Tevreden of zelfs blije werknemers, dat is waar een goede werkgever naar zou moeten streven. Maar leidt het niet tot gemakzuchtige, niet veranderingsgezinde medewerkers en dus een passieve organisatie?
GOEROE VAN DE WEEK
Managamentgoeroes te over. MT presenteert elke week een goeroe die er echt toe doet.
Deze editie: Costas Markides
Er is een school van denken die ervan uitgaat dat een tevreden werknemer een goede werknemer is. Wie tevreden is, is meer betrokken en brengt meer creativiteit en productiviteit naar het werk. Volgens het Amerikaanse onderzoeksbureau Gallup is de verhouding tussen betrokken en niet-betrokken werknemers bij bedrijven van wereldklasse bijna 10 tegen 1. Bij middelmatige bedrijven is dat minder dan 2 tegen 1.
Costas Markides, hoogleraar aan de London Business School en nummer 31 in de Thinkers50, denkt er echter anders over. Hij pleitte onlangs in Businessweek tegen de stelling dat werknemersgeluk ertoe doet. “Zoals we allemaal weten, leidt ontevredenheid tot een zoektocht naar alternatieven en innovatie.”
First movers versus fast seconds
En de zoektocht naar alternatieven, of nieuwe markten, is juist wat bedrijven fit houdt. Markides heeft een aantal jaren van zijn wetenschappelijke carrière aan dit onderwerp gewijd om in kaart te brengen hoe innovatie verloopt en hoe bedrijven er succesvol in kunnen zijn. De belangrijkste conclusie: het zijn vaak niet de first movers die een nieuwe markt veroveren maar de fast seconds. Volgens Markides is het slagveld van de geschiedenis van het bedrijfsleven bezaaid met goede ideeën en producten die later door iemand anders werden opgeschaald.
Een recent voorbeeld hiervan is de internetzoekmachine. Toen Sergey Brin en Larry Page nog onderzoek deden aan Stanford, waren onder meer Excite en Altavista de zoekmachines die mensen gebruikten. Maar met hun nieuwe algoritme en businessmodel wisten Brin en Page de markt begin deze eeuw over te nemen en werd zoeken op internet herdoopt tot Googlen.
Een ander voorbeeld is de wegwerpluier. Deze werd in de jaren zeventig onder de naam Pampers groot gemaakt door Proctor & Gamble. Maar de eerste wegwerpluier werd al in de jaren dertig uitgevonden door een klein bedrijf genaamd Chicopee Mills dat later werd overgenomen door Johnson & Johnson.
Laat werknemers hun grenzen opzoeken
Volgens Markides moet een bedrijf een aantal dingen op orde krijgen om de innovatiestrijd aan te kunnen. Een van de belangrijkste is, hoe kan het anders, de cultuur. Er moet een gevoel van urgentie leven. Werknemers moeten doelen krijgen die ze dwingen de grenzen van hun kunnen op te zoeken. Verder moeten ze de ruimte krijgen om te experimenteren en fouten te maken. "Je moet mensen belonen voor nieuwe ideeën. Je moet ze tijd geven om nieuwe producten op de markt te brengen. Voor nieuwe groeimarkten zou het tien jaar kunnen duren voordat een nieuw product gaat leveren."
Het streven naar werknemerstevredenheid is iets wat volgens Markides niet bij zo'n cultuur past. "Helaas moeten organisaties om te slagen de hele tijd moeilijke keuzes maken. De werkelijkheid is dat elke keer als we een moeilijke keuze maken, sommige mensen zullen winnen en sommigen verliezen. De winnaars zullen blij zijn, de verliezers niet. Als iedereen in je organisatie blij is, zou dat kunnen zijn omdat je er niet in slaagt ze te leiden."
Lees ook:
-
Tevreden medewerkers werken thuis
-
Zo krijgen uw medewerkers hart voor de zaak
-
Vrouwelijke werknemer positiever en meer trouw