Slechts 21 procent van de Nederlandse werknemers wil doorwerken tot zijn 65ste. Ongeveer 40 procent zegt hiertoe wel in staat te zijn. Thuissituatie, gezondheid en werkdruk bepalen of werknemers door willen werken tot hun 65ste.
Dit blijkt uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2005, die is afgenomen onder ruim 23.000 Nederlandse werknemers door TNO en CBS.
Voorspellers om door te willen werken
De sterkste motoeven om door te willen werken zijn: alleenstaand-zijn, een goede gezondheidstoestand, niet al te hoge werkdruk en goede arbeidsvoorwaarden. Docenten (vooral in het hoger onderwijs), geneeskundigen, agrariërs, vakspecialisten en leidinggevenden willen vooral langer doorwerken.
Single
Werknemers zonder partner willen vaker (25 procent) doorwerken dan die mét een partner (19 procent). En van de werknemers met een uitstekende gezondheid wil ook 27 procent langer doorwerken, terwijl van de werknemers met een matige of slechte gezondheid slechts 18 procent wil doorwerken. De inhoud van het werk speelt zeker ook een rol in het wel of niet door willen werken.
Van de werknemers die onder grote werkdruk werken wil 18 procent doorwerken, van degene bij wie de werkdruk redelijk is, wil 24 procent doorwerken. Van de werknemers die tevreden zijn over hun arbeidsvoorwaarden wil 31 procent doorwerken, van hun ‘tegenpolen’ wil slechts 19 procent dit.
Hoe ouder hoe liever men doorwerkt
Veel werknemers – vooral de jongeren – weten nog niet goed of ze wel of niet willen doorwerken tot hun 65ste. Naarmate mensen wat ouder worden, neemt de wil tot doorwerken af (zie onderstaande figuur). Maar bij de werkende 60-plussers valt te zien dat die juist wel door willen werken tot hun 65ste jaar.