Volgens de auteurs van het boek De ondernemende organisatie is de kern van ondernemen ‘het identificeren van een kans om meer te doen met minder, of om iemands leven beter te maken, en het gebruik van curiositeit en vernuft om die ambitie te realiseren.’
Eveneens volgens de auteurs zijn we van nature lui en dus gemotiveerd om meer te bereiken met minder inspanningen. Anderzijds zijn we nieuwsgierig, intelligent, ambitieus en willen we alsmaar beter leven. En dat is goed nieuws voor wie aan het hoofd staan van een organisatie en werknemers heeft, want het zijn eigenschappen die van elke mens een ondernemer kunnen maken. Let wel: kunnen maken. Want om als CEO het ondernemerschap in je mensen naar boven te brengen, moet je een aantal belangrijke stappen nemen en in enkele basisvoorwaarden voorzien.
1. Creëer een collectieve ambitie
Ondernemen doe je zelden alleen. Om ervoor te zorgen dat het efficiënt en doelmatig gebeurt, moeten de betrokken personen goed samenwerken. ‘De basis daarvoor wordt gelegd door een collectieve ambitie, een gemeenschappelijk en gedeeld inzicht in het doel dat zal worden bereikt’, schrijven de auteurs en ze vermelden erbij dat het daarbij niet uitmaakt van wie het oorspronkelijke idee komt. Dat kan gerust van één iemand binnen de organisatie komen, maar zodra beslist wordt het idee te realiseren, moet het gepromoveerd worden tot een gemeenschappelijke ambitie.
2. Denk aan de persoonlijke doelen
Van een individuele ambitie of een persoonlijk idee een collectieve ambitie maken kan pas als het gezamenlijke doel aansluit bij de persoonlijke ambities van de medewerkers. Daartoe moet je hun intrinsieke motivatie aanspreken en die is volgens de auteurs meestal van emotionele aard. Met financieel gewin, ga je je medewerkers niet echt motiveren. Ondernemerschap gaat over de wereld beter willen maken. Dat is de voornaamste drijfveer van mensen, ondernemers én medewerkers.
‘De motivatie van medewerkers om hun ondernemende vermogen aan te wenden en effectief ondernemend gedrag te stellen wordt gestimuleerd wanneer ze doelen kunnen nastreven die ze persoonlijk waardevol vinden.’
3. Zorg dat de ambitie dynamisch is
De collectieve ambitie moet ook dynamisch zijn. Ze moet ‘kunnen worden bijgesteld, zodat kan worden ingespeeld op het voortschrijdend inzicht dat bijna altijd optreedt bij het ondernemen’, luidt het. ‘Dat verloopt echter het best op een beheerste manier, en niet enkel ad hoc. Het collectief speelt hier een gewichtige rol omdat het een stevig platform biedt voor het kritisch evalueren van die nieuwe inzichten.’
In onze volatiele wereld moeten organisaties wendbaar zijn en snel inspelen op veranderingen. De doelen en ambities moeten worden bijgesteld terwijl er niet altijd tijd is om die af te stemmen met de individuele ambities en persoonlijke doelen. ‘Een sterke collectieve ambitie met bijbehorende gedragsstandaarden kan ervoor zorgen dat de medewerkers zonder expliciet geformuleerde organisatiedoelen hun gedrag kunnen afstemmen op de richting die het bedrijf zou moeten uitgaan. De doelen mogen dan al veranderen, het gedrag blijft een constante.’
4. Schep collectief eigenaarschap
Het is evident dat een collectief doel door iedereen gedragen wordt. Dat betekent niet dat ieder teamlid verantwoordelijk is voor zijn bijdrage tot het collectieve doel, maar dat iedereen voor de volle 100 procent ownership opneemt. Het motiveert medewerkers wanneer ze zich verantwoordelijk voelen voor het succes van het initiatief. En anderzijds kan het falen van een project nooit de verantwoordelijkheid zijn van één teamlid.
5. Houd de regels flexibel
Niets is zo frustrerend voor ondernemerschap als regels. Veel regels zijn de beste garantie op initiatieven die zich snel vastrijden. Wie van zijn medewerkers succesvolle ondernemers wil maken, moet met de bijl door de interne regels. Maar dat kan alleen als het klimaat er rijp voor is en er voldoende tijd en middelen voor zijn.
‘Ondernemend gedrag behoeft geen totaal regelloze omgeving. Ondernemen staat niet gelijk met anarchie. Bovendien zijn, daar waar geen starre regels bestaan om het gedrag van medewerkers in de gewenste banen te leiden, andere vormen van afspraken nodig om een goede samenwerking te borgen.’ Een logge beslissingshiërarchie werkt vrijwel altijd in het nadeel van dynamisch ondernemerschap, maar andere regels kunnen net heel nuttig of noodzakelijk zijn. Het is daarom vooral belangrijk flexibele overeenkomsten zijn om medewerkers vlot te laten samenwerken.
Een hele hoop andere tips om het ondernemerschap in je medewerkers aan te wakkeren vind je in De ondernemende organisatie van auteurs Bart Derre, Koen Smets, Luc Vandingenen, Mathieu Weggeman en Jimme Keizer, verkrijgbaar bij Managementboek.