Het fenomeen zelfsturing blijft oprukken. Medewerkers van elk echelon worden – impliciet of expliciet – uitgenodigd om zichzelf te sturen: door pop’s (persoonlijke ontwikkelplannen), door coachende leidinggevenden, door coachingsgesprekken elders, door opleidingen (education permanente) of door het mobiliteitsbeleid van de organisatie.
Waren organisaties ooit bolwerken van de tijd die verglijdt, nu zijn het amoebeachtige constellaties geworden. Wat is, was. Wat was, dat wordt. De gedrevenheid van organisatie om zich zo te gedragen heeft slechts een reden: het dictaat van de omgeving. De omgeving wil iets. Mogelijk net even anders als ze gisteren wilde en dat dringt door tot in het hart van de organisatie. Want gehoor geven aan deze wens van de klant betekent automatisch een andere indeling van werk. Dus verandering.
Daarbij komt nog een ander aspect. De klant was ooit te herkennen en gedroeg zich kuddeachtig. Nu is elke klant er een met een eigen wensen pakket. Ultimo zal er een dienst of product geleverd worden die een op een gemaakt is voor die klant. Voor een organisatie van enige omvang is dit niet te behappen. Als we dat namelijk via de koninklijke weg – over de diverse schijven van de organisatie – zouden doen, is de klant allang ‘gevlogen’. Het moet rapper: het moet ingevuld worden binnen de tijdspanne van wens en de bijna instante wensinvulling. En da’s kort.
Waar komt zelfsturing om de hoek kijken? In het droomscenario is elke medewerker in staat de klantwens zelf aan te nemen en in te vullen. De schijven van de organisatie zijn geïncorporeerd in de medewerker. Van het strategische (en alles wat daartussen zit) tot de uitvoering. Om dit als medewerker te kunnen doen moet je verantwoordelijkheid kunnen dragen, eigenstandig kunnen optreden en notie hebben van de eigen professionaliteit.
Dat begint bij zelfsturing. Immers: hoe kan je iets sturen als je jezelf niet kan sturen. Als je in staat bent als medewerker te reflecteren over jezelf, kun je bepalen wat je volgende steppingstone in ontwikkeling is. Ontwikkeling van jezelf is de kern van zelfsturing. Zo groeit de medewerker uit tot een persoon die kundig en vaardig is om voor de organisatie – op zijn terrein – majeure beslissingen te nemen die direct ten bate zijn van de klant. Hrm’ ers bij uitstek hebben de schone taak om het belang van zelfsturing bij management en medewerkers tussen de oren te brengen. En te houden. Want het is of zelf sturen of gestuurd worden, richting ‘uitgang’ weliswaar.