Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Peter Paul de Vries

De voorzitter van de Vereniging van Effectenbezitters staat nooit stil. Is het niet de commissie-Tabaksblat, dan is het wel een aandeelhoudersvergadering waar hij acte de présence moet geven. En dat allemaal voor de meest opportunistische aller diersoorten: de aandeelhouder

I n tegenstelling tot de mensen met wie hij hele veldslagen voert op aandeelhoudersvergaderingen, woont de directeur van de Vereniging van Effectenbezitters, Peter Paul de Vries (36), in een rijtjeshuis. In Wassenaar weliswaar, in een mooie rustige straat, en dan ook nog een hoekhuis, dat wel. Maar het steekt toch schril af tegen de villa’s die de leden van het old boys network doorgaans bewonen.Een felblauwe Ford Focus staat op de zojuist voltooide oprit, de voortuin mag nog nauwelijks een voortuin heten. Aanbellen. Niets. Een blik door het raam dan maar. Binnen staat De Vries in zijn werkkloffie – wit, gestreept overhemd, stropdas en donkerblauwe krijtstreepbroek – druk te telefoneren. Als hij omkijkt, zwaait hij en snelt naar de voordeur. Snel, telefoon nog aan het oor, laat hij me binnen. Of ik m’n jas even zelf kan ophangen, want de journalist aan de andere kant van de lijn is nog niet klaar.Als hij opgehangen heeft, loodst hij me snel naar de voorkamer. Het huis is kaal, hier en daar steekt nog een elektriciteitsdraad uit plafond of muur en de televisie staat er op een grenen Ikea-tafeltje een beetje verloren bij. Het gezin De Vries woont er nu bijna een jaar, maar de verbouwing is nog niet afgerond. Gelukkig hoeft de directeur van de VEB zich niet al te erg over zijn nieuwe huis te bekommeren; dat doet vooral zijn vriendin. “Ik heb zo nu en dan lichte inspraak.” Koffie? De Vries is al op weg naar de keuken voor ik goed en wel ja heb gezegd. Maar als-ie even later terug is met koffie en koek, kan het gesprek beginnen. Even rust, maar schijn bedriegt, want we hebben maar een uur voor hij alweer weg moet, op naar de zoveelste vergadering van de commissie-Tabaksblat.

Underdog

Peter Paul de Vries heeft altijd haast. Moet hij niet naar een aandeelhoudersvergadering, dan is het wel een interview dat hem in beslag neemt, of hij schrijft een artikel voor Effect, het blad van de VEB, of hij moet naar een vergadering van de commissie-Tabaksblat, die bezig is de corporate governance – het stelsel van regels en structuren dat het bestuur van beursgenoteerde ondernemingen regelt – in ons land drastisch te moderniseren. Tussendoor leest hij stukken, leidt hij vergaderingen en schrijft hij brieven aan ondernemingen die in zijn ogen niet voldoen aan de wijze waarop de VEB hen met de belangen van de aandeelhouder wenst te zien omgaan. De insteek is steeds dezelfde: het vergroten van de macht en verbeteren van de rechtspositie van de aandeelhouder in Nederland. Laatste grote succes: de aandeelhoudersvergadering bij Ahold, waarbij hij in no time berekende dat Anders Moberg wel eens 10 miljoen euro per jaar kon gaan verdienen, plus een premie van 10 miljoen bij vertrek. Pas toen De Vries zijn mond opendeed, beseften de aandeel-houdertjes hoe pervers het voorstel dat hen werd voorgelegd, eigenlijk was.
De positie van die aandeelhouder is nog altijd onder de maat, aldus de VEB-directeur. Nederlandse bestuurders en commissarissen kunnen nog altijd ongestoord hun gang gaan, zonder dat de aandeelhouder daar veel aan kan doen. Twee belangrijke zaken wil hij gedurende zijn directeurschap nog geregeld zien: de gecertificeerde aandelen waarmee bedrijven zich kunnen beschermen tegen vijandige overnames moeten worden afgeschaft en ook het structuurregime – de unieke Nederlandse constructie waarbij de commissarissen door hun collega-commissarissen benoemd worden in plaats van door de aandeelhouders – is hij liever vandaag dan morgen kwijt. Onrechtvaardige Hollandse polderfratsen, vindt hij. En als er iets is waar hij een broertje dood aan heeft, dan is het onrechtvaardigheid. De Vries sympatiseert met de underdog, altijd. Een gewoonte die – zo denkt hij – voortkomt uit het feit dat hij vroeger thuis, met twee oudere broers en een oudere zus, zelf de underdog was. “Ik was een klein mannetje en moest vechten voor m’n hachje. Maar dat heeft uiteindelijk grote voordelen gehad, want daar krijg je bijvoorbeeld buitengewoon veel energie van.” Op school hetzelfde verhaal: als klein jongetje moest hij voor zichzelf opkomen. Glimlachend: “Eigenlijk is er sinds die tijd niks veranderd.” Waren het vroeger de rotjongens op het schoolplein die hij (niet altijd zonder risico) de oren waste, tegenwoordig zijn het de rotjongens achter de bestuurstafel. Met wie voelt hij de meeste verwantschap, Robin Hood of Don Quichotte? “Robin Hood vind ik wel mooi, maar het meest zie ik nog in het verhaal van David en Goliath. Vooral omdat David kan winnen. Dat is ook het mooie van beleggen. Je kunt het als eenling beter doen dan een grote speler als ING, wat in dit geval niet zo moeilijk is, omdat die het de afgelopen jaren niet best hebben gedaan. Beleggen is een interessant spel, dat analytisch vermogen vraagt en gevoel voor cijfers.” En beide zijn bij De Vries in ruime mate aanwezig. “Ik ben een cijferfreak. Ik maakte vroeger rondeschema’s bij het schaatsen, hield tabellen bij tijdens grote voetbaltoernooien en de tijden in de Tour de France.” Daarnaast is inzicht in de psychologie van de beurs een vereiste. “Het is eigenlijk een grote soap, met als verschil dat je nooit precies weet hoe het zal aflopen. Het gaat bijna altijd net anders dan je verwachtte.” De VEB telt nu 27.000 leden – al een tijdje een stabiel aantal. Het gemiddelde lid is man, hoog opgeleid, boven de vijftig en redelijk vermogend. Is dat nou de underdog voor wie De Vries een rechtvaardiger wereld wil bewerkstelligen? “Ten eerste hebben we ook jongere mensen en vrouwen in het bestand, dus zo’n gemiddeld lid, daar kan ik niks mee. Maar verder denk ik inderdaad dat de belangen van die mensen behartigd dienen te worden. Als je je leven lang hebt gewerkt en je stopt je spaargeld in beleggingen, dan heb je ook het recht om op een goede, transparante manier geinformeerd te worden, en om enige invloed te hebben op wat er met jouw geld gebeurt.” En daar ontbreekt het doorgaans aan. Dat is toch een kwestie van rechtvaardigheid. Het tegenargument – dat de belegger zelf de grootste opportunist is van allemaal, die nu eenmaal stemt met zijn voeten (zijn aandeel verkoopt) – gaat er bij De Vries niet in. “Als ik naar onze leden kijk: die zijn in grote meerderheid bezig met het opbouwen van vermogen en dat zijn doorgaans langetermijnbeleggers. Ik zie mensen met aandelen Shell die ze van hun ouders geërfd hebben; bij velen zie ik juist een groot commitment aan zo’n bedrijf. Ik denk dat het percentage speculanten onder beleggers maximaal twintig is en naar hoeveelheid belegd vermogen is dat nog veel minder.”

Drammen

Hij is wel gekenschetst als een drammer, die in algemene aandeelhoudersvergaderingen (ava’s) niet rust voor hij zijn punt heeft gescoord. Jaren geleden, bij een aandeelhoudersvergadering van technische groothandel Reesink, schijnt hij zo lang op een punt te zijn doorgegaan, dat op zeker moment een andere aandeelhouder opstond en zei: “Mijnheer de Vries, merkt u niet dat u helemaal alleen staat.” Peter Paul de Vries kan zich het voorval niet herinneren, maar wil graag wel even duidelijk maken dat dat drammen – zelf spreekt hij liever van volhouden – een kwestie van weloverwogen tactiek is. “Dat hoort bij het spel. Ik moet zorgen dat ik het woord krijg en zorgen dat ik mijn punten kan maken.” Het heeft hem er niet populairder op gemaakt bij de (in grote meerderheid) heren achter de tafel, en dan met name de president-commissarissen, die de ava leiden. Hele gevechten heeft hij geleverd met mensen als Cor Herkströter bij Shell, of begin jaren negentig met R. Wijkstra bij Nedlloyd. “Wijkstra was als commissaris voorgedragen door de ondernemingsraad – een oude vakbondsman. Met hem stond ik nog de ouderwetse klassenstrijd uit te vechten en dat ging er bepaald niet zachtzinnig aan toe.” Of de treiterijen over en weer met president-commissaris Floris Maljers bij de KLM. “Die wilde me pas als twintigste het woord geven. Maar ik bleef gewoon staan, zodat hij gewoon niet om me heen kon.” De VEB stelde de ondermaatse prestaties sinds het aantreden van Van Wijk in 1997 aan de orde. “Maljers vond het schandalig, die frontale aanval op zijn bestuursvoorzitter. Ik vroeg hem: ‘Hoe had u hem anders gehad willen hebben?’” Tijdens de roemruchte aandeelhoudersvergadering afgelopen september bij Ahold, werd hij weer op een andere manier gedwarsboomd. “Ik had een waslijst met punten over cijfers, strategie, de betaling van Meurs en Van der Hoeven, en die wilde ik allemaal afwerken. Maar vanaf het moment dat de beloning van Anders Moberg ter sprake kwam, ging het alleen nog maar daarover.” Over beloningen gesproken, wat vindt De Vries dat een Nederlandse bestuursvoorzitter mag verdienen? “Zo’n 500.000 euro voor een midkap-bedrijf en tussen de 750.000 en 1.250.000 euro voor een bedrijf uit de AEX. Ik vind dat hele behoorlijke salarissen. Het punt is: verlaging van bonussen en optieregelingen vanwege slechte prestaties zie je niet. En omdat die beloningen de afgelopen jaren zo hard gestegen zijn, leek een loonstop voor 2003 me zeer gewenst. Maar als ik kijk naar Ahold en ING, dan zit dat er dus niet in.” Toch signaleert hij een aanmerkelijke vooruitgang in de belonings-discussie, gezien bijvoorbeeld de manier waarop de pensioenfondsen ABP en PGGM, geholpen door de publieke opinie, Moberg wisten te bewegen water bij de wijn te doen.

Angelsaksische bezem

En dat brengt ons op de rol van de institutionele beleggers op de aandeelhoudersvergaderingen. Behalve de pensioenfondsen zijn dat met name de grote banken en verzekeraars, die enorme hoeveelheden belegd vermogen beheren. De Vries: “ING bijvoorbeeld bezit aandelenpakketten van minimaal 5 procent in een grote hoeveelheid Nederlandse beursfondsen. Maar die stemrechten gebruiken ze niet om directies op het matje te roepen. Want tegelijkertijd verstrekken ze kredieten en leningen aan die bedrijven. Als ze hun stemrechten bij bedrijf X zouden gebruiken om slecht management tegen te gaan, dan gaat het koersverlies dat daaruit volgt ten koste van hun eigen bank- of verzekeringsbedrijf.” Het feit dat de Nederlandse business community door een paar grote financiële partijen wordt gedomineerd, helpt ook al niet. Die hebben er belang bij onderlinge conflicten uit de weg te gaan en dus strijken ze elke ongelijkheid plat. Mensen van het DSM-pensioenfonds gaan niet moeilijk doen bij Philips en andersom, gewoon omdat iedereen iedereen kent, aldus De Vries.
“Maar het grootste probleem zit bij ING, ABN Amro, Fortis en Rabo. Als die gebruik zouden maken van hun stemrecht, vliegt de presentie bij ava’s omhoog. Als het gaat over de rechten van aandeelhouders, hoor je bij die financials vaak de klacht ‘ze komen nooit.’ Dat zouden ze moeten vervangen door ‘we komen nooit.’ Zouden ze dat wel doen, dan zouden directies in dit land werkelijk verantwoording moeten afleggen. Overigens, wie zijn de machtigste mannen van Nederland? De bestuursvoorzitters van ING en ABN Amro, en zo is het.” We moeten nu niet gaan denken dat Peter Paul de Vries een grote Angelsaksische bezem door de Nederlandse samenleving wil halen. Voor iemand die rechtvaardigheid hoog in het vaandel heeft staan, is the American way lang niet altijd de ideale. “Maar daar krijgt slecht management veel sneller de consequenties van eigen falen te zien, doordat een bedrijf veel makkelijker overgenomen kan worden. Het aandeelhoudersactivisme is er ook veel groter. Zo had je de steenrijke activist Robert Monks, die op een paginagrote advertentie in de krant het silhouet van de board van Sears Roebuck liet afbeelden, met daaronder de tekst: ‘Non performing assets.’ Dat moet ik hier nog zien gebeuren.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Opposant

Voorlopig kan Peter Paul de Vries zich weer opmaken voor een nieuwe vergadering met de commissie-Tabaksblat. Voelt hij zich daar de grote opposant, tussen al die bestuurders en commissarissen? “Och, ik uit me misschien wat directer dan de meeste anderen in de commissie. Zo’n Jaap Winter bijvoorbeeld – de jurist die vorig jaar een Europees voorstel voor hervorming van de corporate governance heeft geschreven – uit zich in juridisch weloverwogen taal. Mijn reacties zijn veel minder gepolijst. Maar die discussies verlopen prima. De grote financials zitten ook aan tafel, in de persoon van president-commisaris Jaap Glasz van Fortis en Jan Kalff, die tot voor kort commissaris was bij ABN Amro. Dat feit kan ik regelmatig gebruiken om de boel even wakker te schudden.” En dan is de tijd om. De Vries staat abrupt op, beent naar de achterkamer waar zijn zoontje in de box zit en haalt hem er even snel uit. “Even het kind aaien,” en liefkozend loopt hij met zoonlief de kamer door. Maar hij moet z’n spullen nog pakken. Vlug. Over twee minuten – we zijn ondertussen één uur en vijf minuten verder – moet hij de deur uit, dus het is ook voor de verslaggever tijd om te gaan. Ik pak jas en tas en laat mezelf in de plotselinge hectiek uit. De Vries roept na: “Sorry, dat is niet erg netjes van me. Dat doen we de volgende keer beter.”

Als manager doorstoten naar de top? Versterk je x-factor met deze 7 tips

Je boert al jaren goed als manager, met prima resultaten. Toch blijft die felbegeerde directiepositie buiten bereik. Wat ontbreekt er? Misschien mis je wat executive presence, zeg maar de x-factor die topmanagers onderscheidt. Zeven tips om die te versterken.

mary barra sundar pichai executive presence
Mary Barra (General Motors) en Sundar Pichai (Alphabet), twee ceo's met executive presence. Foto: Getty Images

Je bent een sterke manager, maar het lukt je maar niet om die topbaan bij de directie te scoren. Kennis, ervaring en uitstekende resultaten zijn belangrijk, maar ze zijn niet genoeg. Wat je ook nodig hebt is executive presence, vrij vertaald de x-factor. Zelfs in het Nederlandse poldermodel.

De Amerikanen zijn zo’n beetje de uitvinders van die executive presence. Al in 1975 verscheen het boek Dress for Success van John T. Molloy. Kleed je net alsof je die topbaan al hebt, was toen het advies. Maar over de juiste kleding gaat het al lang niet meer. Wel over inclusie, luisteren, leren en je virtuele aanwezigheid…

Sylvia Ann Hewlett is econoom, ceo van haar eigen consultancybedrijf, universitair docent en onder meer auteur van het veel recentere Executive Presence 2.0. Daarin beschrijft ze de x-factor aan de hand van drie elementen: gravitas, communicatie en de juiste verschijning. Daar ben je niet mee geboren, daar kun je wel degelijk aan werken.

Vertrouwen wekken

Gerry Valentine is coach, spreker en auteur. Al meer dan 27 jaar werkt hij met topmensen uit de Fortune 100. Hij beschrijft op Forbes executive presence als je vermogen om vertrouwen te wekken. Het vertrouwen dat je bekwaam en betrouwbaar bent, ook in uitdagende tijden.

Met het sturen van de juiste signalen krijg je medewerkers zover dat ze je willen volgen. En gaan senior leiders zien dat je (meer) potentieel hebt. Klinkt dat allemaal nog een beetje vaag voor je? Dan zijn hier zeven concrete tips om je x-factor te verbeteren.

#1 Blijf kalm in alle omstandigheden

Hewlett heeft in 2012 en 2022 onderzoek uitgevoerd naar de x-factor onder honderden topmanagers. Wat zij belangrijk vinden voor toekomstige collega’s is dan wel veranderd, maar het belangrijkste element is nog altijd gravitas. Dat is wat je uitstraalt, een soort natuurlijk overwicht of waardig gezag.

Zelfvertrouwen, besluitvaardigheid en een beetje swagger dragen bij aan jouw gravitas. Observeer en reflecteer dus eerst over hoe je ervoor staat. Nemen mensen je serieus? Kom je daadkrachtig over of eerder koppig? Het respect van anderen krijgen – niet afdwingen – is belangrijk voor je x-factor.

Let daarbij ook op je gedrag onder stress. Ben je dan gehaast, raak je gefrustreerd of overweldigd? Misschien verlies je ook weleens je geduld. Al dat druk, druk, druk zijn, helpt niet voor je x-factor, weet Valentine. Dan wek je eerder de indruk dat je juist niet meer verantwoordelijkheid aankan.

Blijf kalm, evenwichtig, beheerst, wees goed voorbereid en houd de controle. Daarmee wek je het vertrouwen dat je klaar bent om nog meer verantwoordelijkheid te dragen.

Lees ook: Nancy Poleon helpt al tien jaar vrouwen naar de top

#2 Luister en leer van anderen

Begrijp jij echt hoe anderen jou zien? Vraag regelmatig feedback over jouw impact. Hoe hoger je op de apenrots komt, hoe afhankelijker je wordt van anderen voor je effectiviteit. Natuurlijk zijn er nog altijd dominante leiders die in hun eentje daadkrachtige beslissingen nemen.

Uit het onderzoek van Hewlett blijkt dat daar voor je x-factor veel minder gewicht aan wordt toegekend. ‘Mensen neigen nu meer naar leiders die luisteren en leren van anderen voordat ze beslissingen nemen’, schrijft ze op Harvard Business Review.

Effectief luisteren dus en dat kun je zelf ook prima leren. Valentine voegt nog toe dat ‘mensen met een goede executive presence uitzonderlijke luisteraars zijn’.

‘Ze geven hun volle aandacht en stellen goede vragen. Zo gebruiken ze luisteren als een manier om anderen te betrekken en belangrijke ideeën te verkennen. Er is nog een voordeel: het vermogen om effectief te luisteren geeft blijk van zelfvertrouwen.’

#3 Zet slim in op inclusie

Nog een factor die veel meer mee is gaan tellen voor je gravitas: inclusie. Voeg meer leden met verschillende perspectieven toe aan je team. Daarmee vergaar je de nodige kennis om mensen met een andere achtergrond of identiteit te begrijpen.

Zorg ervoor dat al je teamleden zich gehoord en gewaardeerd voelen. Toon empathie, maar dan op een geïnformeerde manier. Probeer bijvoorbeeld een ja-cultuur te creëren, geeft Hewlett mee als tip. Als medewerkers je dingen vragen waarmee ze hun prestaties of vooruitzichten kunnen verbeteren, dan krijgen ze een ja. En je doet je best om dat ook voor elkaar te krijgen.

Organiseer vrijwilligerswerk met een toegevoegde waarde, waarmee je bijvoorbeeld een nieuwe doelgroep leert kennen en kunt aanboren. Haal mensen binnen zonder diploma’s en investeer in hun opleiding en werkervaring. Deze talenten zullen je niet alleen direct steunen, maar ze blijven ook langere tijd loyaal aan je.

#4 Communiceer als een leider

Het tweede belangrijke element voor je x-factor uit het boek van Hewlett is communicatie. Niet iedereen is van nature een begenadigd spreker of schrijver. Steek gerust veel tijd in het ontwikkelen en verbeteren van je communicatievaardigheden, raadt Valentine aan. Dat betaalt zich altijd terug.

Neem je presentatie op, is een tip uit het ABC voor executive presence van Brown University. Bekijk op de video hoe vaak je stopwoordjes gebruikt, zoals ‘eh’ of ‘weet je’. Praat je wel verstaanbaar of duidelijk genoeg? Check of je varieert in tempo, maar ook in toonhoogte. Laat je lichaamstaal overeenkomen met je boodschap.

Word behendig genoeg om ‘te lezen’ wie er in de vergaderzaal of je kantoor of… zitten en pas je communicatie daarop aan. Geef ook hier prioriteit aan de behoeften en perspectieven van anderen. Zo boek je effectievere resultaten.

Lees ook: Luisteren naar je lichaam helpt je op de werkvloer

#5 Verzorg je virtuele aanwezigheid

Hoe je communiceert op online platforms, zoals Teams of Zoom, is ook een belangrijke sleutel voor je executive presence geworden, blijkt uit het onderzoek van Hewlett. Daar kun je met enkele ingrepen al heel wat verbeteringen aanbrengen.

Geef je mensen de kans om zich voor te bereiden: stuur vooraf een agenda door en de stukken die ze gelezen moeten hebben. Zorg dat je voor een virtuele vergadering alles even test, dat voorkomt gehannes in beeld met kabeltjes, gedempte microfoons of lichtsterktes.

Spreek altijd helder, duidelijk en beknopt. Laat geen ruis toe op je achtergrond. Hou eventuele visuals strak. Draag ook geen schreeuwende kleuren, die leiden vooral af. Lees geen notities voor, scrol niet door je e-mails of appjes, kijk recht naar dat scherm voor je.

Sluiten er nieuwe mensen aan, dan begin je de vergadering met ze voor te stellen. Bonuspunten krijg je door te vertellen wat ze meebrengen aan kennis of ervaring voor de onderwerpen die worden besproken. Moedig de mensen die stil blijven aan om deel te nemen. Je kunt ze bijvoorbeeld hun gedachten laten delen over een belangrijke vraag.

Besluit ook die virtuele vergaderingen met het samenvatten van de genomen beslissingen en de vervolgstappen. Dat doe je niet zelf, maar je geeft die taak telkens aan een andere collega. Laat je hele team zo aan de beurt komen.

Lees ook: Zo pak je pestkoppen in vergaderingen aan: drie types

#6 Daag op in je gepolijste versie

Je uiterlijke verschijning is het minst belangrijke element van de x-factor, maar op dat vlak is er wel veel veranderd, geeft Hewlett aan. Dat gaat echt niet langer over het kopiëren van de look van de mannen en vrouwen op directieniveau.

Wat veel meer gewaardeerd wordt op dat niveau vandaag is authenticiteit. Laat zien wie je bent, inclusief je wortels en je waarden, maar dan wel de gepolijste versie. Laat je uiterlijk vooral niet afleiden van de indruk die je wil maken.

Jij bent een leider, of je nu in de kelder van een startup rondloop of op de top floor van een kantoorkolos op de Amsterdamse Zuidas. Sta rechtop, kijk mensen aan, glimlach en neem een open houding aan (kruis je armen niet).

sundar pichai executive presence
Sundar Pichai. Foto: Getty Images

Zo onderscheidt de topman van Alphabet (het moederbedrijf van Google) Sundar Pichai zich met ‘een toegankelijke, maar professionele stijl’ die mensen in verschillende sectoren zal aanspreken, schrijft Hewlett.

‘Met het combineren van een zwart leren jack met donkere jeans, een T-shirt en high-end sneakers, zelfs voor interviews en presentaties, laat hij zien dat werk en privé naadloos in elkaar overgaan.’

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

#7 De dresscode bestaat nog

Ook Brown University bevestigt dat de normen voor kleding zijn veranderd (met dank aan remote werken). ‘Maar dat betekent niet dat er geen dresscode is op de werkplek. Elke plek heeft ze – formeel of informeel.’

Neem dus de tijd om te begrijpen hoe je verschijnt. ‘Als iedereen hoodies, jeans en trendy sneakers draagt op kantoor, dan geef je met een overhemd en een blazer de onmiskenbare boodschap dat je niet begrijpt “hoe we de dingen hier doen”.’

Blijf ondertussen flexibel genoeg om je aan te passen als de setting daarom vraagt. Dat laat ook Pichai zien. Wanneer hij voor een ondervraging in het Amerikaanse Congres moet verschijnen, draagt hij een maatpak. Is hij op bezoek bij de Indonesische president, dan draagt hij een shirt met batikachtige motieven.

Daarmee toont hij respect voor anderen, maar ondertussen blijft hij wel zijn rustige, kalme zelf.

Lees ook: Zo zet je je persoonlijke merk succesvol in als founder