Als papa én mama werken, is het elke ochtend weer een gestress van jewelste: het wegbrengen van de kinderen. Maar daar is wat op gevonden. Sommige bedrijven hebben zélf een inpandige opvang. Management Team neemt een kijkje bij De Blauwe Tijger, dat baby's en peuters een uitstekende tijd bezorgt in het Amsterdamse WTC-gebouw.
"De papa's hebben wel vaker hetzelfde kapsel", zegt manager Fenna Brandes met een knipoog, terwijl ze wijst naar een blond jongetje dat in het bezit is van een kaarsrechte bankiersscheiding. Het is negen uur 's ochtends en de eerste kinderen druppelen binnen bij kinderverblijf De Blauwe Tijger. Ze hangen hun jas op aan de één meter hoge kapstokken in de gang, zeggen hun vader of moeder gedag en beginnen onverstoorbaar te spelen met de aanwezige treintjes, kookstellen, auto's en ballen. 56 kinderen van nul tot vier jaar brengen hier één of meerdere dagen per week de dag door, terwijl hun ouders hard aan het werk zijn in hetzelfde pand. Het verblijf is gevestigd in het WTC-gebouw in Amsterdam, waar meer dan tweehonderd bedrijven gevestigd zijn en dat zich op loopafstand van de Zuidas bevindt, waar bedrijven als ABN Amro, ING en Accenture een kantoor hebben. Brandes: "In deze buurt is het als vrouw normaal om te werken en dat te blijven doen na de geboorte van een kind." Dat beaamt een gehaaste moeder, die op het punt staat naar haar werk te gaan: "Ik ben fulltime advocaat en in verwachting van mijn derde kind. Maarre, nu moet ik weg hoor, ik heb het druk."
Deeltijdmoeder
De meeste kinderen worden vandaag weggebracht door de moeder, op een enkele uitzondering na. Zoals Elvira, die door haar papa wordt uitgezwaaid. Hij is partner bij Deloitte en zegt: "Mijn vrouw regelt het altijd, maar tijdens de herfstvakantie hebben we de taken anders verdeeld." Zelf brengt hij normaal gesproken hun oudste dochter naar school. "Mijn vrouw werkt vier keer zes uur in de week, zodat ze haar 's middags weer kan ophalen."
Zijn vrouw is niet de enige moeder in Nederland die een deeltijdbaan combineert met het moederschap. Uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau blijkt dat bijna driekwart van de moeders met kinderen van 0 tot 4 jaar werkt, waarbij de meerderheid een deeltijdbaan uitoefent. Je kind naar de crèche brengen is dan ook geen taboe meer. In 1970 vond slechts een kwart van de vrouwen dit geaccepteerd, ruim 25 jaar later is dat percentage verdrievoudigd. Dankzij de soepele regelgeving rond kinderopvang van de laatste jaren is het ook makkelijker (en goedkoper) geworden om je kind een aantal dagen naar de crèche te brengen (zie kader). Kortom, dat moeders niet meer continu thuis zijn voor de opvoeding van hun kinderen wordt tegenwoordig volop geaccepteerd en gestimuleerd.
"Het is ook goed voor de kinderen zelf, ze leren omgaan met andere kinderen", zegt interieurarchitecte Khouw, die zojuist haar dochter naar De Blauwe Tijger heeft gebracht. "In het begin is het moeilijk de zorg aan een ander over te dragen, maar bij het tweede kind heb je er al minder moeite mee." Dat beaamt Lucy van der Vlist, die haar twee kinderen vier dagen per week naar het kinderverblijf brengt. Ze werkt als freelance recruiter bij verschillende bedrijven en zegt: "Mijn zoontje stond vanochtend al met zijn jas klaar bij de voordeur."
Inmiddels zijn de meeste kinderen gearriveerd. Ze zijn over vier lokalen verdeeld in vier groepen: twee in de leeftijdscategorie 0 tot 2 jaar oud, twee in de leeftijdscategorie 2 tot 4 jaar oud. In één van de lokalen zit een groep met 2- tot 4-jarigen op een verhoging achter een houten tafel, te wachten op het dagelijkse hapje fruit. Twee leidsters zorgen dat alles in goede banen wordt geleid; Rebecca vinkt de namen af op een speciaal bord, Agnetha zingt een liedje met de kinderen. Het regent buiten, dus de keus valt op ‘tikke takke regen'. Saïd, die verkleed is als Spiderman, doet echter niet goed mee. "Waarom doe je zo gek?" vraagt Agnetha. Spiderman antwoordt: "Ik doe altijd gek." Voordat de situatie escaleert, deelt Rebecca zingend stukjes fruit uit. Stefan smeert zijn laatste restjes peer vol liefde over de tafel uit, Saïd vraagt juist om een groter stukje peer. Die krijgt hij niet, want kinderen die vragen worden overgeslagen. Als hij eenmaal is gestopt met huilen, controleert hij vol interesse de foto´s die de aanwezige fotograaf van zijn huilbui heeft gemaakt.
Lange dagen
Na het fruithapje is het tijd voor verschoning. Alleen Jennifer blijft nog even zitten. Om haar banaan op te eten, en om haar nieuwe roze maillot te showen. Tot voor kort sprak ze alleen Engels – haar ouders zijn expats – maar in korte tijd heeft ze goed Nederlands geleerd, dankzij de interactie met andere kinderen. Brandes: "We hebben nu ook een jongetje uit Zuid-Korea, communicatie gaat via gebarentaal. Dat gaat zó goed, we snappen elkaar gewoon."
De kinderen zijn inmiddels in een aparte ruimte hun handen aan het wassen, of zitten op één van de twee kleine wc´s. Het is onderdeel van een vast, elke dag terugkerend schema waaraan de vier groepen zich houden. Kinderen kunnen door hun ouders tussen kwart voor acht en tien uur worden gebracht. Om tien uur is het tijd voor fruit en limonade, na de (noodzakelijke) verschoning gaan ze naar buiten, of een activiteit doen. Om half twaalf krijgen ze brood, vanaf twaalf uur gaat een deel slapen tot een uur of drie, het deel dat minder slaap nodig heeft kan blijven spelen. Om half vier gaat de groep weer aan tafel, voor yoghurt en limonade, vanaf diezelfde tijd kunnen de kinderen ook weer worden opgehaald door hun ouders. Eventueel worden ze om vijf uur nogmaals verschoond, want de uiterlijke ophaaltijd ligt op kwart over zes. "Het einde van de dag is het moeilijkste moment voor de leiding", zegt Agnetha. "Iedereen vraagt om aandacht en de meeste ouders komen zeer laat. Zij maken ook lange werkdagen."
Opeens klinkt er geschreeuw, Spiderman heeft zijn eerste slachtoffer gemaakt. Stefan loopt huilend naar leidster Rebecca, die Saïd vermanend toespreekt, vraagt of hij gaat luisteren en hem in de hoek zet. "Ik vind je wel lief hoor, maar dan moet je maar niet slaan." Als hij begint te schreeuwen omdat niemand meer aandacht aan hem schenkt, komen de andere kinderen in groepjes naar hem toe gerend om hem uit te lachen. Daarna geeft Saïd een kusje aan Stefan en is alles weer goed.
Het geeft Rebecca tijd om de knutselspullen tevoorschijn te halen. Zij was vroeger hulpverlener van beroep en zit sinds 1997 in de kinderopvang. Ze is niet de enige vrouw; James Brown mocht dan hebben gezongen dat we in een mannenwereld leven, het kinderverblijf is toch echt het terrein van vrouwen. De Blauwe Tijger heeft geen enkele man in dienst. Wie er wil werken moet een kindgerichte opleiding hebben gevolgd, bijvoorbeeld MBO pedagogisch werk. Daarnaast moet er een bewijs van goed gedrag worden overhandigd. Brandes: "En kandidaten draaien een dagje mee, om te kijken of het klikt met de kinderen en de andere leidsters. Pas als ze dat doorstaan worden ze aangenomen." Als het zover is, krijgen ze leeswerk mee naar huis in de vorm van een pedagogisch werkplan. Een strenge en uitgebreide voorbereiding dus en dat moet ook wel. Leidsters hebben een grote verantwoordelijkheid tegenover de ouders van kinderen, zegt Brandes. "Ze zijn hun kostbaarste bezit, de ene ouder gaat daar makkelijker mee om dan de ander. Daarnaast zijn de mensen in Zuid ook kritische mensen."
Afscheidstranen
Niet dat ze alles kunnen eisen. Plaatsen bij De Blauwe Tijger worden toegewezen na inschrijving op de website, waar ze een voorkeur voor een locatie kunnen doorgeven. Voor baby´s geldt op dit moment een wachtlijst van een jaar. Brandes: "Als moeders pas één kind hebben, werken ze nog drie of vier dagen per week. Bij het tweede of derde kind gaat mama minder werken en worden de kinderen dus minder bij ons gebracht. Vaak ook wonen ze bij de komst van het eerste kind nog in Amsterdam, maar verhuizen ze bij de komst van het tweede kind naar het Gooi. Of het zijn expats en die werken en wonen meestal slechts twee jaar in Nederland."
Als er eenmaal een plekje vrij is voor een kind, komen ouders langs voor een kennismakingsgesprek. Dan krijgen ze te horen hoe de organisatie in elkaar zit, vertelt een leidster over de dagelijkse gang van zaken en wordt het leefschema van het kind behandeld. Hoe wordt bijvoorbeeld omgegaan met slapen? Wat voor eten krijgen de kinderen? Heeft het kind een allergie, waardoor er aparte billendoekjes gekocht moeten worden? Het zijn allemaal vragen waar de kinderen zelf niet aan hoeven te denken. Zij worden afgezet door hun moeders, pardon – ouders, en kunnen spelen met leeftijdsgenoten zoveel als ze willen. Ze maken nog een denkbeeldige pasta klaar, rijden nog maar eens een autootje in het rond en spelen nog maar eens kiekeboe met de fotograaf. Stoïcijns bouwt Stefan verder aan zijn oneindige treinbaan, terwijl Saïd naar de wc moet en Rebecca vraagt of ze zijn Spidermanpak wil uittrekken. Brandes: "De kinderen groeien hier op, ze zijn hier soms vaker dan dat ze thuis zijn. Je krijgt een band met ze, bij een afscheid staan leidsters soms met tranen in de ogen. Het is een fijn idee voor de ouders, ze weten dat de kinderen hier in goede handen zijn."
Tabel: Aantal beschikbare plaatsen stijgt
2001 2002 2003 2004 2006
Dagopvang 93345 107211 114150 124386 121097
Buitenschools 49458 54995 61586 74125 83551
Gastouderopvang 11387 10447 9552 8203 10000
Totaal 154190 172653 185287 206714 214648
Bron: Ministerie van OCW
Vraag & aanbod
1. Netto wachtlijst voor dagopvang op 1 augustus 2007 ruim 23.100 kinderen.
2. Om deze kinderen op te vangen is een capaciteit van ruim 12.200 kindplaatsen nodig.
3. Kinderen stonden op 1 augustus 2007 gemiddeld 5 maanden op de wachtlijst voor dagopvang.
4. Zowel in de dagopvang als de buitenschoolse opvang staan kinderen gemiddeld ingeschreven voor 2,6 dagen per week.
5. 24% van de kinderen in de leeftijd 0-4 jaar maakt gebruik van formele kinderopvang.
6. Er zijn in Nederland 1.800 kinderopvangorganisaties met in totaal circa 5.000 opvanglocaties.
Bron: Ministerie van OCW
Wat kost dat?
De Wet Kinderopvang uit 2005 regelt zowel de kwaliteit als de kosten van opvang. Financiering gebeurt door de overheid, de werkgever en de ouders zelf. Vader en moeder betalen de volledige rekening, krijgen via de werkgever een derde van het bedrag terug en ontvangen van Het Rijk een inkomensafhankelijke bijdrage. De maximum uurprijs van kinderopvang bedraagt 6,10 euro.