Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Techondernemers: Verhagen goed bezig

Snelgroeiende tech-ondernemers zijn positief over het beleid waarmee Den Haag de innovatie aanjaagt. Alleen de bureaucratie mag wel wat minder.

 

Dat blijkt uit een onderzoek van TechBusiness. Het technologiemagazine vroeg in samenwerking met Deloitte Technology Fast50, het platform voor snelgroeiende techbedrijven, ondernemers en managers naar hun ervaringen met de overheid. Niet minder dan zeventig procent blijkt tevreden met de sectorenaanpak die innovatie-minister Verhagen hanteert in zijn nieuwe beleid.

Topsectoren

Verhagen heeft negen gebieden aangewezen, deels aansluitend op de Sleutelgebieden die het Innovatieplatform eerder had benoemd, die zo’n anderhalf miljard aan innovatiegeld te verdelen krijgen. Daarvoor moeten de zogenoemde Topsectoren wel zelf met goede voorstellen komen. Half juni dienen de zogenoemde ‘topteams’ hun voorstellen in bij de minister.

Energie en High-Tech favoriet

Nederland zou volgens de door TechBusiness bevraagde techbedrijven het meest moeten inzetten op Energie, High-Tech Materialen en Systemen, gevolgd door Water, Life Sciences en de Creatieve Industrie. Chemie en Tuinbouw zien de tech-ondernemers duidelijk niet als belangrijke speerpunten van innovatiebeleid. Overigens is er wel degelijk kritiek te horen op de sectorenaanpak: Den Haag kiest niet scherp genoeg. Ook vaak gehoord: door bestaande successen te versterken, laat je disruptieve innovatie links liggen.

Prioriteit: investeren in kennis

OVER ONDERWIJS

"Vanaf het basisonderwijs zou gestructureerd en exact omgaan met kennis net zo'n basisvaardigheid moeten worden als schrjiven en rekenen"
"Lok bèta-studenten met fiscale stimuli."

Innovatie bevorderen gaat niet alleen maar om geld. Wat zou de eerste maatregel zijn als techondernemers zelf minister van innovatie zouden zijn? Heel vaak genoemd: investeren in kennis. Zorgen voor goed (beta-)onderwijs en een hogere output van de kennisinstellingen. Talent moet zo vroeg mogelijk worden aangetrokken en voorzien van de juiste vaardigheden en kennis. De samenwerking tussen universiteiten en bedrijven zou ook worden aangepakt. Enerzijds valt daar veel te winnen, anderzijds hameren ondernemers er ook op, dat de taak van universiteiten vooral ligt bij fundamenteel onderzoek, en dat ze toegepast onderzoek kunnen overlaten aan bedrijven en commerciële onderzoeksinstellingen als TNO.

Ondersteun R&D

OVER R&D

"Laat echte ondernemers de subsidieaanvragen beoordelen"
"Laat ook de eindgebruiker meebeslissen, en betrek een launchng customer erbij."

Een deel van de ondervraagden ziet alle subsidies liever omgezet in een algemene belastingverlaging, maar meer ondernemers zien toch wel wat in ondersteuning van R&D. Mits die doelgericht en minder complex is dan veel huidige regelingen. Meer groeikapitaal vrijmaken voor innovatieve startups krijgt ook handen op elkaar. Een garantiestelsel voor zaaikapitaal wordt geopperd, of een apart fonds voor ervaren innovatieve starters.

Tevreden

OVER ROMPSLOMP

"Door de bureaucratie kost het ons meer dan het oplevert."
"De WBSO verzwaart onze administratieve lasten."
"Maak het veel eenvoudiger: 'subsidie, tenzij', in plaats van een negatief uitgangspunt."Overigens is een (krappe) meerderheid van de ondervraagde tech-ondernemers ook nu al tevreden over de manier waarop de overheid technologiebedrijven ondersteunt.  Opvallend hierbij: de overgrote meerderheid van de ondernemers gebruikt wel één of meer regelingen, waarmee de overheid innovatieve bedrijven financieel ondersteunt. Dat geeft aan, dat de ondernemers misschien kritisch staan tegenover subsidie, maar de middelen wel inzetten om hun concurrentiekracht te vergroten.

WBSO populair

OVER WBSO

"Alleen grote bedrijven hebben tijd om daar werk van te maken."
"Je begint soms aan een project, voordat er zekerheid is over de WBSO."

Een flink deel van de ondernemers weet bijvoorbeeld een regeling als de WBSO te vinden: bijna 38 procent maakt gebruik van deze loonkostensubsidie voor R&D-personeel, en is ook nog eens tevreden over de faciliteit, al zou nog wel gesleuteld kunnen worden aan vooral een soepelere en snellere administratieve afwikkeling. Soms kost de aanvraag gewoonweg te veel tijd. Wat ook vaker terugkomt: de WBSO geldt voor personeel, terwijl veel bedrijven met freelance experts werken, die ze niet onder de regeling kunnen brengen.

Innovatievouchers

ALS IK VERHAGEN WAS…

"Zou ik Open Innovatie steunen"
"Zou ik de overheid transformeren van subsidiegever tot afnemer van innovatie."
"Zou ik subsidies afschaffen, in ruil voor een lagere belastingdruk."

Bijzonder populair blijken de innovatievouchers, waarvan maar liefst 43 procent gebruik heeft gemaakt. Ook het Innovatiekrediet (20 procent) en de borgstelling MKB Kredieten (bijna 25 procent) scoren goed. Regelingen als het IPC, het InnovatiePrestatieContract waarbij mkb-ondernemers en kennisinstellingen samen aan R&D doen, worden duidelijk te omslachtig gevonden. “Complex en ondoorzichtig,” merkt een ondernemer op: “er wordt kunstmatig een groep bedrijven bij elkaar gezocht om aan het vereiste aantal te komen. De regeling kan beter van een concreet gewenst resultaat uitgaan.”

Voor elk wat wils

Al met al gebruikt maar een kleine minderheid van de ondervraagde techbedrijven geen enkele regeling. De techbedrijven zijn dus niet afkerig van financiële bijstand, maar die beschouwen ze lang niet als voornaamste taak van de overheid. Goede bescherming tegen patentinbreuk, een liberalere arbeidswetgeving en goede infrastructuur stellen ze hoger op de prioriteitenlijst dan een lagere belastingdruk, subsidie of het stimuleren van investeringskapitaal.

Tech-ondernemers groeien

OVER TOPSECTOREN

"Binnen de 9 gebieden past bijna alles; er moet echt worden gekozen."
"Stel ambitieuze doelen, zoals Singapore en Duitsland dat doen."De techondernemers bewijzen overigens wel, dat ze – ondanks of dankzij de overheidsinspanningen – groeien. En wel dwars tegen de crisis in: driekwart van hen geeft aan, dat ze de afgelopen drie jaar omzetgroei hebben doorgemaakt. Van de groeiers ging het in bijna zeventig procent van de gevallen om meer dan 10 procent gemiddeld per jaar, oplopend tot een handvol snelle groeiers die het tempo op meer dan 300 procent per jaar wisten te houden.

R&D de sleutel?

Een sleutel tot dit groeisucces kunnen de R&D-inspanningen zijn geweest. De helft van de bedrijven gaf vorig jaar namelijk meer dan 10 procent van hun omzet uit aan onderzoek en ontwikkeling. Vergelijk dat met het landelijk gemiddelde van nog geen 2 procent dat Nederlandse bedrijven van hun omzet steken in R&D.

Bekijk hier in grafieken wat de tech-ondernemers vinden van de overheid

 

Lees ook:

 

Verantwoording

Het onderzoek ‘Overheid en Technologieondernemers’ is in april 2011 online uitgevoerd onder lezers van TechBusiness, Sprout, Management Team en de ceo’s van de snelgroeiende bedrijven uit de  Deloitte Technology Fast50. Het grootste deel van de ondernemers en managers was actief in internet- of media, gevolgd door software en ICT. Hun ondernemingen hadden overwegend een MKB-omvang van minder dan 50 FTe (69,4 procent). Ruim vijftien procent behoorde met een omvang van meer dan 500 Fte tot het grootbedrijf.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

 


 

Wie werknemers verplicht terug te keren naar kantoor, slaat de plank mis

Eis jij dat je personeel terugkeert naar kantoor? Dan maak je een grote vergissing. Volgens Harvard-prof Prithwiraj Choudhury is de belangrijkste strategie van de 21ste eeuw juist het omgekeerde: bedrijven brengen hun werk naar de mensen, waar ze ook zitten in de wereld. 'Een win-win voor bedrijven, individuen en gemeenschappen.'

remote werken werknemers wereld the world is your office
Foto: Getty Images

Amerikaanse bedrijven, zoals Amazon en Goldman Sachs, eisen inmiddels dat werknemers terug naar kantoor komen. Dat is in Nederland nog niet het geval, maar de spanning tussen werkgevers en werknemers neemt wel toe.

Uit een recent onderzoek van LinkedIn blijkt dat 47 procent van de Nederlandse professionals zich onder druk voelt gezet om vaker naar kantoor te komen dan ze zelf willen. 59 procent van de werknemers tussen de 18 en 42 jaar ziet dat terugkeren als problematisch.

Werkgevers die hun mensen terug op kantoor willen zien, slaan de plank behoorlijk mis. Althans volgens Prithwiraj ‘Raj’ Choudhury, hoogleraar aan Harvard Business School en Wharton. Voor deze managementdenker is de toekomst van werk WFA, dat staat voor Work From Anywhere.

Hybride werken is halfzachte oplossing

Dat is niet te vergelijken met een paar dagen per week thuiswerken of remote werken op satellietkantoren. Dat hybride werken van vandaag is maar een halfzachte oplossing. Dit gaat over werknemers die zelf kiezen waar ze wonen en werken. Of dat nu in een loft in Tokio is of in een hutje in de Franse Alpen. De plek waar het kantoor van hun werkgever staat, heeft daar geen invloed op.

Leiders moeten beseffen dat WFA ‘de belangrijkste talentstrategie van de 21ste eeuw’ is, schrijft Choudhury. Daarvoor komt hij in The World Is Your Office, dat op 22 april verschijnt, ook met bewijs.

Dat heeft hij de afgelopen tien jaar verzameld op verschillende continenten, in verschillende sectoren en bij zowel gevestigde bedrijven als startups. Het belangrijkste argument om vanaf nu te gaan investeren in WFA? Het aantrekken en het behouden van divers en productief talent over heel de wereld.

Lees ook: Personeelstekorten los je niet op met pleisters plakken

Beter voor talent

Bedrijven die werknemers nog altijd in de buurt van hun vestigingen willen hebben, beperken zichzelf. Ze vissen in een kleine vijver, waar veel meer bedrijven in vissen. Waarom houden ze in deze digitale tijden nog vast aan geografische grenzen, vraagt de prof zich af.

Het is veel beter om het werk naar de werknemers te brengen, waar ze dan ook zitten. Bedrijven hoeven daarvoor geen nieuwe vestigingen te openen. Er is al evenmin gedoe met visa of emotioneel zware verhuizingen naar vreemde landen.

Onderzoek heeft al aangetoond dat werkgevers met de WFA-strategie beter gekwalificeerd en diverser talent aantrekken, dat de productiviteit verhoogd wordt, dat werknemers langer blijven hangen en dat er belangrijke kostenbesparingen aan vastzitten. Dat is ook de ervaring van bedrijven die deze strategie al toepassen.

GitLab en Zapier

Zo heeft ontwikkelaarsplatform GitLab geen kantoren, maar wel meer dan 2.000 werknemers verspreid over 65 landen. Het bedrijf wordt gewaardeerd op meer dan 8 miljard dollar. Softwarebedrijf Zapier heeft evenmin kantoren, maar wel meer dan 800 werknemers verspreid over 38 landen en een waardering van 5 miljard.

Choudhury heeft achter de schermen gekeken bij die bedrijven, maar ook bij USPTO, het patentbureau van de VS, dat in 2012 een eerste WFA-programma lanceerde. Dat leverde 4,4 procent meer productiviteit op. Na drie jaar noteerde het bedrijf al een besparing van 39 miljoen dollar op kantoorruimtes. GitLab bespaart zo 18.000 dollar per jaar, per werknemer.

Andere voordelen zijn het verminderen van de CO2-uitstoot van het forenzen en het voorkomen van leegloop van dorpen en kleinere stadjes, omdat de lokale talenten niet langer worden gedwongen te verhuizen voor een betere toekomst. ‘WFA is de toekomst, het is een win-win voor bedrijven, individuen en gemeenschappen.’

Kan ook bij fabrieken

Wie denkt dat WFA alleen interessant is voor techbedrijven, startups of de traditionele kantoorbanen in marketing, hr, klantenservice of juridische diensten vergist zich. Deze strategie kan veel breder worden toegepast, geeft Choudhury aan.

Wat gedaan kan worden op afstand, heeft dankzij de voortschrijdende technologie steeds minder beperkingen. Denk bijvoorbeeld aan digital twins, waarmee processen in fabrieken op afstand gemonitord kunnen worden. Ook ziekenhuizen of magazijnen kunnen volgens hem ‘gecontroleerd worden vanaf een keukentafel’.

BMW bouwt een slimme fabriek in Hongarije, die eind dit jaar open zou moeten gaan. Ingenieurs kunnen daar elk aspect van de productielijnen virtueel controleren. Choudhury was zelf bij de introductie van digital twins en AI-tools in een Braziliaanse fabriek van Unilever die wasmiddelen produceert.

Lees ook: Digital twins zijn het nieuwe businessmodel van HaskoningDHV

Digitale twins

Ook al was het trainen van medewerkers een uitdaging die enkele jaren in beslag nam, de uiteindelijke balans was positief. Optimalere processen, grotere hoeveelheden sneller produceren en minder energieverbruik.

Unilever heeft diverse fabrieken in onder meer Indonesië en Zuid-Afrika inmiddels verregaand gedigitaliseerd. ‘Het bedrijf speelt met het idee om één operationeel centrum te openen om toezicht te houden op de wereldwijde productie.’

Dat gebeurt al bij het digitale twin-model van de Turkse energiemaatschappij Enerjisa Üretim, dat op één centrale locatie alle centrales overziet. ‘Dat stelt de ingenieurs van dit bedrijf in staat om in Istanbul te wonen, in plaats van een afgelegen regio van Turkije.’

Alleen verwarren heel wat leiders nog altijd werk met kantoor, weet de hoogleraar. Ze zien vooral problemen in plaats van kansen. Choudhury brengt ze samen onder drie noemers: communicatie, kennisdelen en isolement. ‘Met de juiste managementpraktijken kan elk obstakel overwonnen worden.’

Obstakel 1: Communicatie

Het communicatieprobleem is echt niet nieuw. Bedrijven zijn al gewend aan werknemers op verschillende plekken en in verschillende tijdzones. De sociale cohesie is een argument dat managers vaak gebruiken om mensen te laten terugkeren naar de werkvloer.

Choudhury zet daar toch wat vraagtekens bij. ‘De Cupertino-campus van Apple omvat 360 hectare. Hoe groot is de kans dat werknemers contact hebben met iemand aan de andere kant van die campus? In een ander gebouw? Op een andere verdieping?’

Onderzoek uit 1977 heeft al aangetoond dat een afstand van 10 meter tussen collega’s de kans op spontane interactie aanzienlijk vermindert. En dat het bij 25 meter al wordt gereduceerd tot nul. ‘Het bijeenbrengen van de juiste mensen en de juiste informatie om effectief samen te werken op een innovatieve manier zal een uitdaging blijven.’

Workflow aanpassen

Technologie biedt ook hier een oplossing, informatie kan hierdoor veel gemakkelijker worden uitgewisseld. Direct via online meetings, of meer asynchroon via e-mail, apps of platforms zoals Slack. Bij GitLab is de workflow al helemaal aangepast op deze asynchrone vorm van communicatie.

Taken worden afgewerkt en op het eigen platform geplaatst, of er wordt om feedback gevraagd voor verbeteringen. ‘Heel wat anders dan het presenteren van een compleet product tijdens een teamvergadering om er dan achter te komen hoeveel het nog verbeterd kan worden.’

Bij appontwikkelaar Doist werken meer dan honderd mensen verspreid over 35 landen. Dit bedrijf werkt met hun eigen oplossing: Twist. Deze app zorgt voor de nodige transparantie, omdat mensen van alles in threads kunnen nazoeken. Kennis, beslissingen, discussies, vragen en dergelijke.

Grenzen stellen

Van niemand wordt een direct antwoord verwacht. Teamleden worden juist aangespoord om eerst na te denken voor ze hun ideeën opschrijven of feedback geven. Dat levert kwalitatief betere resultaten op dan ‘wat tijdens fysieke vergaderingen wordt geroepen’, vertelt een manager van het bedrijf in het boek.

Bovendien komen de winnende voorstellen minder vaak van ‘de mensen met hoge posities of de luidste stemmen’. Zo worden dus ook meer diversiteit, creativiteit en innovatie aangemoedigd. Tegelijkertijd moeten leiders wel grenzen stellen, zoals ‘ping-vrije uren’, om te voorkomen dat mensen te veel worden afgeleid.

Lees ook: Diversiteitsquota zijn als pijnstillers, ze lossen het echte probleem niet op

Obstakel 2: Kennis delen

Een andere veelgehoorde kritiek in managementkringen is dat het voor mensen die remote werken moeilijk is om bij te blijven, om te leren van elkaar of blunders te voorkomen dankzij meer ervaren collega’s. Hoe krijgen ze op afstand de relevante en actuele informatie die ze nodig hebben om hun werk te doen?

Choudhury erkent dat dit wel een uitdaging is, maar wijst erop dat allereerst alle informatie van de organisatie beschikbaar moet zijn. Van het aanvragen van budgetten, het schema voor een productlancering, tot sollicitatieprocedures. Zelfs ‘stilzwijgende informatie’ moet worden uitgeschreven en zo worden opgeslagen dat het te vinden is.

De praktijk bij bedrijven is dat dit soort informatie tot nu toe als tweederangs wordt beschouwd. De kwaliteit ervan is armoedig, de informatie is incompleet, verouderd, niet relevant, of bevat alleen feiten en cijfers in plaats van nuttige inzichten.

Tik-op-de-schouder-aanpak

‘Veel bedrijven hebben dat opgelost met een tik op de schouder aanpak’, schrijft hij. De informatie zelf is niet beschikbaar, dus wordt het alles aan de collega’s of de manager gevraagd. Die zijn of haar aanpak graag zal delen, al kan het bij een andere collega zo weer op een andere manier worden aangepakt.

Wat WFA doet, is dit gebrek aan nuttige informatie en praktijkkennis voor het voetlicht brengen. Het is een enorme investering, beseft Choudhury, maar voor een WFA-bedrijf is het essentieel om deze kennis tot in de details op te schrijven en toegankelijk te maken.

Bij GitLab hebben ze bijvoorbeeld een handboek gemaakt dat antwoord geeft op elke vraag die met hoe begint. Iedereen werkt er ook aan mee, het opschrijven waar ze aan gewerkt hebben en wat ze geleerd hebben is gewoon onderdeel van de dagelijkse job. Het is de prijs die ze betalen voor WFA.

Zelfs GitLab-founder en voormalig ceo Sid Sijbrandij besteedt een uur per dag aan het ‘codificeren’ van de opgedane kennis. Dit handboek is ook de eerste bron voor iedereen, dit is de Wikipedia van het bedrijf, en dus niet de senior collega of de manager. Als dit handboek geprint zou moeten worden, dan rollen er zo 2.000 pagina’s tekst uit de printer.

Lees ook: Drie grote uitdagingen voor hr en recruitment tot 2030

Obstakel 3: Isolement

Een andere drempel zijn de zorgen over het isolement waar werknemers op afstand in terecht zouden komen, zowel professioneel als sociaal. Daardoor denken managers dat ze veel meer zullen worstelen met het ondersteunen van hun mensen en dat ze signalen over burn-out bijvoorbeeld zullen missen.

WFA leidt vaker tot extreme betrokkenheid en het nodige overwerk, weet Choudhury. Hij raadt die managers aan om productiviteit te beoordelen op de kwaliteit van het werk en niet op het aantal uren dat erin is gestoken. Ook moet het bedrijf serieus investeren in welzijn. Werknemers op afstand die risico lopen, moeten worden begeleid.

Een andere uitdaging is het op afstand opbouwen van een professioneel netwerk. Dat is de sleutel voor continue groei en vooruitgang in de carrière, is de heersende gedachte. Voor Choudhury is die redenering wat te simpel.

Vooroordelen sijpelen digitaal door

WFA kan een risico zijn voor de carrière, maar hij wijst op andere, veel subjectievere factoren die een rol spelen. Vooral de (onbewuste) vooroordelen van managers bij het beoordelen van mensen voor promotie. Uit onderzoek van de auteur blijkt dat die biases ook doorsijpelen naar de digitale werkvloer.

Werknemers op afstand dragen in brede zin minder bij aan de organisatie, omdat ze niet deelnemen aan allerlei activiteiten. Ze zijn minder gehecht aan hun collega’s en ze zijn minder toegewijd aan de waarden en de missie. Het zijn zorgen die Choudhury erkent, maar daar zijn wel degelijk oplossingen voor.

Hij geeft er twee in zijn boek: virtuele waterkoelers en bedrijfsuitjes. De virtuele waterkoeler, bij ons beter bekend als de koffieautomaat, is een soort vaste en verplichte online afspraak waar deelnemers niet over het werk praten, maar over tuinieren, huisdieren of sporten.

Virtuele koffieautomaat

Het kunnen ook mentor- of vraag-en-antwoordsessies zijn met nieuwe medewerkers en managers. Of de ceo kan opeens opduiken en uitleg geven over de strategie. Wat deze virtuele events interessant maakt, is dat de deelnemers vooraf niet weten wie er aanwezig zal zijn.

Uit zijn eigen experiment bij een grote investeringsbank met stagiaires en managers bleek dat de virtuele waterkoelersessies een positief effect hadden op hun tevredenheid en productiviteit. Ook bleken de deelnemers na afloop van hun stage vaker een aanbod voor een baan te krijgen.

Eén deelnemer verwoordde het zo: ‘Op kantoor zaten de senior managers op een andere verdieping. Niemand van de stagiaires stapte de lift in naar deze cxo-etage voor een toevallig gesprekje. De virtuele waterkoelers waren een gamechanger.’

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Bedrijfsuitstapjes

Bedrijfsuitstapjes op een aantrekkelijke locatie, waarbij het bedrijf de kosten op zich neemt, zijn ook een goede manier om te netwerken. Daaraan kunnen ook allerlei presentaties worden gekoppeld, over de strategie of nieuwe producten.

Zapier doet dat bijvoorbeeld twee keer per jaar en dan vijf dagen lang. De ene helft van de dag wordt ingevuld met activiteiten die focussen op het bedrijf, de andere helft met wandelingen, boottochten, bezoeken aan filmsets en dergelijke. Maar er is ook voldoende vrije tijd voorzien.

Het is niet de bedoeling dat dit een workation wordt, waarbij iedereen individueel aan het werk gaat, geeft Choudhury nog mee. Het doel is elkaar leren kennen, bouwen aan relaties en het bedrijf leren kennen. Denk ook aan het ontwikkelen van een set van rituelen die kunnen helpen bij het onderdompelen in de cultuur van het bedrijf.

Daarmee kunnen medewerkers op afstand een hele tijd vooruit, bevestigt zijn eigen onderzoek bij Zapier. Goedkopere opties zijn er ook. Zelfs korte gezamenlijke uitstapjes, zoals het volgen van een conferentie of een debatsessie, leiden al tot een betere connectie en samenwerking die lang aanhoudt.

Lees ook: Dit is wat werknemers echt belangrijk vinden in een baan