Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Waarom Groupon IPO uitstelt

De barse economische werkelijkheid begint door te dringen tot social media: Groupon stelt zijn beursgang tot nader order uit. Of is er meer aan de hand bij de kortingensite?

Ai, dat komt hard aan. De waarderingen voor beurskandidaten als Facebook, Zynga en Groupon leken zich de afgelopen maanden weinig aan te trekken van het moorddadige klimaat op de financiële markten en de gevreesde dubbele dip in de economische groei. Groupon was dan ook van plan om doodleuk een dezer dagen het moment van zijn beursdebuut bekend te maken, om na een roadshow langs beleggers later deze maand een uitgifteprijs te prikken voor de stukken waarmee het 750 miljoen dollar wilde ophalen. Maar nu zit het toch liever even stil.

20 miljard

Groupon was ooit het snelstgroeiende bedrijf op aarde – zijn waarde werd geschat op 20 miljard dollar – en maakte best vaart met zijn gang naar de beurs. De geslaagde introductie van onder meer LinkedIn smaakte natuurlijk naar meer. Maar die IPO van LinkedIn is toch best lang geleden. Eeuwen geleden, want die vond plaats in mei. Daar zitten een paar rondes tussen in de neerwaartse spiraal die de eurocrisis is. En Amerikaanse macrocijfers die behoorlijk tegenvielen. En beurzen die dag na dag procenten wegzakken, richting recordlaagtes. De afgelopen weken heeft een aantal bedrijven zijn beursplannen al in de koelkast gestopt omdat de toestand op de aandelenmarkten bijzonder grimmig is. Groupon volgt nu, niemand kijkt ervan op als Zynga hetzelfde doet: even afwachten tot (of?) de storm overtrekt.

Klimaat als smoesje?

Misschien ligt het iets genuanceerder bij Groupon. Beleggers zullen nog steeds geïnteresseerd zijn in online aandelen, mits kwaliteit en prijs daarvan aan bepaalde voorwaarden voldoen. In een weerbarstig klimaat als dit zullen ze elk prospectus daarom kritischer tegen het licht houden dan ooit. En in het prospectus van Groupon staan zaken, die niet iedereen vrolijk stemmen. Jazeker, het is de nummer 1 in een snel opkomende industrie van sites die dagelijks kortingen weggeven en zo klanten naar ondernemingen toeleiden. Maar wat al langer gezegd wordt over kortingsbonnensites zoals die van Groupon maakte diens prospectus pijnlijk duidelijk: de omzet stijgt als een raket, maar er wordt nog geen stuiver verdiend.

Businessmodel onder druk

Groupon is erin geslaagd in de eerste helft van dit jaar 252 miljoen dollar verlies te maken op een omzet van 1,5 miljard. In dezelfde periode in 2010 ging het om 27,4 miljoen verlies op een omzet van 131,5 miljoen. Daar zit weinig schot in. De marges die het vraagt aan de bedrijven die de kortingen in feite aanbieden zijn stevig, zó stevig dat steeds meer bedrijven schijnen af te haken. Desondanks is het businessmodel kostbaar vanwege de lokale teams die overal de deals moeten afsluiten en vooral de marketinguitgaven. Het is nogal een drukke boel geworden in kortingenland, en Groupon is kapitalen kwijt om nieuwe klanten te werven en aan zich te binden – de meter staat overigens op 115 miljoen. Zonder marketingkosten had het 60 miljoen winst gemaakt, maar beleggers noch beurstoezichthouder SEC zien veel in een nog verder uitgekleed winstbegrip.

Concurrentie rukt op

De concurrentie zal Groupon weinig gelegenheid bieden zijn marketinguitgaven weg te snijden. Van de honderden dealsites maakt vooral Living Social Groupons problemen goed duidelijk: het is misschien nog de nummer 1, maar hoe lang nog? In de VS stijgt het bezoek van LIvingSocial.com rap, terwijl dat van Groupon.com in eenzelfde tempo inzakt. Het machtige Facebook trok zich al eerder terug uit de kortingenbusiness. LivingSocial heeft met 40 miljoen gebruikers net een derde van de omvang die Gourpon heeft, maar iedereen weet hoe het MySpace ooit is vergaan.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

 

Lees verder op Techbusiness:

CSRD: Last of kans? Dit vinden NS en Renewi ervan

In samenwerking met Renewi - Bedrijven kunnen er niet meer omheen: de nieuwe EU-regels (CSRD) verplichten ze om hun impact op mens en milieu inzichtelijk te maken. Is dit een administratieve last of juist een kans om slimmer en duurzamer te ondernemen? NS en Renewi lopen voorop en delen hun ervaringen, valkuilen en tips.

sacha göddeke mulder ns sanders leenders renewi
Sacha Göddeke-Mulder, directeur Duurzaam Ondernemen bij de NS, en Sander Leenders, commercieel directeur Benelux bij Renewi.

Sander Leenders is commercieel directeur Benelux bij Renewi en Sacha Göddeke-Mulder directeur Duurzaam Ondernemen bij de Nederlandse Spoorwegen. Wat zijn hun inzichten, voortgang en tips?

Wat houdt de CSRD precies in?

Sander Leenders (Renewi): ‘De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) is een Europese richtlijn die bedrijven vanaf 2024 verplicht stelt te rapporteren over de impact van hun activiteiten op mens en milieu. Ik zie de CSRD niet alleen als een verplichting, maar juist als een enorme kans om duurzaamheid structureel te verankeren in bedrijfsvoering. Het gaat niet alleen om het voldoen aan regelgeving, maar om het creëren van een toekomstbestendig bedrijfsmodel waarin duurzaamheid centraal staat. CSRD is geen eindpunt, maar een startpunt voor verdere verduurzaming.’

Sacha Göddeke (NS): ‘Ik zie de CSRD vooral als een kans om te verbeteren. Je moet heel precies rapporteren over je duurzaamheidsinspanningen, van uitstoot tot governance. Dat is niet eenvoudig, maar op den duur geloof ik dat dit veel kan opleveren. Het biedt waardevolle inzichten en stimuleert bedrijven om van elkaar te leren.’

Wat doen jullie op het gebied van circulariteit, één van de onderwerpen binnen CSRD?

Göddeke: ‘Bij NS zijn we zuinig met grondstoffen. Door circulair ontwerpen en circulair inkopen hebben we minder (nieuwe) grondstoffen nodig en voorkomen we afval in de toekomst.’

Leenders: ‘Ons motto is: afval bestaat niet. Afval zien we als grondstof. Op dit moment recyclen we 66,2 procent van het afval, en we hebben de ambitie om dat naar 75 procent te brengen.

Is de CSRD een lust of een last?

Leenders: ‘Duurzame en commerciële impact gaan uiteindelijk hand in hand. Wij en klanten zoals NS hebben al heel hoge duurzaamheidsambities. Nu we hier uitgebreid over moeten rapporteren, kost dat extra tijd. Maar uiteindelijk brengt de CSRD versnelling: door inzichtelijk te maken waar verbeteringen mogelijk zijn. Zo kunnen we uiteindelijk sneller grote stappen zetten.’

Göddeke: ‘Het is veel werk, maar vooral een lust. Mijn team besteedt de helft van de tijd aan meten en rapporteren. Dit noem ik “vertragen om te versnellen”. Als we onze administratie nu op orde brengen, hebben we later meer inzicht in welke duurzaamheidsinitiatief de meeste impact heeft. Bovendien verplicht de richtlijn ook bedrijven die minder met duurzaamheid bezig waren om ermee aan de slag te gaan. Dat is een groot voordeel. Vanwege de ketenverplichting hebben wij duurzaamheidsdata nodig van bijvoorbeeld retailers op onze stations. Dat zijn grote bedrijven als Albert Heijn en Hema, maar ook eenmanszaken. Dankzij CSRD hebben we meer info, spreken we dezelfde taal en wordt verduurzaming nog meer een gezamenlijk doel.’

Samenwerking tussen Renewi en NS, hoe pakken jullie het minimaliseren van restafval aan?

Renewi en NS werken al vijf jaar samen om restafval te minimaliseren door zoveel mogelijk te scheiden voor recycling. Leenders: ‘Afval is slechts een deel van de CSRD, maar wel heel tastbaar aspect. Ons Renewi EcoSmart-team helpt NS dagelijks met verduurzaming. We proberen, testen, verbeteren. Vaak beginnen we met een kleine pilot, bijvoorbeeld op één stationslocatie. Wanneer die slaagt, breiden we uit. We hebben bijvoorbeeld de afvalscheiding van stations nog verder uitgebreid. Zo zamelen we bijvoorbeeld etensresten gescheiden in op stations als er een professionele keuken is. Op kantoren en werkplaatsen heeft onze samenwerking in twee jaar tijd al geleid naar 19 procent minder restafval door onder andere betere scheiding van papier en etensresten.’

ns afvalbakken
NS realiseerde een daling van 19 procent restafval op kantoor met nieuwe afvalscheidingsbakken en heldere communicatie.

Göddeke: ‘De samenwerking omvat meer dan alleen afval. We leren hoe de afvalstromen lopen, of de afvalstromen zuiver zijn en wat we kunnen doen om afval te verminderen. Op dit moment werken we samen aan CSRD. Zo leren we data te delen met ketenpartners.’

Wat zijn concrete projecten die zorgen voor minder afval?

Leenders: ‘We werken aan slimme afvalscheiding op meerdere manieren. Zoals met containers die gesplitst zijn in twee of drie soorten afvalstromen. Betere scheiding aan de bron, verhoogt het recyclingpercentage. Zo hebben we speciale containers waar bijvoorbeeld over de datum brood in kan zonder dat het uitgepakt hoeft te worden. Dat is extra logistiek voor ons, maar maakt recycling voor de retailers op de stations makkelijker.’

Göddeke: ‘Gedragsverandering en bewustwording spelen een grote rol. We gebruiken data om te analyseren hoe afval wordt weggegooid en passen vervolgens verpakkingen en prullenbakken aan. Zo stimuleren we personeel, reizigers en retailers om beter te recyclen. Daarnaast zetten we in op het voorkomen van afval. Reizigers kunnen hun waterflessen gratis bijvullen bij watertappunten op stations en krijgen korting wanneer ze hun eigen beker meenemen voor een kopje koffie. Hierdoor maken we duurzame keuzes aantrekkelijker én verminderen we de afvalberg.’

Leenders: ‘Ons motto is: afval bestaat niet. Afval zien we als grondstof. Op dit moment kunnen we 66,2 procent van het afval recyclen, en we hebben de ambitie om dat naar 75 procent te brengen.’

ns tafeltennistafel recycling
Afval bestaat niet voor NS. Deze tafeltennistafel is gemaakt van 20 jaar oude treinvloeren, die vrijgekomen zijn bij de modernisering van dubbeldekkers.

Wat is jullie belangrijkste tip voor andere bedrijven?

Göddeke: ‘Zie rapporteren op CSRD vooral als een kans. Maak inzichtelijk hoe je ervoor staat en met welke partners in de keten je moet samenwerken. Een belangrijke verandering is namelijk dat bedrijven niet langer alleen naar hun eigen activiteiten kijken, maar naar de gehele waardeketen. Dit betekent ook de impact van leveranciers en productieprocessen. Kijk naar circulaire ketenoplossingen en focus op samenwerking binnen ecosystemen om impact te verminderen. Dat is niet eenvoudig, dus begin op tijd.’

Leenders: ‘Met afval reduceren kun je vandaag al beginnen. Bijvoorbeeld door goed naar je inkoopproces te kijken welk afval er binnenkomt via leveranciers. Begin klein met een pilot. Laat zien dat het kan en loont. Zoek partners en leer van elkaar. Je kunt het niet alleen.’