Vrijwel iedereen kent Dropbox, maar het zakelijk gebruik in Europa kan nog groeien. Aan Mark van der Linden om dat vanuit Londen voor elkaar te krijgen.
Als net afgestudeerde zette Mark van der Linden met drie anderen een internetbedrijfje op: MLVG. Hij was de L. Na de verkoop aan Lost Boys twee jaar later, volgde een lange loopbaan, die hem uiteindelijk in Londen deed belanden, waar hij nu Dropbox aan de man brengt bij de zakelijke gebruiker. Van der Linden (43): ‘De groei hier is heel leuk om mee te maken.’
Hoe ben je in Londen terechtgekomen?
‘Ik werkte bij Google in Amsterdam. Toen vroegen ze me op een gegeven moment om naar Londen te komen, om daar het team te gaan leiden. Na ongeveer een jaar kreeg ik toen een mysterieus telefoontje. Ik was nog lang niet op zoek naar iets anders, maar ben toch eens gaan praten. Zo ben ik bij Dropbox terechtgekomen. Ik werd getriggerd door een bedrijf dat meer early stage is, waar ik from scratch kon beginnen.’
Na ongeveer een jaar kreeg ik toen een mysterieus telefoontje'
Van een behoorlijke organisatie naar een in Engeland beginnende. Hoe was dat?
‘We zijn een start-up in een start-up. Dropbox is pas 8 jaar oud, de organisatie hier in Londen net een jaar dus. Toen ik begon, hadden we niet meer dan een landing team, 2 à 3 man. We publiceren geen individuele breakdown, maar nu zijn het er echt tientallen, de groei gaat heel hard. Dat is heel leuk om mee te maken.’
Hoe hard gaat het dan ongeveer?
‘Toen ik hier begon had al 1 op de 4 Britse internetgebruikers Dropbox geïnstalleerd. Inmiddels is dat 1 op de 3. Wat begonnen is als typisch Amerikaanse start-up wordt ook steeds internationaler: bijna 75 procent van onze gebruikers zit momenteel buiten de VS. Het gaat steeds sneller, het ‘network effect’ werkt echt, en de snelheid ervan verrast me steeds weer. Reden om hier ook een landenorganisatie te openen, is de enterprise-kant, de zakelijke gebruiker, bedrijven met meer dan 1.000 medewerkers. Voor hen is het belangrijk om ook lokaal support te kunnen leveren. Ierland en Groot-Brittannië zijn voor veel Amerikaanse bedrijven de op één na grootste markt. Dat geldt voor ons ook. Eind april hebben we een groot evenement, waarop we weer veel nieuwe dingen willen aankondigen.’
Het gaat steeds sneller, het ‘network effect’ werkt echt, en de snelheid ervan verrast me steeds weer'
Helpt het dat jullie als consumentenproduct zo bekend zijn? Of is het ook een nadeel?
‘Het heeft zowel voor- als nadelen. We hebben wereldwijd 400 miljoen gebruikers, die samen 2,8 miljard connecties bezitten. We zijn het grootste collaboration-netwerk ter wereld. Dat betekent dat we de standaard, de category leader, aan het worden zijn. De Xerox op het gebied van cloud-opslag, zeg maar. Al die gebruikers hebben dropbox allang meegenomen op hun mobiele devices, óók de zakelijke markt op. Dat is natuurlijk een voordeel.
Maar omdat we zo bekend zijn en in eerste instantie begonnen zijn als consumentenproduct is het belangrijk om uit te leggen aan grote bedrijven dat onze beveiliging heel erg goed is, vaak veiliger dan gebruik maken van eigen servers. Al gaat dat uitleggen steeds makkelijker, hoor. Als we bij bedrijven aankloppen, kunnen we zeggen: kijk, zoveel mensen hier gebruiken al Dropbox. Kunnen we eens praten over wat er zakelijk mogelijk is? Gebruikers laten wennen hoeft niet meer. Die race is meestal al gelopen.’
Gebruikers laten wennen hoeft niet meer. Die race is meestal al gelopen’
Hoe ziet je werkweek eruit?
‘Ik besteed denk ik 1/3 van mijn tijd aan het naar klanten toe gaan, 1/3 aan de interne organisatie en 1/3 aan werving van mensen. En ik sta ook de analisten en de pers te woord.’
Als Nederlander in dienst van een Amerikaans bedrijf ben je gevraagd een Britse organisatie op te zetten. Wat maakt je daarvoor geschikt?
‘Kennis van de lokale markt is belangrijk, denk ik. En het scheelde dat ik hier al zat. Wat het precies is dat Nederlanders het goed doen in het buitenland, is moeilijk te zeggen. Ik ben er hier in Londen in elk geval al best veel tegengekomen. Wat hier gewaardeerd wordt als mogelijk typisch Nederlands, merk ik, is transparantie en een niet of in elk geval minder hiërarchische benadering.
Wat hier gewaardeerd wordt als typisch Nederlands, merk ik, is transparantie en een minder hiërarchische benadering'
Als ik terugkijk op wat ik het afgelopen jaar zelf geleerd heb, is dat je hier niet zo direct moet zijn als in Nederland. Hiërarchie is hier ook nog belangrijk. En wat ik zelf een verademing vind: als je hier voor de bus of het vliegtuig staat te wachten, sta je echt in de rij. Er zal niemand voordringen. Dat beleefde van de Britten leidt natuurlijk ook tot keeping up appearances, en dat was in het begin best wel even wennen. Maar inmiddels heb ik het hier prima naar mijn zin.’
>> Bekijk de complete lijst van 100 Wereldmanagers van 2016
Of lees de eerdere interviews:
- Johan Uittenbogaard: 'Om er te wonen vind ik Nederland nogal saai'
- Mark Venema (PepsiCo): 'New York kan transactioneel en koud zijn'
- Anke Huiskes (PebbleWatch): 'Wees in Silicon Valley niet te bescheiden'
-
René Bonvanie (Palo Alto Networks): 'Onze doelen waren belachelijk agressief. Maar we halen ze allemaal'
Vraag een gratis proefnummer aan
Dit interview verscheen (bewerkt) ook in de meest recente papieren editie van Management Team, die in het teken staat van de lijst van 100 'wereldmanagers', Nederlandse topmanagers in buitenlandse dienst. Ben je nog geen abonnee? Vraag deze editie dan hier aan als gratis proefnummer!
