Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Tilly Hermans literair uitgever

Veel auteurs wilden mee toen Tilly Hermans twee jaar geleden vertrok bij Meulenhoff en voor zichzelf begon. Wat heeft 'de Bijenkoningin' wat anderen niet hebben? Haar geheim? “Van mij weten ze dat ik aandacht, zorg en liefde aan hun werk besteed.”

“Mensen denken soms dat ik zelf schrijf. 'Ben je niet bang dat die boeken allemaal op elkaar gaan lijken,' vragen ze. Ik kan je verzekeren: geen woord in de boeken die ik uitgeef, is van mij. Goede auteurs verzinnen dingen waar ik nooit op zou komen. Ze moeten misschien wel vaker schrappen, als ze met mij te maken krijgen, want het kan altijd scherper. Maar overeenkomsten in stijl vanwege mijn betrokkenheid, zijn uitgesloten. Daarvoor verschillen de auteurs in het fonds te zeer. Ik zou niet weten hoe ik de minimalistische en soms absurdistische beschrijvingen van Armando moet rijmen met de meeslepende vertelkracht van Nelleke Noordervliet. Wat dat betreft is de invloed van een redacteur op het schrijfproces gering. Hij is de vroedvrouw die het kind helpt baren. “Een uitgever werkt met het werk van een ander. Zonder de auteur geen boek, geen inkomsten. Het belangrijkste is eigenlijk dat een redacteur niet bang is dienstbaar te zijn. Als hij zegt: ik bepaal wat in het boek komt, komt hij niet erg ver. Er kan van alles tussenkomen voor een boek er is: een overlijden, ouders die plotseling verzorging nodig hebben, een auteur kan tijdelijk niet weten waar het heen moet. Als Roel Bentz van de Berg mij vertelt dat zijn boek toch pas na de zomer af is, leg ik me daarbij neer. Van wat ik ervan gezien heb, wordt het een prachtroman, zijn eerste. Ik ga hem niet zo opjutten dat hij gek wordt.

“Een romanschrijver zit met zijn hele hebben en houden in zijn verhaal. Een non-fictieauteur kan nog eens een boek raadplegen of op onderzoek uitgaan, maar een literair schrijver put alles uit zichzelf. De persoonlijke zorgen – over de hypotheek bijvoorbeeld; schrijvers drinken helemaal niet zo veel als altijd beweerd wordt – kunnen iemand blokkeren. Een redacteur moet niet alleen verstand van literatuur hebben, maar ook empathie. “Natuurlijk, er zijn de pijnlijke momenten. Soms zeg ik vreselijke dingen. Dat een alinea waar een auteur twee dagen op heeft zitten zwoegen, eruit moet bijvoorbeeld. Het is goed als auteurs een beetje zenuwachtig zijn als ik hun werk lees. Je moet ze prikkelen, een beetje streng zijn. Ik heb de naam niet gauw tevreden te zijn. Als bepaalde delen van een roman heel goed zijn, kan de rest ook beter, is mijn redenering. Dan heb ik liever dat de auteur nog een versie schrijft.
Er moet dan uiteraard wel een basis van vertrouwen zijn. Anders houden ze het niet vol. “Van een uitgeverij kun je zeggen dat deze in auteursrechten handelt. Ik zeg liever dat een literaire uitgeverij handelt in het geestelijk erfgoed van een ander.

Dat moet je zo doen dat de ander zich erin kan vinden. De auteursrelatie vind ik heel belangrijk. Ik ben het liefst redacteur-uitgever. Het gaat uiteindelijk om de ont-wikkeling van een schrijverschap. Een literair agent zei laatst: een uitgever is een opdrachtgever. Nou, ik geef nooit opdracht tot het schrijven van een roman, die verzint de schrijver zelf wel. Een schrijver heeft mij nodig om zich ervan bewust te worden wat hij aan het doen is in een roman. Om de zijpaden weg te hakken en duidelijk te krijgen wat de verhaallijn is, wat hij eigenlijk wil vertellen. Je mag het een soort duiding noemen, maar dan een die praktisch blijft. Het is geen literaire analyse. Die komt pas achteraf. Het is merkwaardig hoe intuïtief schrijvers te werk gaan. Oek de Jong beschreef laatst hoe zijn lijvige roman Hokwerda's Kind er gekomen was. De Jong rommelt wat in zijn huis, loopt wat rond, doet een afwasje en ondertussen bouwt de concentratie zich op. Tot hij in een roes raakt en het verhaal alleen nog maar op hoeft te schrijven. Alsof de beelden hem worden aangereikt in plaats van dat hij ze zelf verzint.

“Bij Meulenhoff zag ik dat ik mijn werk niet langer zou kunnen doen zoals ik wil.
Ik kan nu mijn tijd in het werken met auteurs en in mijn boeken steken. Ik voel de commerciële dwang minder, terwijl die feitelijk misschien groter is. Ja, ik heb nu een kleiner team dat moet eten van de boeken die we uitgeven. Bij Meulenhoff namen de vergaderingen almaar toe. Hier vergaderen we een keer per week met directie en uitgevers, meestal korter dan een uur. “Ik zou graag een literaire salon beginnen, waar schrijvers elkaar kunnen ontmoeten. Een uitgeverij zou een huis voor schrijvers moeten zijn. Auteurs kunnen elkaar zo goed motiveren. Waarom al die schrijvers met mij meegingen, toen ik bij Meulenhoff wegging? Ik heb gehoord dat ze al langere tijd onrustig waren over de ontwikkelingen daar. Van mij weten ze dat ik aandacht, zorg en liefde aan hun werk besteed. Ik geef het liefst schrijvers uit die een maat-schappelijk getinte belangstelling voor hun omgeving hebben. Bij Augustus tref je in één huis Ed van Thijn, pleitbezorger van de multiculturele samenleving, naast een critica als Ayaan Hirsi Ali. Die polemische voorliefde heb ik overgehouden aan Renate Rubinstein en Rudy Kousbroek, mijn twee eerste auteurs.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

CV Tilly Hermans

1950 > geboren in Santpoort-Zuid
1968 > eindexamen gymnasium alfa Petrus Canisius Lyceum te Alkmaar
1968 > werkt in de voormalige Amsterdamse boekwinkel Allard de Lange
1968 > groeit uit van manusje-van-alles onder het toeziend oog van nestor Theo Sontrop tot teamchef bureauredactie en later fondsredacteur en uitgever Nederlands fonds bij Meulenhoff.
1980 > stelt met Adriaan van Dis de literaire bloemlezing Land der Letteren samen

2002 > uitgever in de eigen uitgeverij Augustus, een onderdeel van uitgeverij Contact