Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Verzuim pak je aan in de kantine

Wie echt het ziekteverzuim wil aanpakken, moet beginnen in de eigen bedrijfskantine. Want wat daar ligt, heeft direct effect op het verzuimcijfer.

Recent wetenschappelijk onderzoek onderstreept weer eens de kwaliteiten van bepaalde zogeheten 'superfoods'. Deze voedingsmiddelen als blauwe bessen en broccoli kunnen helpen bij de aanpak van typische welvaartsziekten als diabetes, hart- en vaatziekten en obesitas. Ziektes die hoog in het rijtje staan van veroorzakers van ziekteverzuim.

Brainshakes

Bedrijfscateraar PDX Services (dat onder meer RTL Nederland en diverse banken catert) lanceerde deze week een pilot om ‘actief en consistent’ gezonde voeding in de bedrijfsrestaurants aan te bieden die kunnen helpen bij het terugdringen van ziekteverzuim. ‘De brainshakes met blauwe bessen en goji-bessen waren booming’ zegt Maarten van Rij, communicatiemanager en bedenker van het concept. 

In de ban

Producten marketen als superfoods werd in 2007 door EU-wetgeving verboden, wegens overmatig gebruik van de term. Een product mag sindsdien alleen nog een superfood genoemd worden als de gezondheidsclaim ook echt stoelt op wetenschappelijk onderzoek. Maar laat er nu de afgelopen maanden een stroom aan wetenschappelijke onderzoeken zijn geweest, met name van Harvard School of Public Health, die de helende werking van bepaalde superfoods bejubelt.
Dit zijn de producten die uw cateraar op het bedrijfsmenu zou moeten zetten: 

#1. Appel, druif en blauwe bes

Regelmatig je tanden zetten in een stuk fruit (dus niet het sapje drinken) verlaagt de kans op diabetes type-2 met maar liefst 23 procent, blijkt uit recent onderzoek. Voor die grote risicoverlaging behoor je volgens recent onderzoek wel twee porties per week te verorberen van in het bijzonder appels, blauwe bessen en druiven. Blauwe bessen zouden standaard op elk (bedrijfs)menu moeten staan, zegt professor Eric Rimm van de Harvard School of Public Health. Hij onderzocht 93,600 vrouwen tussen 25 tot 42 jaar, een groep die juist een zeer lage kans heeft op een hartinfarct, en ontdekte dat het donkerblauwe wondermiddel, net als aardbeien overigens, de kans op een hartaanval met maar liefst 34 procent verlaagt. Volgens Rimm gelden de resultaten evengoed voor mannen en maakt het ook niet uit of je 25 of 66 jaar oud bent. Wel stevig dooreten, zegt hij, met drie keer per week een halve beker bessen of aardbeien.

#2. Gezond nootje

Nog iets beter dan fruit zijn walnoten. Althans, volgens onderzoek dat dit jaar werd gepubliceerd in de Journal of Nutrition. Twee keer per week een handje walnoten (zo'n 28 gram) verlaagt de kans op diabetes type-2 met liefst 24 procent (in een onderzoek onder vrouwen in de leeftijdsgroep 35 tot 77 jaar).

Wekelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

#3. Broccoli, spruitjes en bloemkool

Net als de blauwe bes worden ook aan broccoli grootse kwaliteiten toegeschreven. De stof sulforafaan in broccoli zou al ons immuunsysteem helpen om schadelijke bacteriën uit onze longen te verwijderen en zou kanker bestrijden en misschien zelfs kunnen voorkomen. Een recent onderzoek in Arthritis & Rheumatism wijst uit dat broccoli ook nog eens artrose kan vertragen of zelfs verhinderen. In Nederland hebben rond de 650.000 mensen artrose, zo blijkt uit cijfers van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Een stijging van deze aantallen is te verwachten vanwege de vergrijzing en toename van obesitas. Tenzij we massaal aan de broccoli gaan dus. In mindere mate is sulforafaan overigens ook te vinden in spruitjes en bloemkool.

#4. Vette vis

Een onderzoek dat 14 jaar in beslag nam, wijst uit dat vette vis (als zalm en makreel), rijk aan omega 3-vetzuren, het risico op hart- en vaatziekten met 35 procent kan verminderen. Daarvoor moet je gemiddeld 400 milligram per dag (zo’n twee keer per week een vettevismaaltijd) aan omega 3-vetzuren binnenkrijgen. Ouderen met een hoog omega 3-gehalte in hun bloed leven bovendien gemiddeld 2,2 jaar langer dan ouderen met een lager gehalte.