Het groenste jongetje van de klas blijkt ook het best verdienende. Ontdek hoe duurzaam ondernemen de financiële prestaties positieve beïnvloedt.
Ieder jaar onderzoekt de Vereniging van Beleggers voor Duurzame Ontwikkeling (VBDO) de duurzame doelstellingen en resultaten van Nederlandse beursgenoteerde bedrijven. De vereniging toetst de AEX-bedrijven op grond van zeven criteria: circulaire economie/recycling, mensenrechten, belastingafdracht, uitstoot broeikasgassen, diversiteit, ketenverantwoordelijkheid en externe beleidseffecten.
Eind augustus publiceerden de beursactivisten hun nieuwste bevindingen. Als ‘winnaar’ kwam AkzoNobel uit de bus. Het chemieconcern bleek op alle zeven criteria goed te scoren. Opvallend is dat AkzoNobel ondanks noodgedwongen herstructureringen en een moeilijke markt (het is met zijn verfproducten afhankelijk van de kwakkelende bouwsector) het afgelopen jaar op de beurs redelijk goed presteerde. Ook andere bedrijven die in de VBDO-lijst hoge ogen gooiden, zoals ASML en Corio, hebben een goed beursjaar achter de rug.
MVO bedrijven presteren beter
Dat is geen toeval. Uit eerder onderzoek van VBDO bleek dat bedrijven die veel aandacht schenken aan maatschappelijk verantwoord ondernemen beter presteren op de beurs dan bedrijven die dat niet doen. In 2012 becijferde VDBO dat de koerswaarde van de tien best scorende bedrijven in de duurzaamheidsranking in de drie voorgaande jaren gemiddeld 30 procent sneller was gestegen dan de waarde van de tien slechtst scorende bedrijven.
Een vergelijkbare tendens is zichtbaar in de Global Compact 100, een lijst van 100 internationale duurzame ondernemingen die is samengesteld door een afdeling van de Verenigde Naties. Nederland wordt in de lijst vertegenwoordigd door AkzoNobel, Unilever en Philips. De aandelen van de GC100-bedrijven presteerden de afgelopen jaren beter dan die van concurrerende bedrijven, al gaat het hier om slechts een paar procentpunten.
Kip-of-ei vraag
De hamvraag is of er een causaal verband is tussen een duurzaamheidsbeleid en beurswaarde. Het afgelopen decennium is naar die vraag veel onderzoek gedaan. Vergelijkende ranglijsten zoals die van VDBO en UN Global Compact hebben wel aangetoond dat er in ieder geval geen negatieve relatie is tussen die twee. Toch verzandden discussies over het onderwerp vaak in een kip-of-ei vraag; scoren financieel florerende bedrijven hoger op duurzaamheidsranglijsten doordat ze zich kunnen veroorloven meer te investeren in duurzaamheid (corporate social responsibility – CSR), of zijn het deze investeringen die leiden tot betere financiële resultaten?
CSR heeft impact op bedrijfsprestaties
De Franse Harvard-econoom Marc Bertoneche leverde vorig jaar het eerste empirische bewijs dat CSR van positieve invloed is op de financiële prestaties (corporate financial performance). Hij deed dat onder meer door te kijken naar het effect van CSR-voorstellen die worden aangenomen tijdens aandeelhoudersvergaderingen. Hij keek daarbij in het bijzonder naar voorstellen die met een kleine meerderheid werden aangenomen (‘close-call proposals’). Op die manier wilde Bertoneche bedrijven met een geïnstitutionaliseerd CSR-beleid – en aandeelhouders die positief bevooroordeeld zijn tegenover duurzaamheid – uitsluiten van zijn data-analyse.
De uitkomsten van het onderzoek waren opvallend. In de overgrote meerderheid van de gevallen zorgden aangenomen CSR-voorstellen voor een onmiddellijke stijging van de aandeelhouderswaarde. De impact was het grootst bij bedrijven die nog relatief weinig aan CSR deden, of die opereren in een industrie waarin hoge eisen worden gesteld aan hun productie (bijvoorbeeld de chemische industrie). Bertoneche ontdekte een directe positieve stimulans van CSR-voorstellen op verschillende operationele graadmeters, waaronder de winst, arbeidsproductiviteit en verkoopcijfers.
Duurzaamheid loont
Met gevoel voor dramatiek noemde Bertoneche zijn bevindingen de ‘God particle of the sustainability business case’, een verwijzing naar het illustere elementaire deeltje dat voor een grote doorbraak zorgde in de natuurkunde. Dat is een beetje overdreven, maar feit is dat dankzij Bertoneche kip-of-ei discussies niet meer nodig zijn. Duurzaamheid is niet alleen goed voor de stakeholders, maar ook voor de shareholders.