Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Succesvol miljoenen claimen

Amerikaanse toestanden in Nederland: de laatste paar weken is een hausse aan civiele claims ontstaan. Hoe heeft uw claim kans van slagen?

Hordes gedupeerden claimden bij DSB en hun schadeloosstelling duwde de Noord Hollandse Bank naar de afgrond. Pieter Lakeman kwam na zijn ‘succes' bij Dirk Scheringa's kredietfabriek opnieuw in het nieuws omdat hij ABN Amro en de adviseurs van Boer & Croon voor de rechter sleept. Maar er waren er meer. Uit angst voor claims reserveerde kredietbemiddelaar Afab een aantal domeinnamen. Zo zijn Afableed.nl en Afabclaim niet langer beschikbaar.

Maar niet elk (vermeend) onrecht laat zich vertalen in een miljoenenclaim. Als consument ziet u wellicht gouden bergen. De keerzijde van de medaille is dat uw afnemers of cliënten een zelfde lonkend perspectief zien in uw handelen. Daarom: waar moet een claim aan voldoen om überhaupt kans van slagen te hebben?

Schade
Allereerst moet er sprake zijn van schade. Het lijkt een open deur, maar het is wel een eerste juridische hindernis die genomen dient te worden. Schade wordt vaak gevoeld, maar is niet altijd aantoonbaar. Schade kan bestaan uit directe schade en het moeilijker aan te tonen indirecte en gevolgschade. De schade die u claimt moet u zelf bepalen. Zo is in het geval van de DSB de schade groter dan het excessieve deel van de koopsompolis, maar kan het totaal aan financiële problemen (huisuitzettingen, restschuld) tot de schade worden gerekend.

Verwijtbaar
De schade moet een causaal verband houden met het handelen, of juist het nalaten van het handelen, van de gedaagde partij. Het moet om in juridisch Nederlands te blijven ‘toerekenbaar' zijn. En het moet verwijtbaar zijn. In de praktijk tussen onderneming en consument betekent dat vaak dat een aanbieder zijn zorgplicht niet heeft waargemaakt. Dat is het verwijt dat de DSB trof. In algemeenheid is het zo dat naarmate de ongelijkwaardigheid tussen de betrokkenen groter is, de zorgplicht een zwaarder karakter krijgt. De DSB opereerde aan de onderkant van de markt, waar de consument minder weerbaar is en dus weegt de zorgplicht in dit geval zwaarder. Zwaarder dan bij een gemiddelde bank die zich op de gemiddelde consument richt.

Informatieplicht
Omdat alles twee kanten kent, staat er tegenover de zorgplicht van de aanbieder ook de informatieplicht. Zeker wanneer er twee gelijkwaardige partijen tegenover elkaar staan. De kopende kant gaat gebukt onder een onderzoeksplicht. Dat betekent dat er gevraagd moet worden naar informatie. Als u er klakkeloos van uit bent gegaan dat alle relevante informatie zonder doorvragen toch wel op tafel zou komen, is dat uzelf te verwijten en kan die lakse houding een succesvolle claim in de weg staan. Immers de verwijtbaarheid staat dan op losse schroeven.

Mededelingsplicht
Toch gaat ook de aanbieder niet vrijuit in dat geval. Die heeft de mededelingsplicht. Uit eigen beweging moet die alle informatie overhandigen waarvan redelijkerwijs kan worden verwacht dat die voor de tegenpartij relevant is. Het niet vertellen over de adder onder het gras of het lijk in de kast is een toerekenbare tekortkoming en maakt een claim mogelijk.

Verwachtingsmanagement
In het juridisch Nederlands worden twee woorden eindeloos herhaald. Verwachting en redelijkerwijs. Claims ontstaan daar waar de redelijke verwachting van de kopende partij niet wordt waargemaakt. De manier om u te wapenen tegen claims is om jezelf rekenschap te geven wat de verwachtingen van de ander zijn  en wat die redelijkerwijs van u mag verwachten. Die verwachtingen van de tegenpartij managen tot het niveau van de feiten voorkomt claims in een later stadium.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Met dank aan René Willemsen van de commercial en corporate litigation praktijk van GMW advocaten