Er wordt van managers verwacht dat ze proactief zijn en verantwoordelijkheid nemen. Maar krijgt u daarvoor ook genoeg mandaat? Podiumauteur Peter Paul Doodkorte legt uit hoe u een echt autonome manager wordt.
De term autonomie is afgeleid van het Griekse autonomos (eigen wetten opleggend) en beschrijft het vrij zijn van extern bestuur. Het concept wordt teruggevonden in politiek, technisch, filosofisch, geneeskundig, moreel en psychologisch verband. Het verwijst daarbij steeds naar de capaciteit van een rationeel individu of bestuur om eigen verantwoorde beslissingen te nemen. Autonomie is een belangrijk begrip in de zorg. In deze context slaat het op het recht of de mogelijkheid van een mens om zelf te bepalen wat er moet gaan gebeuren. Het eigen wetten opleggend kan dan worden vertaald naar eigen keuzes makend.
Regels en protocollen
In de huidige governance-, riskcultuur zijn we sterk gericht op regels en protocollen om risico’s in te perken. Dat wordt onder andere veroorzaakt door niet echt de verantwoordelijkheid te kunnen of willen nemen voor het eigen handelen. Hierdoor bestaat het risico dat professionals zich achter regels en protocollen gaan verschuilen en de essentie van professionaliteit naar de achtergrond wordt gedrongen.
De professional (én manager) heeft als grootste klacht het inperken van zijn autonomie. Door veel regels, procedures en protocollen wordt hij of zij gedwongen steeds meer gestandaardiseerd te werken. Professionals vragen om vanuit hun passie, hun drijfveer en hun eigen kracht te werken doet wonderen. Persoonlijk ben ik daarvan overtuigd. Omdat een functionele organisatie voor het eigen kracht denken (op alle niveaus) de dood in de pot betekent. De autonome professional voelt zich verantwoordelijk voor een probleem en lost het op. Bij een functionele structuur krijg je potentieel wijsgedrag: daar gaan wij niet over, dat moet iemand anders regelen. Maar tegelijkertijd is er de notie dat eigen kracht of autonomie van de professional geen panacee is voor het probleem van de doorgeschoten bureaucratische instrumenten. Hoe je daarmee omgaat wordt bepaald door de professionaliteit van zowel de professional als zijn professionele omgeving.
Autonomie versus verantwoording
Autonomie heeft veel te maken met waarden als lef, visie, eigenzinnigheid, fairness en zelfvertrouwen. En daardoor zeker niet iets wat ons komt aanwaaien. Het is een leerproces. Dat begint met een mindset waarbij je de verantwoordelijkheid voor het eigen welslagen in eerste instantie bij jezelf legt. En dan nog ben je niet zomaar even een zelfsturende, autonome professional. Integendeel: we zijn eerder opgegroeid en vertrouwd (gemaakt) met afhankelijkheid en conformiteit. Wie in de pas blijft lopen, wordt beloond met zekerheid, veiligheid en erkenning. Dit begint al op school met complimenten van de leerkracht en gaat door in organisaties met het krijgen van een goede beoordeling. Het tonen van individualiteit en creativiteit wordt lang niet altijd gewaardeerd en is vaak aan nauwe grenzen gebonden.
Van professionals wordt verwacht dat ze proactief zijn en verantwoordelijkheid nemen. De autonome professional heeft daarvoor vertrouwen en mandaat nodig. Zonder mandaat wordt hem de noodzakelijke stuurkracht voor het van hem gevraagde maatwerk onthouden. Idealiter heeft de professional dus een fors mandaat. Heeft hij of zij dat niet dan is de uitvoeringspraktijk een bijzonder stroeve bezigheid. De autonome professional doet dus niet alleen wat anderen verlangen, maar toont in hoge mate zelf leiderschap. Dit vraagt om bevoegdheden.
Wie bevoegdheden heeft is in min of meerdere mate autonoom. Wie autonomie bezit moet verantwoording afleggen. Tussen autonomie en de mate van verantwoording afleggen bestaat een ruilverhouding. Heel vaak is deze verhouding scheef. Mensen moeten dan wel heel veel verantwoording afleggen, maar bezitten nauwelijks autonomie. Dat is onzinnig.
Regels, procedures en protocollen zijn als werkstandaard een hulpmiddel. Een goede professional ziet zichzelf niet als de gevangene en uitvoerder daarvan, maar als de vrije denker die dankbaar gebruik maakt van wat de standaard kan doen. Een goede professional kent ook de beperkingen van al die werkstandaarden en weet tijdig aan te geven waar beperkingen of fouten zitten. De echt goede professional kan daar omheen werken.
De ruimte krijgen
Volledige autonomie is (ook) voor de professional een illusie. Zijn of haar werk staat niet op zich, maar dient een hoger/ander doel. De professional is de eerstverantwoordelijke om te zorgen dat het doel binnen de afgesproken tijd, geld en vereiste kwaliteit gereed komt. Zolang hem dat lukt moet hij gewoon door kunnen werken zonder van allerlei anderen toestemming nodig te hebben.
Om die ruimte te krijgen moet de professional wel zorgen dat zijn/haar opdrachtgever het vertrouwen heeft dat het goed loopt. Dat vertrouwen biedt hij door over zijn activiteiten, de stand van zaken en de risico’s transparant te zijn en verantwoording af te leggen. Hierin ligt de beperking van de autonomie van iedere professional. Hoe meer mandaat, hoe meer verantwoording moet worden afgelegd.
Autonomie en het afleggen van verantwoording zijn sterk gerelateerd en niet tegenstrijdig. Wie geen mandaat heeft, heeft formeel gezien geen (of weinig) verantwoordelijkheid, wie een ruim mandaat heeft, heeft veel verantwoordelijkheid. Wie veel verantwoordelijkheid heeft, heeft veel te verantwoorden. Dus geldt ook dat meer mandaat betekent dat meer afleggen van verantwoording mag worden verwacht. De prijs voor het krijgen van ruimte is dus dat meer verantwoording moet worden afgelegd.
Zelfstandigheid en vrijheid
Het zijn vervolgens vooral de uitzonderingen die maken dat professionals elkaar nodig hebben, moeten samenwerken en met elkaar moeten communiceren. Durven om er op verschillende manieren over na te denken en daar met elkaar over de discussiëren levert het meeste op. Dat vergt wel dat de professionals elkaar accepteren zoals ze zijn. En aan dat laatste schort het nog wel eens.
Autonomie tenslotte kan worden verward met totale onafhankelijkheid en zelfvoorzienendheid. Het gaat echter om zelfstandigheid en vrijheid, en de keuze hoe er met afhankelijkheid wordt omgegaan. Voorwaarde om autonoom te kunnen zijn is:
- erkennen dat persoonlijke mogelijkheden begrensd zijn;
- erkennen dat de omgeving grenzen biedt;
- accepteren dat niet iedereen hetzelfde is;
- elkaars stijl begrijpen – ook al is die geheel anders is.
Wie binnen die grenzen de kwaliteit bezit het eigen leven vorm te geven kan als autonome professional worden betiteld. Hij of zij is vervolgens in staat om binnen een voorgeschreven kader van regels en afspraken zelf op verantwoorde wijze ruimte te creëren. Het goed kunnen begeleiden van dit proces vergt weer een andere competentie: het stimuleren van autonoom denken en het bevorderen van de transparante communicatie daarover.
Eerdere bijdragen:
-
Ga nou eens gewoon zelf opvoeden
-
De teerling is geworpen, er is geen weg terug
- Bouwstenen voor naadloze zorg
Over de auteur:
Dit Podiumartikel is geschreven door Peter Paul Doodkorte, partner van BMC.
Over het podium:
Ook uw visie geven op ontwikkelingen binnen uw vakgebied? Plaats een artikel op MT Podium. Log in op mt.nl/profiel en voeg onder 'activiteiten' uw artikel toe. Interessante bijdragen worden meegenomen in de nieuwsbrief en op home geplaatst. MT Magazine publiceert bovendien periodiek 'Het beste van MT Podium'.