Onderling vertrouwen binnen een bedrijf kan het uit de crisis helpen. Maar helaas, constateert Jos Plompen van Great Place to Work Institute: “de korte termijn regeert.”
Begin april verschijnt hij weer, de jaarlijkse lijst van de beste werkgevers samengesteld door Great Place to Work Institute. Dan is bekend welke bedrijven zich een ‘Great Place to Work’ mogen noemen. Samen met de lijst wordt dit jaar een manifest gepubliceerd over goed werkgeverschap. De initiatiefnemers zijn, naast Great Place to Work Institute, de sociale partners CNV, VNO-NCW Jong Management en AWVN en het Nederlands Centrum voor Sociale Innovatie, Vitae en &samhoud. Speciaal voor dit manifest wordt momenteel een onderzoek gehouden onder werkgevers en werknemers. Jos Plompen, ceo van Great Place to Work Institute: “We willen dat goed werkgeverschap meer op de agenda komt van bedrijven én hun medewerkers.”
Waarom is dat nodig?
Plompen: “In bedrijven en bij discussies met sociale partners gaat het meestal om vraagstukken zoals het laatste kwartprocentje van de loonschaal. Andere dingen, die belangrijk zijn voor zowel werknemers als -gevers, worden genegeerd. Het werkklimaat kan beslissend zijn voor de vraag of een bedrijf overleeft. Voor alle betrokkenen is het belangrijk dat er vertrouwen heerst, dat er met plezier wordt gewerkt en dat de werknemers trots kunnen zijn op hun bedrijf. Daar willen we aandacht voor vragen.”
Hoe is het daarmee gesteld?
Plompen: “In de bedrijven die het in ons onderzoek goed doen, zie je dat vertrouwen hoog scoort. Maar dat is maar een kleine kopgroep. De focus in veel bedrijven ligt sterker op de resultaten, en de korte termijn regeert. Men vergeet wel eens wat het woord ‘resultaten’ impliceert, namelijk dat het een resultante van iets is. De resultante van onder meer het gedrag en de sfeer in het bedrijf. Met het onderzoek willen we de stand van zaken in Nederland opnemen.”
Hoe kan het onderling vertrouwen bijdragen aan het overleven van het bedrijf?
Plompen: “Wat je ziet bij bedrijven die het goed doen is dat de onderlinge communicatie tijdens een crisis eerder toe- dan afneemt. Belangrijke informatie wordt gedeeld, er heerst het gevoel dat we samen voor die uitdaging staan, en er ook samen moeten uitkomen. Dat levert vaak waardevolle ideeën op van de medewerkers op de ‘vloer’, die in contact met de klanten staan. Bedrijven die onderling intensief samenwerken, blijken het gewoon beter te doen. Helaas zie je nog te veel dat de directie zich op de hei terugtrekt en vervolgens met een masterplan komt dat aan iedereen wordt opgelegd.”
In hoeverre kunnen de medewerkers bijdragen aan het verbeteren van het vertrouwen en de sfeer?
Plompen: “Het is een misvatting dat alle initiatieven op dit gebied van ‘boven’ moeten komen. Ook medewerkers kunnen initiatieven nemen om het werkvertrouwen en de communicatie te verbeteren. Als ze achterover leunen en wachten op wat de directie bedenkt, schiet het weinig op. Vertrouwen moet van twee kanten komen.”
Op 8 april wordt de Lijst van Beste Werkgevers 2010 bekendgemaakt tijdens een bijeenkomst in Amsterdam. Doe ook mee aan het onderzoek.