Leiderschap is een ongelooflijk veeleisende baan. Die stoere titel, je hogere salaris, bonussen en andere perks zullen de offers die je moet brengen nooit compenseren. Met die waarschuwing begint Adam Bryant, partner van ExCo Group en auteur van drie boeken over leiderschap, zijn net verschenen boek The Leap to Leader.
Waarom wil je die leiderschapsrol?
Vraag je dus eerst af waarom je die leiderschapsrol wil oppakken. Is het voor de macht, de privileges of het geld, vergeet het dan maar. Dan sluit je je aan bij het leger van slechte bazen, en dat is al groot genoeg, vindt hij.
Heb je serieuzere motieven, dan neemt Bryant je graag mee de carrièreladder op: van manager naar de top. Hij geeft je een lading praktische tips, afkomstig uit zijn eigen praktijk voor leiderschapsontwikkeling, maar ook uit interviews met heel veel ceo’s.
Voor MT/Sprout selecteren we uit zijn boek vier tips waarmee je in je nieuwe leiderschapsrol niet meteen overweldigd raakt.
#1 Laat geen aapjes bij jou parkeren
Weet je dat je veel tijd kwijt bent aan het dealen met emoties. De één wil meer bevestiging, de ander voelt zich genegeerd, de volgende wil zijn of haar terrein beschermen en dan zijn nog de mensen die van alles oneerlijk vinden. En ze kloppen allemaal bij jou aan.
In elke leiderschapsrol proberen mensen je voor hun karretje te spannen. Ze vragen je hun problemen op te lossen, om hun werklast te verminderen… Het bekende aapje op hun schouder. Zorg ervoor dat ze dit aapje niet bij jou parkeren.
Empower je mensen, coach ze zodat ze hun werk doen. Stel vragen waarmee ze zelf aan de slag moeten: heb je er zo al een keer over nagedacht? Misschien kan die collega je helpen? Heb je meer middelen nodig? Kan ik enkele drempels voor je weghalen? Als ik hier nu niet was, wat zou je dan doen?
Of stel de regel in dat mensen alleen mogen aankloppen wanneer ze al oplossingen kunnen voorstellen. Natuurlijk zul je wel degelijk problemen moeten tackelen, maar dat zijn dan de problemen waar alleen jij de juiste beslissing voor kan nemen.
Lees ook: 8 valkuilen in het leidinggeven aan voormalige collega’s
#2 Maak een gebruiksaanwijzing
Iedereen heeft zijn of haar voorkeuren, ergernissen en eigenaardigheden, en die heb jij dus ook. Maak een korte gebruiksaanwijzing over wat jouw mensen over jou moeten weten. Doe het met de intentie dat mensen je beter zullen begrijpen. Zodat ze weten hoe jij graag met anderen samenwerkt.
Waar kan jij echt niet tegen? Slecht nieuws lang wegmoffelen bijvoorbeeld. Of twintig mensen in kopie zetten in elk mailtje, taalfouten laten staan in PowerPoints of naar de anderen wijzen als er iets fout loopt.
Wat wordt er vaak verkeerd begrepen bij jou? Die frons is niet omdat je boos bent, maar omdat je aan het nadenken bent. Je bent wat kortaf op maandag, omdat je spierpijn hebt van het voetballen. Je komt vaak te laat voor een presentatie, maar dat is niet omdat het je geen bal interesseert.
Wat is de beste manier om met jou te communiceren? Liever met korte e-mailtjes dan lange epistels als dat kan. Feedback geven is oké, maar niet op vrijdagmiddag. Je houdt van mensen die kritische vragen stellen, maar liefst tijdens de vergadering en niet na afloop.
Zo’n gebruiksaanwijzing voorkomt heel wat misverstanden in het begin. Bovendien maakt dit je als leider een stuk voorspelbaarder. Dat geeft rust. Zo kan iedereen zich focussen op zijn of haar werk. Ze hoeven zich niet af te vragen wat er met je aan de hand is of wat ze fout hebben gedaan.
The Leap to Leader: How Ambitious Managers Make the Jump to Leadership is geschreven door Adam Bryant. Het boek is onder meer te bestellen bij managementboek.nl.
#3 Deel het scorebord
Als leider stel je niet langer je eigen carrière of je eigen bijdrage voorop. Je speelt voor het team, niet voor jezelf. Je hoeft je eigen scores dus niet bij te houden. Deel dat scorebord vanaf het eerste begin.
Focus op het succes van je team. Geef je team alle eer. Zet jezelf, zelfs bij uitdelen van awards en andere dingen waar je misschien dol op bent, op de achtergrond. Met geven in plaats van nemen, creëer je een beweging waarin steeds meer mensen jou willen helpen. En jij hen natuurlijk.
Zit je ego toch nog een beetje in de weg, oefen dan met zinnen zoals: ‘hoe kan ik helpen om jou succesvol te maken’.
#4 Focus op Picasso
Maak vooral geen ranglijstjes met prioriteiten, ook al stapelen de problemen zich op. Wat is het beste voor het bedrijf, daar gaat het om. Is de strategie duidelijk, dan vind je daar telkens opnieuw terug wat de prioriteiten voor jou zijn.
Focus op het belangrijkste. Beperk je tot één Picasso per dag. Je beslist ‘s ochtends wat die dag jouw enige meesterwerk zal zijn. Je kunt uiteindelijk maar één ding tegelijk goed doen. Kijk ‘s avonds nog even terug op je Picasso. Is het werk geslaagd, dan slaap je een stuk beter.
Laat je al evenmin overvallen door mensen die aan je bureau staan met een dringend probleem. Jij bepaalt namelijk de urgentie van een probleem, niet zij. Dat helpt vooral tegen mensen die bij van alles en nog wat brand roepen om zichzelf belangrijker te maken.
Houd ook je agenda in de gaten. Mensen claimen rustig een uur voor het bespreken van een probleem. Vaak kan dat ook in een kwartier. Laat ze dus kortere vergaderingen inplannen. Dan moeten mensen wel sneller tot de kern komen (en zich dus beter voorbereiden). Zo win je weer tijd.
Lees ook: Waarom managers niet altijd gelukkig zijn met hun promotie