econometristen noemen dit the perfect curve.’
Annejet

Annejet,
Ja, ik begin langzaam in te zien dat we hier qua bedrijfsvoering in potentie wel van doen hebben met een probleem. In dat geval denk ik toch, ondanks ons eerdere voornemen, aan een echte projectgroep die de bedreigingen in kaart brengt. Maar misschien ook de kansen? Ik lees overal dat bedrijven op die sociale media aanwezig móeten zijn, dat je daar geloof ik je bedrijf als vriend kunt positioneren. Of begrijp ik dat nu verkeerd?
Bob

Wekelijks de nieuwsbrief van Werk en Leven ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Bob,
Dat begrijp je goed, maar dat is weer een ander verhaal. Misschien moeten we daar ook een projectgroep op zetten, of een adviescommissie. Mensen genoeg. Dankzij die sociale media weten we nu dat we zat werknemers hebben die niks te doen hebben. Hé Bob, is dat een idee? Dat we sociale media gebruiken als reorganisatie-tool? Onder het motto: als je tijd hebt om te twitteren, hyven, facebooken, youtuben en linkedinnen kun je er vast wel wat werk bij hebben. En als dat werk er niet is: ga dan lekker thuis zitten met je sociale media.
Annejet

Annejet,
Tjee zeg… Dus dan kunnen we voortaan de werkdruk van onze mensen meten aan de hand van hun socialemediagedrag? Zonder McKinsey erbij te hoeven halen? Geweldig! Werk jij dit even uit in onze nieuwe projectgroep?
Bob

Meer Bob de manager?

Waarom ik DEI niet van onze website haal – en andere ceo’s dat ook niet zouden moeten doen

De snelheid waarmee Amerikaanse bedrijven hun diversiteitsbeleid afbouwen, is ronduit verontrustend, vindt Charlie MacGregor, ceo van hotelketen The Social Hub. Los daarvan is het ook gewoon onverstandig. ‘Al die organisaties wil ik een simpele vraag stellen: hoe denk je klanten aan te trekken als je geen diverse teams hebt?’

charlie macgregor the social hub diversiteit inclusie beleid
Charlie MacGregor, ceo van The Social Hub: 'Ik hoop - en denk - dat veel bedrijven gewoon aan het 'Trump-washen' zijn.'

Terwijl de wereld om ons heen razendsnel verandert, wil ik graag stilstaan bij iets dat ik moeilijk te bevatten vind. De snelheid waarmee grote Amerikaanse bedrijven hun DEI-beleid afbouwen, is ronduit surrealistisch en verontrustend om te zien.

Als oprichter en ceo van The Social Hub vraag ik me af wat dit eigenlijk over ons zegt.

Ik moet er meteen bij zeggen dat ik dit schrijf vanuit een bevoorrechte positie. Ik ben een witte, heteroseksuele en valide man, ik heb een opleiding kunnen genieten en een fijne opvoeding gehad. Mijn hele leven lang heb ik kunnen profiteren van de voordelen die onze samenleving biedt.

‘Anti-waarden’

Laten we eens kort stilstaan bij wat het acroniem DEI eigenlijk betekent: Diversiteit, Gelijkheid en Inclusie. Laat die woorden even op je inwerken. En stel je dan voor wat het betekent als je dit niet steunt, als je juist het tegenovergestelde nastreeft: Uniformiteit, Ongelijkheid en Uitsluiting.

Het is toch ondenkbaar dat je anno 2025 in de westerse wereld een team zou willen leiden op basis van die ‘anti-waarden’ – zeker als je een breed en internationaal publiek probeert aan te spreken.

Lees ook: Diversiteit staat onder druk: nu komt de echte test voor leiders

DEI kreeg momentum als een gezamenlijke reactie op de moord op George Floyd in 2020, door een witte politieagent, midden op de dag en vastgelegd op camera. Het onweerlegbare bewijs vormde de aanleiding voor de Black Lives Matter-protesten die zomer en ontketende een golf van steunbetuigingen voor meer diversiteit, gelijkheid en inclusie.

Samen met de bredere bewustwording die de MeToo-beweging had gebracht, kwam een pijnlijke waarheid naar boven. Een waarheid zo oud als de mensheid zelf: onze samenlevingen en economieën zijn geen gelijk speelveld. Ze bevoordelen structureel een bepaald type mens: de witte, heteroseksuele man. Mensen zoals ik, dus.

Succesvoller en winstgevender

Het was een kantelpunt dat de Amerikaanse mythe – hard werken is de weg naar succes – ontkrachtte. In plaats daarvan werd pijnlijk duidelijk hoe diepgeworteld de systematische ongelijkheid is. Het bood de wereld een uniek moment van zelfreflectie.

Al in juni 2020 publiceerde het World Economic Forum een DEI-toolkit voor bedrijven. Wat me vooral opviel, was dat daarin niet alleen het morele belang werd benoemd, maar ook het zakelijke. Dat is geen hogere wiskunde. De wereld ís divers.

Bedrijven die een inclusieve werkcultuur creëren en het volledige potentieel van menselijke diversiteit benutten, zijn succesvoller. Dat blijkt ook uit de cijfers: uit een onderzoek van McKinsey blijkt dat bedrijven met een divers managementteam tot 39 procent winstgevender zijn dan organisaties zonder.

Lees ook: ‘Trumps oorlog tegen ‘woke’ is precies wat diversiteit nodig heeft

Bij The Social Hub bedienen we een wereldwijd klantenbestand. Net als de vele S&P 500-bedrijven die hun DEI-beleid inmiddels aan het terugdraaien zijn. Aan die organisaties wil ik een simpele vraag stellen: hoe denk je die klanten aan te trekken als je geen diverse teams hebt? Teams die de mensen aan de top kunnen helpen om de wensen, behoeften en uitdagingen van groepen met een andere achtergrond dan zijzelf te begrijpen? Groepen die, als je ze optelt, de meerderheid vormen?

Balans vinden die werkt

Een veelgehoord argument is dat DEI ‘te ver is doorgeschoten’. En ja, er zijn extremen aan de linkerkant die intimiderend kunnen zijn. Maar het is aan ons – mijn collega-ceo’s – om hierin een balans te vinden die werkt voor zowel onze mensen als onze bedrijven.

Want voor mij zijn een divers personeelsbestand en een eerlijk en inclusief personeelsbeleid vanzelfsprekend. Wij willen en hebben een divers team; we geven iedereen gelijke kansen en doen ons best om alle medewerkers zich welkom en gezien te laten voelen. Dat is tenslotte precies wat we ook elke dag doen voor onze gasten.

Lees ook: Nederlandse bedrijven gaan niet mee in Trumps oorlog tegen DEI

Onze hubs zijn veilige, gastvrije plekken voor iedereen. Ons hotel in het centrum van Amsterdam was tijdens Pride bijvoorbeeld de officiële Pride Hub, al onze locaties hebben genderneutrale toiletten en ons netwerk van ambassadeurs bestaat uit mensen met diverse achtergronden, waarvan velen tot LGBTQIA+-gemeenschap behoren.

Daarnaast ben ik bijzonder trots op onze TSH Talent Foundation, waarmee we ‘changemakers scholarships’ aanbieden: huisvesting en ontwikkelingskansen voor briljante maar kansarme studenten, die we willen helpen hun potentieel te benutten. Afgelopen herfst werd onze inzet beloond toen we een B Corp werden, een enorme mijlpaal voor ons.

‘Trump-washen’

Ik ben van nature een superoptimistisch persoon, dus een groot deel van mij hoopt – en denkt – dat de grote internationale bedrijven die het mes in hun diversiteitsbeleid zetten gewoon aan het ‘Trump-washen’ zijn: een oude, witte, mannelijke bullebak tevreden houden door die drie letters van hun websites te halen, maar ondertussen geen echte anti-DEI-acties ondernemen.

Maar ik kies ervoor het anders te doen. Ik sta er trots voor: wij steunen DEI. Als je het mij vraagt, is dit de enige weg.