In onze beroepsbevolking werkt een op de twintig Nederlanders in de ICT. In absolute getallen zijn dat 422.000 mensen in 2016. Vijf jaar daarvoor stond de teller op 362.000. Daarmee staat Nederland op de vijfde plek binnen Europa, volgens statistiekbureau Eurostat. De eeuwig voortdurende discussie of technologie nu banen oplevert of banen kost, zal met deze cijfers niet ophouden. Zelfs de wetenschap is daar nog niet uit. Ik durf de stelling aan dat technologie ons meer maar vooral leuker werk oplevert. ICT-werkgelegenheid gaat ook gepaard met uitdagingen. Denk aan het gebrek aan vrouwen in onze sector, mismatch tussen vraag en aanbod en de zorg om de middengroepen. Die problemen vragen om meer aandacht en actie.
85 procent van de ICT-professionals is man. Ondanks alle goedbedoelde initiatieven om meer vrouwen aan te trekken in de technologie, lijkt het percentage vrouwen niet toe te nemen. Dan helpen berichten van seksuele intimidatie in de ICT-branche natuurlijk ook niet. Toch ben ik ervan overtuigd dat we komende jaren meer vrouwen gaan zien in de ICT. Al was het alleen al omdat digitalisering nog veel meer integraal onderdeel wordt van onze samenleving. De millennials, ofwel de ‘digital natives’ onder ons, groeien er mee op. ICT-onderwijs vanaf de basisschool ín de klas en vooral digital natives vóór de klas moeten daarbij helpen.
Aansluiting vraag en aanbod kost tijd
Het grote verschil tussen vraag en aanbod in de technologiesector is helaas niet een-twee-drie opgelost. Ontwikkelingen op het gebied van cloud, data-analytics, internet-of-things en robotica zijn nauwelijks bij te houden. Zo verwachten wetenschappers dat data-analist het belangrijkste beroep van de eeuw wordt. Slechts 20 procent van de vraag naar data-analisten wordt nu ingevuld. En zelfs dit beroep is inmiddels een containerbegrip, want grofweg maken we onderscheid tussen de technologen die algoritmes schrijven om data te ontsluiten, statistici voor het ontdekken van patronen en een groep die de informatie omzet in creativiteit. Tja, de vraag is of dat allemaal ICT-banen zijn. Het bevestigt eens te meer dat technologie integraal onderdeel is van ons werk. Met om- en bijscholen gaan we het niet meer inhalen. Ook hiervoor geldt dat onderwijs vanaf de basisschool radicaal aangepast moet worden aan de digitale samenleving.
ICT is van ons allemaal
Tenslotte is er de zorg om lager en middelbaar opgeleid personeel. 57,4 procent van de Nederlandse ICT’ers is hoog opgeleid. Dat is ver boven de 36 procent van de totale beroepsbevolking. Als we willen dat veel mensen mee kunnen in de digitale samenleving, moeten we ook lager en middelbaar opgeleide mensen verwelkomen in deze sector. Dat kan. Als technologie steeds meer deel uitmaakt van primaire processen in ons dagelijks doen en laten, moeten de laag- en middelbaar opgeleide mensen daar ook van profiteren. Ik realiseer me dat veel banen ingeruild worden voor robots. Tegelijkertijd wordt technologie steeds gebruiksvriendelijker. ICT is zeker niet altijd hogere wiskunde. En voor elke oplossing ontstaat een nieuw probleem. Neem de groeiende aandacht voor digitale veiligheid. De komende jaren hebben we veel cybersecurity kennis nodig die vanuit alle opleidingsniveaus kan komen. Daar moet wel aan gewerkt worden. Dus ook het lager- en middelbaar onderwijs heeft nog flink wat te doen.
Wie weet praten we over 10 jaar niet meer over meer of minder ICT-banen. Elke baan bevat dan vast op een of andere manier wel een technologisch tintje. Laten we alles op alles zetten dat het meer en vooral leuke banen worden.
Dit opinie-artikel is geschreven door Pablo Derksen, directeur Employability Services en Recruitment van IT-dienstverlener Sogeti.
Zoek je nog meer verdieping? MT Magazine is nu ook los verkrijgbaar. Naar de webshop