Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

Ons Brasschaat

In twintig jaar groeide het Belgische Brasschaat uit tot 'ons' Wassenaar van het zuiden. Hoewel het er niet zo veel zijn, zetten de rijke Hollanders wel hun stempel. Wat vindt Brasschaat daarvan? “Degene die het meeste lawaai maakt, heeft het minste vermogen.”

Vraag in Brasschaat waar de Nederlanders te vinden zijn en je wordt steevast doorverwezen naar 'afspanning' De Kroon. Vooral in het weekend is hier 's avonds steevast een contingent 'Ollanders' te vinden. Binnen veel koper en goud, zware houten lambriseringen en muziek van het genre Iglesias die je al vanaf het terras tegemoet schalt. De Kroon is een jaar of tien geleden door Nederlander Hugo Heule opgezet en is nog altijd voor de helft Nederlands eigendom. Een goed beginpunt dus om de Brasschaatse Hollanders in levenden lijve te treffen, zou je denken. Niets is minder waar, want de huidige Belgische hotelbaas kent zijn pappenheimers en weet dat zijn clientèle op haar privacy is gesteld. Uit zijn mond geen onvertogen woord en de camera mogen we ook opbergen.

De grote trek is zo'n twintig jaar geleden begonnen. Wie in Nederland zijn bedrijf verkocht, stond voor de keuze: 20 procent aanmerkelijk-belangheffing betalen over het hele bedrag, of verhuizen naar België, waar ook het vermogen nog eens flink lager belast werd. Veel Nederlanders hoefden daar niet lang over na te denken en gingen bij de zuiderburen op zoek naar een mooi perceeltje om een huisje op te bouwen. Hoewel, huisje. Het Antwerpse voorstadje Brasschaat – het epicentrum der Nederbelgen – kan de vergelijking met gemeenten als Wassenaar en Aerdenhout glansrijk doorstaan. De kapitale villa's, die in België overigens nog altijd een stuk goedkoper zijn dan in Nederland, worden onder meer bewoond door erkende gouddelvers als Nina Brink, tv-maker Jef Rademakers (die in dezelfde straat woont als de vroegere nationale keeper van België Jean-Marie Pfaff), de oude mevrouw Fentener van Vlissingen, de familie Bremers (van de voorgangster van Máxima) en Jeroen (broer van) van den Nieuwenhuyzen, die er ook een manege bezit. In het aangrenzende gehucht 's-Gravenwezel vinden we het uitgestrekte landgoed van de gebroeders Maas van projectontwikkelaar Wilma Vastgoed, alsmede het huis van mevrouw Boonstra, die van haar man een mooi optrekje in de bossen heeft gekregen.

Illegalen
Ondertussen is er fiscaal gezien een hoop veranderd. Het nieuwe belastingstelsel van Vermeend – met de vermogensrendementsheffing van 1,2 procent, is een stuk vriendelijker voor veelvermogenden. Maar veel Nederbelgen vinden het wel prima in Brasschaat, waar het leven goed is. Tegelijkertijd kunnen Nederlanders die naar België verhuizen nu vanwege de toenemende Europese integratie, hun hypotheekaftrek behouden, wat weer een tweede golf van minder vermogende Nederlanders naar België lokt, vanwege de lage huizenprijzen.

Volgens burgemeester Lode Bertels – al vierentwintig jaar burgervader van Brasschaat namens de Christelijke Volkspartij (CVP) – zijn het er 1800, wat op een bevolking van 38.000 bepaald niet opzienbarend is. En dat terwijl makelaar Willy Huiskes van Meeùs makelaars, met wie we de villawijken doorkruisen, het aantal villa's dat Nederlands eigendom is op 80 procent schat. Feit is dat in het centrum van Brasschaat – de Bredabaan die het plaatsje doorkruist – het noordelijke accent vaker te horen is dan de cijfers zouden doen vermoeden. Bertels wijt dat verschil tussen perceptie en werkelijkheid aan de ruimte die de Nederlanders in zijn gemeente innemen. “Alleen goedvermogende Nederlanders komen naar Brasschaat en die nemen naar verhouding een grote oppervlakte in.”

Maar er is nog een andere verklaring voor het verschijnsel. Wout van Bever (23), in Brasschaat opgegroeid en nu eigenaar van de jongerenkroeg Russell's, weet zeker dat er veel meer Nederlanders wonen dan de officiële cijfers laten zien. “Een heleboel Nederlanders hier zijn illegaal.” Hij somt de trucs op die gebruikt worden: “Gehuurde appartementen die onderverhuurd worden, villa's die onderverhuurd worden, Nederlanders met de Luxemburgse nationaliteit en zelfs Nederlanders met de Zwitserse nationaliteit lopen er rond,” aldus Van Bever. Want als één ding duidelijk is, dan is het wel dat de gemiddelde Nederbelg er ergens in Zuid-Europa graag nog een optrekje op na houdt. Zo ontstaat een beeld van een gemeenschap welvermogenden die naar believen al dan niet in Brasschaat te vinden is en waarvan er velen niet officieel in de gemeente Brasschaat zijn ingeschreven, maar elders in Europa.

Assertiever
Met afgunst bij de Belgen valt het volgens burgemeester Bertels allemaal wel mee. “Ik denk dat wij Belgen verschillen in inkomen en bezit sowieso makkelijker aanvaarden dan Nederlanders.” Er is tot zo'n tien jaar geleden volgens Bertels wél onvrede geweest. De Nederlanders dreven de huizen- en grondprijzen op, waardoor het voor de Belgen duurder werd. “Maar dat heeft natuurlijk twee kanten. Wie kocht was ongelukkig, maar wie verkocht was gelukkig.”

Bertels bespeurde de eerste jaren naar zijn zin te weinig wil bij de Nederlanders om werkelijk te integreren in Brasschaat. “Daarom ben ik in die periode stelselmatig Nederlanders gaan vragen voor bestuursplaatsen in allerlei stichtingen en bestuursorganen.” Een tactiek die volgens Bertels gewerkt heeft. Zo hebben verschillende sportclubs een Nederlandse voorzitter en wordt de stichting voor buitenschoolse kinderopvang in Brasschaat geleid door een Nederlandse.

Dat verhaal wordt bevestigd door fractieleider en Kamerlid voor het Vlaams Blok, Luc Sevenhans. “De relaties zijn doorgaans zeer goed, want de Vlaming en de Nederlander staan cultureel gezien dicht bij elkaar.” Jammer vindt hij het om te zien dat de Nederbelgen voor grotere inkopen, of als ze bijvoorbeeld een feest laten cateren, vaak toch naar Nederland gaan. Dat de in hun vaderland werkende Nederlanders over enkele jaren gemeentelijke belastingen moeten gaan betalen, vond Sevenhans wel eens tijd worden. “Brasschaat heeft tot nu toe economisch te weinig geprofiteerd van hun komst.” Maar van afgunst wil ook Sevenhans niet weten: “Ze vallen op, dat is onvermijdelijk, want ze zijn niet in een deux cheveaux aan komen rijden. Maar Brasschaat was al een rijke gemeente voordat de Hollanders kwamen.”

Op de middenschool (twee jaar voorbereidend voor de echte vakkenkeuze) van het Athenaeum in Brasschaat zijn zo'n 20 van de 750 leerlingen Nederlands. Directeur Wouter Oddery haalt ze er zo uit: “Het is het gebruikelijke verhaal, die Nederlandse kinderen zijn veel assertiever dan de Vlaamse. Ze komen ook direct verhaal halen als ze het niet eens zijn met hun cijfer. Dat zal een Vlaamse leerling niet zo makkelijk doen.” Dat ze uit rijke gezinnen komen, merkt Oddery niet zo. “Behalve dan aan de auto's waarmee ze gebracht worden. Ze lopen niet met hun rijkdom te koop en ze integreren heel makkelijk.”

Bij dat laatste heeft Hollander Wout van Bever nog wel een kanttekening. “Vroeger op school werden wij door de Belgen gediscrimineerd. Ik werd vaak gepest, ze noemden me 'belastingontduiker'. Ik ben in die tijd op school ook noodgedwongen Vlaams gaan praten, om minder op te vallen.”

Maar ook Van Bever vindt dat er veel ten goede is veranderd. “Nu gaat het perfect. Ik ga zelfs liever om met mijn Belgische vrienden dan met die nieuwe Hollanders die nu komen. De Belgen zijn relaxed, terwijl die nieuwelingen nog heel erg met hun geld te koop lopen. Kijk, als wij uitgaan, dan gaan we ook echt uit. Naar Antwerpen en daarna naar Knokke en dat kost een godsvermogen. Maar dat hoort er nou eenmaal bij, daar hoor je ons niet over lullen. Maar die nieuwelingen vinden dat nog belangrijk. Ga maar een keer luisteren bij De Kroon. En één ding weet ik zeker: degene die het meeste lawaai maakt, heeft het minste vermogen.”

Nederlanders in België


Eén op de zes Nederlanders die in 1997 in het buitenland ging wonen, koos voor België. Tien jaar eerder was dat nog één op de elf. (…) Het bijzondere aan de emigratie naar België is het relatief hoge aandeel 45- tot 55-jarigen.

'België is vooral populair bij vermogende landgenoten. Dat hangt mogelijk samen met het voor hen gunstige belastingklimaat in België', stelt het CBS voorzichtig. Toen in 1996 toenmalig staatssecretaris Vermeend dan ook belastingmaatregelen voorstelde die het financieel minder aantrekkelijk moesten maken om in het buitenland te gaan wonen, nam het aantal middelbare fiscale emigranten naar België opeens snel toe.

De grootste aantallen Belgiëgangers komen volgens het CBS uit Brabant en Limburg. Ze vestigen zich overwegend in de grensstreek, waarbij behalve Brasschaat ook Turnhout en Lanaken hoog scoren. 'Door deze nabijheid kunnen bestaande familie- en relatienetwerken beter intact blijven'.
Bron: CBS


Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Brasschaat


Bestaat sinds: 1251
Oppervlakte: 3.849 ha
Aantal inwoners: 37.158
Immigranten in 2000: 1820
Aantal inwoners per 'woongelegenheid': ca. 2,5
Groen per inwoner: ca. 720 m2, waarvan 350 m2 bos
Gemeenteraad: CVP 11, VLD (liberalen) 8, Vlaams Blok 7, Agalev (de groenen) 3, VU&ID 3, SP 1
Aantal keren dat 'Nederland' of 'Holland' in telefoonboek voorkomt: 1 (Luzac College Nederland)
Bijzonderheden: “Door de vele uitzonderlijke verwezenlijkingen in gans het land gekend”

Bron: www.brasschaat.be