Paren bij wie de een voltijd werkt en de ander in deeltijd zijn het meest tevreden over hun situatie. Paren bij wie de een voltijd werkt en de ander niet, zijn het minst tevreden.
Dit blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Vorig jaar werkte volgens het onderzoeksbureau bij 41 procent van de paren de een voltijd en de ander in deeltijd. Daarmee is dit de meest populaire combinatie. Het aandeel huishoudens waarvan slechts één persoon tot de werkzame beroepsbevolking behoort, is aanzienlijk gedaald. Het nam af van 49 procent in 1992 tot 32 procent in 2004. Bij deze paren is het vrijwel altijd de man die werkt.
Bij de meeste werkende paren komt voor vier van de vijf de feitelijke arbeidsverdeling overeen met de gewenste. Uitzondering vormen de paren waarvan de een voltijd werkt en de ander niet. Van hen was slechts 64 procent tevreden. Zo’n 27 procent wilde een grotere arbeidsdeelname. (BK)