Eurolanden die nu de lonen verhogen, begaan een grote stommiteit. De dalende werkloosheid wordt er mee teniet gedaan.
Dat zegt Jean-Claude Trichet, topman van de Europese Centrale Bank (ECB).
Trichet deed zijn uitspraken zondag op de Franse radiozender Europe 1. Hij waarschuwt voor bijkomende effecten van de stijgende grondstoffenprijzen. Met loonsverhogingen zou een grondstoffeninflatie snel overslaan in een looninflatie. De risico’s op inflatie in de eurozone zijn volgens de ECB-president groter dan tot dusver werd aangenomen.
Volgens Trichet zijn de risico’s op prijsstabiliteit in de eurozone op middellange termijn nog steeds in balans, maar bestaat er wel degelijk een kans dat dit evenwicht zal worden scheefgetrokken. In januari bedroeg de inflatie in de eurozone 2,40 procent, het hoogste tempo sinds oktober 2008. Als gevolg van de inflatiedruk zijn de looneisen van onder meer vakbonden in eurolanden toegenomen, ook in Nederland.
Effect stijgende olie- en grondstoffenprijzen
"We kunnen niets doen tegen de plotse stijging van de olie- en grondstoffenprijzen. Maar we moeten wel te allen tijden de zogenaamde secundaire effecten vermijden, dus met name dat de andere prijzen zich eveneens in beweging zetten", zei Trichet zondag. Hij verwees daarbij naar 'alle andere prijzen, de lonen uiteraard inbegrepen'. Gevraagd naar de effecten van stijgende lonen zei hij dat dat een 'grote stommiteit' zou zijn.
De ECB-topman stelt binnen de eurozone vast dat vooral de landen die hun kosten onder controle kregen, ook hun werkloosheid zagen afnemen. Daarbij refereert hij aan de 'opmerkelijke' economische gezondheid van Duitsland. "Bij onze oosterburen stegen de ambtenarenlonen sinds de oprichting van de eurozone maar met 17 procent, tegenover ongeveer 35 procent in Frankrijk", aldus Trichet.
Ook Zoellick waarschuwt voor hoge prijzen
President Robert Zoellick van de Wereldbank waarschuwde vorige week ook al voor de gevolgen van de stijgende grondstoffenprijzen. De evolutie van de prijzen moet volgens hem op de voet worden gevolgd. Zoellick noemt het duurder worden van het voedsel momenteel de grootste uitdaging is waar de wereld mee wordt geconfronteerd.
Gemiddeld zijn de voedselprijzen over de afgelopen twaalf maanden met 29 procent gestegen. Daarmee bevinden ze zich nog maar 3 procent onder de piek van 2008. Inwoners van ontwikkelingslanden worden op dit moment het hardst worden getroffen door de prijsstijgingen, zij besteden vaak de helft van hun inkomen aan voeding. Sinds juni vorig jaar zouden 44 miljoen mensen onder de armoedegrens zijn beland.
Lees ook:
- Nederlandse economie begint te draaien
- In de slipstream van Duitsland
- Cfo's: bedrijven gaan weer groeien
- Productiebedrijven werven weer stevig
