Reïntegratiediensten houden onvoldoende rekening met de arbeidsmarkt en de wensen van de uitkeringsgerechtigden. Bovendien blijken de reïntegratietrajecten niet voor elke doelgroep even effectief.
Dat blijkt uit een analyse van de Raad voor Werk en Inkomen (RWI) die is aangeboden aan demissionair minister De Geus van Sociale Zaken.
In 2005 volgden zo’n 180 duizend gedeeltelijk of voormalige WAO’ers, WW’ers en bijstandsgerechtigden een traject met als doel door te stromen naar een baan. Meestal duurt zo’n traject een half jaar tot twee jaar. De kosten van een traject variëren van tweeduizend tot tienduizend euro.
Volgens het RWI leggen de opdrachtgevers – gemeenten, werkgevers en uitkeringsinstantie UWV – nog teveel de nadruk op het plaatsen van mensen in een traject, in plaats van te kijken wat geschikt is voor hen. Al in een vroeg stadium zou moeten worden gekeken welk traject voor welke cliënt het effectiefst is. Bovendien moeten cliënten meer invloed krijgen op hun reïntegratie, aldus RWI-voorzitter Jan van Zijl.
Ook wordt er nog te weinig geïnvesteerd in mensen met weinig kansen op de arbeidsmarkt en in scholing, stelt het adviesorgaan waarin gemeenten, werkgevers en vakbeweging zitten.
(De Volkskrant)