Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Talentmanagement – Pamela Boumeester

Als directievoorzitter van NS Poort en commissariatenverzamelaar behoorde Pamela Boumeester jarenlang tot de machtigste vrouwen van Nederland. Nu is ze ‘op zoek naar nieuwe perspectieven'. ‘Als meisje wilde ik dierenarts worden. Eigenlijk nu wel weer.'

Na een succesvolle, maar ­hectische periode van zo'n twintig jaar is Pamela ­Boumeester bewust even in between jobs. Nu ze het ­huwelijk tussen NS Vastgoed en NS ­Stations succesvol heeft gesloten, is de voormalig directievoorzitter van NS Poort sinds een maand "op zoek naar nieuwe perspectieven", zoals ze het zelf mooi uitdrukt. Aan ­tafel zit een zelf­bewuste vrouw, gekleed in een felrood colbert en donkere pantalon. De ­klassieke gouden sieraden en ­bijpassende bril met gouden montuur geven haar een verzorgde, maar ietwat statige ­uitstraling. Weinig verwonderlijk voor iemand die commissariaten be­kleedt bij Ordina, Delta Lloyd en PCM en vaak te vinden is in de lijstjes met ­machtigste vrouwen in Nederland.

U wordt wel omschreven als ‘harde tante'. Hoe zou u zichzelf omschrijven?

"Als een vrolijk, nieuwsgierig en optimistisch mens, met ontzettend veel energie. Ik kom uit een gezin met vijf kinderen en zelfbewuste ouders. Mijn vader was ­advocaat. Mijn moeder runde de huishouding en deed het leeuwendeel van de verzorging van de kinderen. Daarnaast was zij actief in het vrijwilligerswerk en startte zij op enig moment een vrij grote  schapenfokkerij. Ik werd opgevoed in een sfeer van: jij mag er zijn. Dat had een ­positief effect op mijn zelfbeeld en ­zorgde voor zelfvertrouwen. Wij kregen als kind overwegend positieve feedback."

Is dat van grote invloed geweest op uw ­latere carrière?

"Dat denk ik zeker. Mensen die in een beperktere omgeving opgroeien hebben wat vaker een lager zelfbeeld. Dat leidt vaak tot wat ik noem ‘dubbeltjesgedrag'. Vrouwen hebben hier sowieso iets vaker last van dan mannen, vind ik. Voor een deel zit dat volgens mij in een ­grotere mate van gezagsgetrouwheid. Het is ­jongetjes wat vaker gegeven om een beetje stout te durven zijn. Ik denk dat vrouwen echt veel kunnen toevoegen, maar het groot durven denken, dat heb ik niet van vrouwen geleerd."

Hoe bedoelt u?

"Ik hoorde lingerieondernemer Marlies Dekkers ooit eens zeggen: vrouwen ­beginnen vaak met een klein boekwinkeltje, mannen starten meteen een hele keten. Ik vrees dat daar een kern van waarheid in zit."

Wie ontdekte de talenten van Pamela ­Boumeester?

"Allereerst mijn eigen mensen. Daarnaast enkele leidinggevenden voor wie ik werkte. In een vroeg stadium bijvoorbeeld iemand als Hill Abrahamse, een regiodirecteur van de Randstad. Zij vroeg of ik voor haar wilde komen ­werken, terwijl ze nog niet eens een vastomlijnde rol in gedachten had."

Wat zagen die mensen vooral in u?

"Ik denk vooral lef, durf. In letterlijke zin: ergens voor staan en niet wijken."

Wilde u als klein meisje al directeur ­worden? 

"Nee, ik wilde dierenarts worden – en ­eigenlijk wil ik dat wel weer worden. Het keerpunt was toen ik ontdekte een ­uitgesproken alfa te zijn. Ik had een ­enorme hekel aan ruimtelijk-wiskundige vakken zoals meetkunde. De omslag naar management kwam stapsgewijs en ­relatief onbewust. Ik had na mijn studie mijn eigen ­cateringbedrijf en managen ging mij verrassend makkelijk af."

Wat is uw eigen managementstijl?

"Ik ben uitermate consistent en laat veel ruimte, maar hou wel altijd een vinger aan de pols. Vooral als ik heb gezien dat ­mensen echt kwaliteit hebben, kan ik de dingen goed loslaten, wat niet betekent dat ik niet af en toe wil weten hoe het zit. Ik ben in de goede zin van het woord wel een beetje paranoïde, maar het zit als ­manager uiteindelijk vooral in het doen. Als je zegt: ik geef jullie een bepaalde ­autonomie, maar je doet het vervolgens niet, dan gaat het nooit werken. Vandaar dat ik consistentie als eerste genoemd heb. Daarnaast nemen mensen niet zo snel een loopje met mij. Doen ze dat wel, dan geldt het adagium: vertrouwen komt te voet, maar gaat te paard."

Krijgen ze dan de ijzeren dame te zien, ­zoals u wel bekend staat?

"Dat valt erg mee, denk ik. Al zou je dat eigenlijk aan de mensen om mij heen moeten vragen. Ik heb een beetje strenge mimiek, daar moet ik bij fotoreportages altijd op letten. Daarnaast ben ik nogal ongeduldig en zéér gedreven. Dat heeft een mooie en een minder mooie kant. Op een gegeven moment moet het bij mij wel een keer klaar zijn, er moet niet eindeloos getut worden over een bepaald ­onderwerp. Verder ben ik erg gericht op kwaliteit en vind ik het niet prettig om daaraan al te veel concessies te doen."

Haalt u daarom bewust sterke mensen ­binnen?

"Ja, ik stimuleer mijn mensen ook altijd om talent te herkennen en te benutten."

Boumeester toont een boekje dat in 2006 onder haar regie gemaakt werd, Talent herkennen bij NS Reizigers. In dit boekje ­benadrukt ze de waarde van het systematisch werk maken van talentidentificatie en talentontwikkeling. Ze onderscheidt  verschillende potentieelcriteria, zoals leervermogen, ambitie, lef en verrassen. 

Op welke terreinen maakt u zelf het ­verschil?

"Het zit denk ik vooral in mijn vasthoudendheid. Dingen niet alleen maar ­oppakken, maar ze ook echt afmaken. ­Verder ben ik consistent, maar met humor. Daarnaast is er mijn permanente nieuwsgierigheid en vind ik het leuk om te ­ontdekken hoe ik het beste uit mensen kan ­halen. Op dat laatste vlak geef ik niet snel op. Ook omdat zoveel mensen hun eigen talenten niet kennen. Het is zo zonde als talent verdampt omdat het simpelweg nooit ontdekt werd."

In interviews lees ik ook over uw vermogen om met alle lagen van de organisatie te ­praten. Hoe cruciaal is dat in uw succes?

"Het is belangrijk, denk ik, maar wel altijd vanuit het perspectief dat je ook een rol hebt. Je kunt niet alles voor iedereen zijn in een organisatie van 11.000 ­mensen. Je zou daarmee ook de managementlagen ertussenin enorm tekort doen. Contact kunnen maken met allerlei mensen in alle lagen van het bedrijf helpt wel om te ­snappen waarom de dingen zijn zoals ze zijn, zodat je ook een aanknopingspunt hebt om ze zinvol te veranderen. Verder is ­empathie ook cruciaal. Echt snappen wat mensen beweegt is van niet te onderschatten belang voor managers."

Wat voor soort managers vraagt in uw ogen de huidige onzekere tijd?

"Mensen die micro en macro kunnen combineren. Dat zijn dus mensen die echt contact kunnen maken en nieuwsgierig zijn, maar tegelijkertijd ook een ­macroblik hebben in termen van:  waar moet het heen met dit bedrijf en waar gaat het in de kern om? Daarnaast moeten mensen het vermogen hebben om altijd te durven kiezen. Dan gaat het om het kiezen van mensen, maar ook om: waar sta je voor met je bedrijf? Daarbij vind ik – zoals ik al eerder aangaf – consistentie van enorm belang. Bij NS Poort hebben we destijds bijvoorbeeld gezegd: wij zijn van stations en van stationsgebieden. En dat betekent dus dat wij níet van de duizend-en-één dingen daaromheen zijn. Daarnaast helpt het als je onafhankelijk kunt denken en dus niet met alle winden meewaait. Wel luisteren naar wat ­anderen te melden hebben, maar at the end of the day wel autonoom durven zijn en durven kiezen."

U bent net weg bij NS Poort. Was het ­grootste deel van de klus achter de rug?

"Ja, daar komt het wel op neer. Ik heb de afgelopen drie jaar op het verzoek van de NS hoofddirectie de bedrijven NS ­Stations en NS Vastgoed geïntegreerd tot één ­bedrijf. Het waren twee zeer ­verschillende onderdelen met een heel eigen cultuur en een volstrekt andere scope. NS Stations was bijvoorbeeld vijf keer zo groot als NS Vastgoed, waar niet meer dan 120 mensen werkten. Op het eerste gezicht was het dus geen voor de hand liggend huwelijk. Het woord fusie is in mijn ogen geen prettig woord, het doet niets met je. Ik heb daarom vanaf het begin geroepen: wij gaan met NS Vastgoed trouwen. ­Samen iets nieuws maken, iets wat er nog niet was. Cees de Boo, die destijds ­directeur van het Vastgoedbedrijf was, had aan het einde van een integratie­sessie geregeld dat er twee stretch limo's voor de deur stonden met fotografen. We moesten met het hele gecombineerde ­bedrijf op de foto en hij bood mij symbolisch een klein bruidstaartje en een klein beeldje aan. Dat laatste is belangrijk, omdat je mensen dan iets meegeeft om mee naar huis te nemen, zodat het thuisfront ook betrokken wordt bij de integratie."

En wat leverde dat corporate huwelijk op?

"Mensen hebben het gevoel dat ze samen meer zijn dan de som der delen. Prompt ging de omzet omhoog, steeg het ­bedrijfsresultaat en kwam er meer focus in het bedrijf. Natuurlijk zijn wij ook enigszins in de wielen gereden door de recessie, maar er kwam structureel meer energie vrij en er werd een nieuw fundament gelegd in het bedrijf."

Waarom is de klus nu klaar?

"Ik denk altijd in fases. Er staat nu een ­geïntegreerd bedrijf. De fase van de transitie is klaar. De strategie staat en het is een bedrijf geworden voor de mensen. Je kunt natuurlijk nog allerlei vervolgstappen ­zetten, maar de grote slagen zijn gemaakt. Vervolgens ging Aad Veenman weg als ­president-directeur van de NS en werd hij opgevolgd door Bert Meerstadt. Er werd door de commissarissen dus een externe op die plek gezet. Ik heb daar vrede mee, maar hou wel van perspectieven. Ik ben ook realist. Iedere keer ­verandert het speelveld. Als er een grote complexe klus was langsgekomen, had ik er serieus naar ­gekeken, maar nog een tijd in een rijdende trein zitten past ­minder bij mij. Echt fine tunen is niet mijn ding."

Wie is Pamela Boumeester?

Ruim 20 jaar geleden begon afgestudeerd historica Boumeester (51) als managementtrainee bij de Nederlandse Spoorwegen. Ze was er onder meer manager van station Den Bosch voor ze ­directeur p&o van NS Reizigers werd. Daar werd ze landelijk bekend toen ze het aan het begin van de eeuw opnam tegen de vakbonden over het veelbesproken ‘rondje om de kerk'. In 2006 werd ze directievoorzitter van NS Poort, de meest winstgevende tak van het concern, die zich ­bezighoudt met onder andere de exploitatie van de winkels op stations, en die ontstaan is uit een samengaan van NS Stations en NS Vastgoed.Daarnaast heeft Boumeester altijd tijd gevonden voor nevenactiviteiten. Ze is voorzitter van de raad van toezicht van TSM Business School en de IB Groep en heeft commissariaten bij Delta Lloyd, PCM Uitgevers en Ordina.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

De moeder van Boumeester is de zus van Frits en Paul Fentener van Vlissingen, oud-topmannen van SHV. Haar broer Huibert, oud-CFO bij ABN Amro, beroofde zichzelf eerder dit jaar van het ­leven. Pamela Boumeester is getrouwd met Erik Sigger, die nog steeds bij NS werkt.

Interview: Ralf Knegtmans, partner/mede-eigenaar van executive searchbureah De Vroedt en Thierry.