’Niet Uitschakelen!’ staat met grote letters op de computer. Toch trekt de schoonmaker de stekker uit het stopcontact voor de stofzuiger. Maar dat is geen kwestie van onwil. In Nederland zijn ongeveer 1,5 miljoen volwassenen analfabeet.
Het gaat om 6 procent van de beroepsbevolking, maar bedrijven houden in de praktijk weinig rekening met deze vorm van functioneel analfabetisme. Het zijn niet alleen de buitenlandse schoonmakers die met dat probleem kampen. Van de mensen die moeite hebben met lezen of schrijven is twee derde autochtoon.
Bedrijven waar relatief eenvoudig werk wordt gedaan (zoals schoonmaak, beveiliging, productie- of magazijnwerk of thuishulp) krijgen steeds vaker te maken met mensen die in de problemen raken, omdat in alle beroepen meer moet worden gelezen of geschreven. Zo worden voorschriften voor schoonmaak ingewikkelder vanwege milieu-eisen.
Afvalverwerker Van Gansewinkel in Eindhoven voert een actief beleid om mensen die hun taalvaardigheden willen bijspijkeren daarbij te helpen. “Wij bieden in alle openheid cursussen aan. Dat is voor het bedrijf prettig, omdat de inzameling en verwerking van afval steeds ingewikkelder wordt,” zegt woordvoerder Mark Ruis. Van Gansewinkel merkt dat personeel dat beter kan lezen en schrijven lekkerder in zijn vel zit.
Stichting van de Arbeid
De Stichting van de Arbeid, het samenwerkingsverband van vakbonden en werkgevers, houdt donderdagmiddag een bijeenkomst om bedrijven erop te wijzen dat zij de taalvaardigheid van hun medewerkers in kaart moeten krijgen. Maar precies vanwege de ervaringen van Ruis worden werknemers er evenzeer op gewezen hoe prettig het is de Nederlandse taal te beheersen in het dagelijkse werk en in persoonlijke contacten met collega’s.
Bron: Nederlands Dagblad
