Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Duitse premiumauto’s: duur is goed

En dat is drie: maandag maakte ook Volkswagen bekend een weergaloos 2011 achter de rug te hebben. De eurocrisis lijkt de bokken van de schapen te scheiden in Europa: de makers van premiumauto's met een goede positie in de VS en China profiteren per saldo van de euro-ellende.

 

Alsof er geen crisis bestaat. Alsof Opel niet in de zware verliezen zit, en het eveneens zwakke moederconcern van Peugeot en Citroën opzoekt voor wederzijdse steun. Nee, zonder mededogen roepen Daimler, BMW en Volkswagen om het hardst over het recordjaar dat ze achter de rug hebben.

Recordjaar 2011

Vandaag kwam Volkswagen, Europa's grootste autoproducent, met een operationele winst van 11,3 miljard euro, een ruimschootse verdubbeling ten opzichte van 2010. De omzet schoot met meer dan een kwart omhoog tot een record van 159,3 miljard euro. Dit jaar zet de groei verder door, aldus Wolfsburg.
Ook bij BMW is het groeien tegen de klippen op: BMW-chef Norbert Reithofer zei zondag nog dat hij vierduizend nieuwe mensen in dienst moet nemen om aan de vraag te kunnen voldoen. Morgen licht hij de financiële details over 2011 toe. Winst, omzet en – ook leuk voor beleggers – dividend versloegen alle records. BMW verkocht bijna 1,7 miljoen BMW's, Mini's en Rolls-Royces, een plus van 14 procent.
Daimler tot slot, met Mercedes de afgelopen jaren toch de zwakste der premium-broeders, schermde in februari al met een recordbonanza. Winst, omzet, afzet; alles ging door het dak.

Premium beloond

Juist in deze crisistijd zien de leveranciers van premium-auto's hun strategie beloond. Het klopt dat hun Europese thuismarkt in het slop is geraakt. Consumenten zijn koophuiverig, kredietverleners staan niet te springen om risicio's te nemen en dat hakt er vooral in bij de auto's voor de massa. Maar in de hoogste segmenten van de automarkt zijn kopers minder gevoelig voor een recessie. Volkswagens premiummerk Audi, Mercedes en BMW leunen in verhouding ook wat zwaarder op de Duitse markt, die in 2011 redelijk gezond bleef. Bij de toch achterblijvende volumes blijven de Duitse edelmerken bovendien nog profiteren van de kern van hun bestaan: ze leveren een premiumproduct, tegen een hogere prijs met bijbehorende hogere marge. 

China

Maar waar de premiumstrategie werkelijk zijn waarde bewijst, is in China en andere opkomende markten. De honger in China naar Europese kwaliteit lijkt nauwelijks te stillen. Voor de bovenklasse  in het land is alleen het beste goed genoeg, en het spreekt bijna vanzelf dat je in een stevige Mercedes of Audi wordt voorgereden bij een proeverijtje van uitgelezen Bordeauxwijnen. Zie ook de cijfers van bijvoorbeeld BMW: een plus van 38 procent voor BMW in China, en voor Rolls-Royce zelfs een groei van 47 procent. Mercedes deed het zelfs nog beter: plus 57 procent in China. En dat in een land waar de marges prima overeind blijven, wat de winstbijdrage van China extra prettig maakt. 

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

VS

Het is natuurlijk niet zo dat de crisis alleen Europa in zijn geep houdt, maar behalve de opkomende markten staat ook de Amerikaanse markt er best goed voor. De voorzichtige opleving in de VS, waar afgezien van Volkswagen de Europese volumemerken nauwelijks een rol spelen, komt ook onmiddellijk terug in de resultaten van de premium-Duitsers: BMW verkocht 14 procent meer auto's in de States, Audi verkocht ook in de eerste twee maanden van dit jaar alweer acht procent meer dan in 2011. Zo blijft Audi de cashcow voor Volkswagen, dat met zijn doorsneemerken wel flink last heeft van de crisis.

Goedkope euro

Tot slot speelt de eurocrisis de verkopers van de duurste Duitsers nog eens extra in de kaart: een zwakke euro maakt Mercedessen en Audi's buiten Europa goedkoper. Voor de edelmerken, waarvoor de VS en binnenkort China de belangrijkste markten zijn, is dat uitstekend nieuws, zolang ze een groot deel van hun auto(onderdelen) nog in Europa maken. Het kan nooit kwaad als een euro de export goedkoper maakt, maar het uitgangspunt bij Mercedes, Audi en BMW blijft: duur is goed.