Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Peter Paul de Vries

De voorzitter van de Vereniging van Effectenbezitters staat nooit stil. Is het niet de commissie-Tabaksblat, dan is het wel een aandeelhoudersvergadering waar hij acte de présence moet geven. En dat allemaal voor de meest opportunistische aller diersoorten: de aandeelhouder

I n tegenstelling tot de mensen met wie hij hele veldslagen voert op aandeelhoudersvergaderingen, woont de directeur van de Vereniging van Effectenbezitters, Peter Paul de Vries (36), in een rijtjeshuis. In Wassenaar weliswaar, in een mooie rustige straat, en dan ook nog een hoekhuis, dat wel. Maar het steekt toch schril af tegen de villa’s die de leden van het old boys network doorgaans bewonen.Een felblauwe Ford Focus staat op de zojuist voltooide oprit, de voortuin mag nog nauwelijks een voortuin heten. Aanbellen. Niets. Een blik door het raam dan maar. Binnen staat De Vries in zijn werkkloffie – wit, gestreept overhemd, stropdas en donkerblauwe krijtstreepbroek – druk te telefoneren. Als hij omkijkt, zwaait hij en snelt naar de voordeur. Snel, telefoon nog aan het oor, laat hij me binnen. Of ik m’n jas even zelf kan ophangen, want de journalist aan de andere kant van de lijn is nog niet klaar.Als hij opgehangen heeft, loodst hij me snel naar de voorkamer. Het huis is kaal, hier en daar steekt nog een elektriciteitsdraad uit plafond of muur en de televisie staat er op een grenen Ikea-tafeltje een beetje verloren bij. Het gezin De Vries woont er nu bijna een jaar, maar de verbouwing is nog niet afgerond. Gelukkig hoeft de directeur van de VEB zich niet al te erg over zijn nieuwe huis te bekommeren; dat doet vooral zijn vriendin. “Ik heb zo nu en dan lichte inspraak.” Koffie? De Vries is al op weg naar de keuken voor ik goed en wel ja heb gezegd. Maar als-ie even later terug is met koffie en koek, kan het gesprek beginnen. Even rust, maar schijn bedriegt, want we hebben maar een uur voor hij alweer weg moet, op naar de zoveelste vergadering van de commissie-Tabaksblat.

Underdog

Peter Paul de Vries heeft altijd haast. Moet hij niet naar een aandeelhoudersvergadering, dan is het wel een interview dat hem in beslag neemt, of hij schrijft een artikel voor Effect, het blad van de VEB, of hij moet naar een vergadering van de commissie-Tabaksblat, die bezig is de corporate governance – het stelsel van regels en structuren dat het bestuur van beursgenoteerde ondernemingen regelt – in ons land drastisch te moderniseren. Tussendoor leest hij stukken, leidt hij vergaderingen en schrijft hij brieven aan ondernemingen die in zijn ogen niet voldoen aan de wijze waarop de VEB hen met de belangen van de aandeelhouder wenst te zien omgaan. De insteek is steeds dezelfde: het vergroten van de macht en verbeteren van de rechtspositie van de aandeelhouder in Nederland. Laatste grote succes: de aandeelhoudersvergadering bij Ahold, waarbij hij in no time berekende dat Anders Moberg wel eens 10 miljoen euro per jaar kon gaan verdienen, plus een premie van 10 miljoen bij vertrek. Pas toen De Vries zijn mond opendeed, beseften de aandeel-houdertjes hoe pervers het voorstel dat hen werd voorgelegd, eigenlijk was.
De positie van die aandeelhouder is nog altijd onder de maat, aldus de VEB-directeur. Nederlandse bestuurders en commissarissen kunnen nog altijd ongestoord hun gang gaan, zonder dat de aandeelhouder daar veel aan kan doen. Twee belangrijke zaken wil hij gedurende zijn directeurschap nog geregeld zien: de gecertificeerde aandelen waarmee bedrijven zich kunnen beschermen tegen vijandige overnames moeten worden afgeschaft en ook het structuurregime – de unieke Nederlandse constructie waarbij de commissarissen door hun collega-commissarissen benoemd worden in plaats van door de aandeelhouders – is hij liever vandaag dan morgen kwijt. Onrechtvaardige Hollandse polderfratsen, vindt hij. En als er iets is waar hij een broertje dood aan heeft, dan is het onrechtvaardigheid. De Vries sympatiseert met de underdog, altijd. Een gewoonte die – zo denkt hij – voortkomt uit het feit dat hij vroeger thuis, met twee oudere broers en een oudere zus, zelf de underdog was. “Ik was een klein mannetje en moest vechten voor m’n hachje. Maar dat heeft uiteindelijk grote voordelen gehad, want daar krijg je bijvoorbeeld buitengewoon veel energie van.” Op school hetzelfde verhaal: als klein jongetje moest hij voor zichzelf opkomen. Glimlachend: “Eigenlijk is er sinds die tijd niks veranderd.” Waren het vroeger de rotjongens op het schoolplein die hij (niet altijd zonder risico) de oren waste, tegenwoordig zijn het de rotjongens achter de bestuurstafel. Met wie voelt hij de meeste verwantschap, Robin Hood of Don Quichotte? “Robin Hood vind ik wel mooi, maar het meest zie ik nog in het verhaal van David en Goliath. Vooral omdat David kan winnen. Dat is ook het mooie van beleggen. Je kunt het als eenling beter doen dan een grote speler als ING, wat in dit geval niet zo moeilijk is, omdat die het de afgelopen jaren niet best hebben gedaan. Beleggen is een interessant spel, dat analytisch vermogen vraagt en gevoel voor cijfers.” En beide zijn bij De Vries in ruime mate aanwezig. “Ik ben een cijferfreak. Ik maakte vroeger rondeschema’s bij het schaatsen, hield tabellen bij tijdens grote voetbaltoernooien en de tijden in de Tour de France.” Daarnaast is inzicht in de psychologie van de beurs een vereiste. “Het is eigenlijk een grote soap, met als verschil dat je nooit precies weet hoe het zal aflopen. Het gaat bijna altijd net anders dan je verwachtte.” De VEB telt nu 27.000 leden – al een tijdje een stabiel aantal. Het gemiddelde lid is man, hoog opgeleid, boven de vijftig en redelijk vermogend. Is dat nou de underdog voor wie De Vries een rechtvaardiger wereld wil bewerkstelligen? “Ten eerste hebben we ook jongere mensen en vrouwen in het bestand, dus zo’n gemiddeld lid, daar kan ik niks mee. Maar verder denk ik inderdaad dat de belangen van die mensen behartigd dienen te worden. Als je je leven lang hebt gewerkt en je stopt je spaargeld in beleggingen, dan heb je ook het recht om op een goede, transparante manier geinformeerd te worden, en om enige invloed te hebben op wat er met jouw geld gebeurt.” En daar ontbreekt het doorgaans aan. Dat is toch een kwestie van rechtvaardigheid. Het tegenargument – dat de belegger zelf de grootste opportunist is van allemaal, die nu eenmaal stemt met zijn voeten (zijn aandeel verkoopt) – gaat er bij De Vries niet in. “Als ik naar onze leden kijk: die zijn in grote meerderheid bezig met het opbouwen van vermogen en dat zijn doorgaans langetermijnbeleggers. Ik zie mensen met aandelen Shell die ze van hun ouders geërfd hebben; bij velen zie ik juist een groot commitment aan zo’n bedrijf. Ik denk dat het percentage speculanten onder beleggers maximaal twintig is en naar hoeveelheid belegd vermogen is dat nog veel minder.”

Drammen

Hij is wel gekenschetst als een drammer, die in algemene aandeelhoudersvergaderingen (ava’s) niet rust voor hij zijn punt heeft gescoord. Jaren geleden, bij een aandeelhoudersvergadering van technische groothandel Reesink, schijnt hij zo lang op een punt te zijn doorgegaan, dat op zeker moment een andere aandeelhouder opstond en zei: “Mijnheer de Vries, merkt u niet dat u helemaal alleen staat.” Peter Paul de Vries kan zich het voorval niet herinneren, maar wil graag wel even duidelijk maken dat dat drammen – zelf spreekt hij liever van volhouden – een kwestie van weloverwogen tactiek is. “Dat hoort bij het spel. Ik moet zorgen dat ik het woord krijg en zorgen dat ik mijn punten kan maken.” Het heeft hem er niet populairder op gemaakt bij de (in grote meerderheid) heren achter de tafel, en dan met name de president-commissarissen, die de ava leiden. Hele gevechten heeft hij geleverd met mensen als Cor Herkströter bij Shell, of begin jaren negentig met R. Wijkstra bij Nedlloyd. “Wijkstra was als commissaris voorgedragen door de ondernemingsraad – een oude vakbondsman. Met hem stond ik nog de ouderwetse klassenstrijd uit te vechten en dat ging er bepaald niet zachtzinnig aan toe.” Of de treiterijen over en weer met president-commissaris Floris Maljers bij de KLM. “Die wilde me pas als twintigste het woord geven. Maar ik bleef gewoon staan, zodat hij gewoon niet om me heen kon.” De VEB stelde de ondermaatse prestaties sinds het aantreden van Van Wijk in 1997 aan de orde. “Maljers vond het schandalig, die frontale aanval op zijn bestuursvoorzitter. Ik vroeg hem: ‘Hoe had u hem anders gehad willen hebben?’” Tijdens de roemruchte aandeelhoudersvergadering afgelopen september bij Ahold, werd hij weer op een andere manier gedwarsboomd. “Ik had een waslijst met punten over cijfers, strategie, de betaling van Meurs en Van der Hoeven, en die wilde ik allemaal afwerken. Maar vanaf het moment dat de beloning van Anders Moberg ter sprake kwam, ging het alleen nog maar daarover.” Over beloningen gesproken, wat vindt De Vries dat een Nederlandse bestuursvoorzitter mag verdienen? “Zo’n 500.000 euro voor een midkap-bedrijf en tussen de 750.000 en 1.250.000 euro voor een bedrijf uit de AEX. Ik vind dat hele behoorlijke salarissen. Het punt is: verlaging van bonussen en optieregelingen vanwege slechte prestaties zie je niet. En omdat die beloningen de afgelopen jaren zo hard gestegen zijn, leek een loonstop voor 2003 me zeer gewenst. Maar als ik kijk naar Ahold en ING, dan zit dat er dus niet in.” Toch signaleert hij een aanmerkelijke vooruitgang in de belonings-discussie, gezien bijvoorbeeld de manier waarop de pensioenfondsen ABP en PGGM, geholpen door de publieke opinie, Moberg wisten te bewegen water bij de wijn te doen.

Angelsaksische bezem

En dat brengt ons op de rol van de institutionele beleggers op de aandeelhoudersvergaderingen. Behalve de pensioenfondsen zijn dat met name de grote banken en verzekeraars, die enorme hoeveelheden belegd vermogen beheren. De Vries: “ING bijvoorbeeld bezit aandelenpakketten van minimaal 5 procent in een grote hoeveelheid Nederlandse beursfondsen. Maar die stemrechten gebruiken ze niet om directies op het matje te roepen. Want tegelijkertijd verstrekken ze kredieten en leningen aan die bedrijven. Als ze hun stemrechten bij bedrijf X zouden gebruiken om slecht management tegen te gaan, dan gaat het koersverlies dat daaruit volgt ten koste van hun eigen bank- of verzekeringsbedrijf.” Het feit dat de Nederlandse business community door een paar grote financiële partijen wordt gedomineerd, helpt ook al niet. Die hebben er belang bij onderlinge conflicten uit de weg te gaan en dus strijken ze elke ongelijkheid plat. Mensen van het DSM-pensioenfonds gaan niet moeilijk doen bij Philips en andersom, gewoon omdat iedereen iedereen kent, aldus De Vries.
“Maar het grootste probleem zit bij ING, ABN Amro, Fortis en Rabo. Als die gebruik zouden maken van hun stemrecht, vliegt de presentie bij ava’s omhoog. Als het gaat over de rechten van aandeelhouders, hoor je bij die financials vaak de klacht ‘ze komen nooit.’ Dat zouden ze moeten vervangen door ‘we komen nooit.’ Zouden ze dat wel doen, dan zouden directies in dit land werkelijk verantwoording moeten afleggen. Overigens, wie zijn de machtigste mannen van Nederland? De bestuursvoorzitters van ING en ABN Amro, en zo is het.” We moeten nu niet gaan denken dat Peter Paul de Vries een grote Angelsaksische bezem door de Nederlandse samenleving wil halen. Voor iemand die rechtvaardigheid hoog in het vaandel heeft staan, is the American way lang niet altijd de ideale. “Maar daar krijgt slecht management veel sneller de consequenties van eigen falen te zien, doordat een bedrijf veel makkelijker overgenomen kan worden. Het aandeelhoudersactivisme is er ook veel groter. Zo had je de steenrijke activist Robert Monks, die op een paginagrote advertentie in de krant het silhouet van de board van Sears Roebuck liet afbeelden, met daaronder de tekst: ‘Non performing assets.’ Dat moet ik hier nog zien gebeuren.”

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Opposant

Voorlopig kan Peter Paul de Vries zich weer opmaken voor een nieuwe vergadering met de commissie-Tabaksblat. Voelt hij zich daar de grote opposant, tussen al die bestuurders en commissarissen? “Och, ik uit me misschien wat directer dan de meeste anderen in de commissie. Zo’n Jaap Winter bijvoorbeeld – de jurist die vorig jaar een Europees voorstel voor hervorming van de corporate governance heeft geschreven – uit zich in juridisch weloverwogen taal. Mijn reacties zijn veel minder gepolijst. Maar die discussies verlopen prima. De grote financials zitten ook aan tafel, in de persoon van president-commisaris Jaap Glasz van Fortis en Jan Kalff, die tot voor kort commissaris was bij ABN Amro. Dat feit kan ik regelmatig gebruiken om de boel even wakker te schudden.” En dan is de tijd om. De Vries staat abrupt op, beent naar de achterkamer waar zijn zoontje in de box zit en haalt hem er even snel uit. “Even het kind aaien,” en liefkozend loopt hij met zoonlief de kamer door. Maar hij moet z’n spullen nog pakken. Vlug. Over twee minuten – we zijn ondertussen één uur en vijf minuten verder – moet hij de deur uit, dus het is ook voor de verslaggever tijd om te gaan. Ik pak jas en tas en laat mezelf in de plotselinge hectiek uit. De Vries roept na: “Sorry, dat is niet erg netjes van me. Dat doen we de volgende keer beter.”

Peter Wennink neemt afscheid van ASML: ‘Ik zie in hem wel de nieuwe premier’

Hij geldt als de meest invloedrijke captain of industry van Nederland. Peter Wennink, de ceo van ASML, neemt vandaag afscheid van het bedrijf. Een profiel van de man die ooit stotterde, maar nu even makkelijk een gesprek aanknoopt met de receptioniste als met de president van Zuid-Korea.

peter wennink asml ceo afscheid
Onder leiding van Peter Wennink groeide ASML uit tot het grootste bedrijf van Nederland.

Een beetje kletsen. En dat de hele dag door. Toen de dochter van Peter Wennink ruim tien jaar geleden vroeg wat haar vader nu eigenlijk deed, was dit het antwoord dat ze kreeg. Haar reactie was er eentje om in te lijsten: ‘En daar krijg je zoveel geld voor?’

Natuurlijk was het antwoord van Wennink een simplistische weergave van de werkelijkheid. Maar mensen die dagelijks bij ASML op de werkvloer te vinden zijn, zullen hier toch een kern van waarheid in ontdekken.

Ontbijten in de bedrijfskantine

Hun aanvoerder geldt namelijk als een bruggenbouwer, iemand die graag over de verschillende afdelingen loopt en daar met willekeurige mensen een gesprek aanknoopt. Hij heeft lak aan rangen en standen. Als bestuurder wil hij vooral benaderbaar zijn.

Toegegeven, dat roepen wel meer ceo’s. Om zich vervolgens het grootste deel van de dag in hun eigen bunker te verschuilen, ver weg van de werkvloer. Maar Wennink voegt de daad bij het woord. Concreet voorbeeld? De topman ontbijt elke ochtend om half acht in de bedrijfskantine, tussen het personeel in. Croissantje op het bord, kopje koffie erbij en druk in gesprek met iemand die toevallig tegenover hem zit.

Het is zijn manier om de stemming te pijlen en de boel bij elkaar te houden. Wennink hekelt eilandjes. Dat mensen niet meer weten wat de ander aan het doen is, beschouwt hij als één van de grootste bedreigingen voor een organisatie waar het gaspedaal voortdurend wordt ingetrapt.

Lees ook: Waarom ze bij ASML innoveren met mensen met autisme en ADHD

Grootste beursbedrijf van Nederland

Want dat doen ze bij ASML. Onder leiding van Wennink groeide de marktwaarde van het bedrijf naar ruim 300 miljard euro. De afgelopen tien jaar werd het aandeel ruim veertien keer zoveel waard. Dat ziet Wennink overigens ook terug in zijn eigen portemonnee. Een deel van zijn salaris is namelijk in de vorm van aandelen.

Was de omzet tien jaar geleden nog 5,2 miljard euro, inmiddels is dat gestegen naar iets meer dan 27 miljard euro in 2023. Wie Wennink langs deze financiële meetlat beoordeelt, kan niet anders concluderen dat hij een uitstekende prestatie op de mat heeft gelegd.

Of beter gezegd: zij. Want een profiel over Wennink is eigenlijk niet compleet zonder de rol van Martin van den Brink te benoemen. Ook hij neemt op 24 april afscheid tijdens de aandeelhoudersvergadering. Van den Brink was er al bij toen ASML in 1984 werd opgericht en geldt al heel lang als het technische brein van de organisatie. Wennink is weliswaar het uithangbord, maar in werkelijkheid runnen ze de tent samen.

asml martin van den brink peter wennink
Cto Martin van den Brink (l) en ceo Peter Wennink nemen op 24 april afscheid van ASML. Foto’s: ASML

Een katholieke opvoeding

Peter Wennink groeide op in Huizen, een oud-vissersdorp aan het Markermeer, niet ver van Hilversum. Zijn vader was technisch tekenaar bij Philips. Saillant detail: uit dat bedrijf zou later ASML als spin-off ontstaan. Wenninks moeder zorgde voor het gezin, dat bestond uit zes kinderen.

Het geloof speelde een prominente rol thuis. Maar dat is inmiddels niet meer het geval, zo vertelde Wennink vorig jaar nog in een podcast tegen Roelof Hemmen. Wat hij wél uit zijn jeugd meenam? De waarden en normen die er met de paplepel werden ingegoten.

‘Dat gaat vooral over verantwoordelijkheid. Niet alleen voor jezelf, maar ook voor wat er om je heen gebeurt. Het is zaliger te geven dan te ontvangen’, zo zei de ASML-topman tegen Hemmen.

‘t Gooi heeft Wennink inmiddels ingeruild voor Brabant. Hij is getrouwd, heeft twee kinderen en woont al lange tijd in Oerle, een dorpje aan de westkant van Veldhoven.

De stotterende accountant

Communiceren gaat Wennink makkelijk af. Bij de presentatie van nieuwe kwartaalcijfers is hij de man die feilloos de pers te woord staat. De volgende dag is hij alweer bij klanten over de vloer in Taiwan, waarna hij diezelfde avond nog uitgebreid dineert met de president van Zuid-Korea.

‘Weinig mensen komen op zoveel plekken als hij’, vertelt Rianne Letschert. Zij is bestuursvoorzitter van Maastricht University en sinds september 2022 aanvoerder van het Nationaal Groeifonds. Wennink staat haar bij als vicevoorzitter, een rol die hij volgens haar uiterst serieus neemt.

‘Ik had hem gistermiddag nog even aan de lijn. Meestal begin ik het gesprek met de vraag waar hij deze keer nou weer beland is. Wat daarbij opvalt, is dat hij bijna altijd meteen opneemt of snel reageert. Of hij nu in de Verenigde Staten of Zuidoost-Azië is. Gesprekken met hem zijn in ieder geval altijd boeiend.’

Dat is best opmerkelijk te noemen, als je bedenkt dat Wennink lang heeft gestotterd. Tegenover het FD zei hij daarover twee jaar geleden nog: ‘Ik weet nog heel goed dat een mede-partner bij Deloitte zich hardop afvroeg of ze iemand die stottert wel partner konden maken. Terwijl ik naast hem stond. Toen ik later cfo werd bij ASML, vonden ze dat natuurlijk geweldig bij Deloitte. Maar ik wist dat nog wel.’

peter wennink ceo asml
Peter Wennink. Foto: ASML

Speelbal in handelsoorlog

Toen Wennink in 1999 bij ASML aan de slag ging, had het gros van Nederland nog nooit van dit bedrijf uit Veldhoven gehoord. Hoe anders is dat vandaag de dag. De voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, noemde de chipmachinebouwer tijdens een werkbezoek zelfs één van de belangrijkste bedrijven in de wereld.

In de mondiale markt voor halfgeleiders spelen de Veldhovenaren een cruciale rol. Negen van de tien nieuwe chipmachines komen hier vandaan. Ze worden gebruikt om de meest geavanceerde chips te produceren die wij nodig hebben voor onze smartphones, elektrische auto’s en laptops.

Deze prominente positie zorgt inmiddels voor spanningen op het wereldtoneel. De Amerikaanse overheid legde zelfs exportrestricties op voor China, nota bene de markt waar voor ASML de meeste groei te vinden is. Zo is Peter Wennink, de tweede zoon uit een naoorlogs gezin waar nooit ruimte was voor al te veel luxe, het middelpunt geworden van een handelsoorlog op het allerhoogste niveau.

Lees ook: ASML: van spin-off van Philips naar speelbal in chipoorlog met China

Zo laveert hij continu tussen grote belangen. Die van aandeelhouders, klanten, leveranciers en – in dit geval – twee grootmachten. Het is een ingewikkeld schaakspel, maar Wennink voelt zich daarbij als een vis in het water.

Zorgen over de toekomst

Het bewaren van de harmonie vindt hij belangrijk. Toch weerhoudt hem dat niet om zo af en toe flink uit te halen. In september waarschuwde hij nog dat Europa achterop dreigt te raken in de wereld. ‘We hebben veel losse oplossingen, maar die zijn niet met elkaar verbonden. De overheid moet een langetermijnvisie geven. Die is er niet, het ontbreekt aan focus.’

Letschert ziet een man met zorgen over de toekomst van Nederland. ‘Hij snapt niet dat politici standpunten innemen die niet goed zijn voor de economie en onze maatschappij. Daar kan hij heel fel in zijn.’ Als voorbeelden noemt ze het strengere beleid voor buitenlandse studenten en kenniswerkers.

Peter Wennink: nieuwe premier van Nederland?

Op 24 april is de jaarvergadering bij ASML. Dan zal Christophe Fouqet worden voorgedragen als nieuwe topman van het bedrijf. Diezelfde dag nog leggen Wennink en zijn co-president Van den Brink hun taken neer.

Lees ook: Nieuwe ASML-ceo Christophe Fouquet krijgt een riante erfenis mee, maar ook een paar hoofdpijndossiers

En dan, tijd voor een welverdiend pensioen zou je denken. Rianne Letschert denkt niet dat het daar al van komen gaat. ‘Peter is enorm bevlogen. Hij is nog veel te scherp en fit om achter de geraniums te gaan zitten. Die gaat geheid snel een andere functie bekleden.’

Die van bewindsman wellicht? Letschert vindt het geen slecht idee. ‘Hij is de ideale minister van Economische Zaken, iemand die zich bekommert om het toekomstig verdienvermogen van Nederland en belangrijke integrale vraagstukken als talentontwikkeling, digitalisering en de arbeidsmarkt. Er zijn bovendien weinig mensen met zo’n wereldse blik als hij. Weet je, eigenlijk zou ik in hem zelfs de nieuwe premier zien.’

Minister-president Peter Wennink. Wie kan het de onderhandelaars in Den Haag influisteren?

De burgemeester van Veldhoven over Peter Wennink

marcel delhez burgemeester veldhoven
Marcel Delhez. Foto: Brigit Strijbos

Als burgemeester van Veldhoven heeft Marcel Delhez met enige regelmaat contact met Peter Wennink. ‘Niet om vergunningsaanvragen erdoorheen te krijgen hoor, dat loopt gewoon via de reguliere afdeling. Maar we praten natuurlijk wel over de toekomst van ASML en de impact daarvan op onze gemeente’, aldus Delhez.

Daarmee doelt hij onder meer op woningbouw, openbaar vervoer en het vastlopende wegennet rondom Veldhoven. Delhez heeft met Wennink een bestuurder die zeer betrokken is bij zijn omgeving. Ook als het niet om niet-ASML gerelateerde kwesties gaat trouwens. ‘Zo heeft hij me ooit gebeld over een noodgebouwtje voor de basisschool in Oerle. Ook met dit soort dingen is hij in zijn hoofd dan bezig dus.’

Delhez typeert hem als iemand die nooit een rookgordijn optrekt. What you see is what you get. ‘Peter is doorgaans zeer uitgesproken en tegelijkertijd heel no-nonsense. Als we elkaar rond lunchtijd treffen in de toren van ASML, dan staat er geen uitgebreid buffet op tafel. Gewoon was broodjes met ham en kaas, dat vindt hij voldoende.’

.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

.

Lees ook: Hoe deze drie blinde vlekken ASML pijn hebben gedaan