Het pensioen is iets voor later. Tenminste, zo oordelen de Pensioenstruisvogels, waartoe vier op de tien Nederlanders behoren. Ondanks een laag vertrouwen in het pensioen, hebben zij geen zin om uit te zoeken hoe het beter kan.
Het gaat om tweeënhalf tot drie miljoen werkende landgenoten, blijkt uit onderzoek van RenM Matrix. Lui als we zijn, zoeken we ook niet uit hoe we wel een beter bedrag kunnen reserveren voor onze oude dag.
Dramatische daling
Met ons vertrouwen in de pensioenen is het slecht gesteld, stelt het onderzoeksbureau. Ze spreekt zelfs van een ‘dramatische daling'. In september van dit jaar voelde elf procent zich comfortabel bij zijn pensioen. Ter vergelijking: ruim anderhalf jaar geleden was dit nog 22 procent.
Uitwaaieren
Ruim een kwart van de ondervraagden denkt dat het vertrouwen nog verder zal krimpen. De metingen vonden overigens plaats vóór de economische crisis in alle hevigheid losbarstte. ‘Het vertrouwen is nu waarschijnlijk verder gedaald', aldus RenM.
Vogelnamen
De onderzoekers hebben de deelnemers onderverdeeld in vier pensioengroepen. Met buitengewoon inspirerende vogelnamen. Voelt u zich net als veertien procent van de beroepsbevolking een pensioendodo? Dan heeft u weinig kennis van pensioenen, maakt u zich ongerust, maar vraagt u wél om hulp. Een verstandige groep dus, die vooral uit hoger opgeleiden bestaat.
Struisvogels
De Pensioenstruisvogels – 38 procent van de werkende Nederlanders – vinden het pensioen ‘een zorg voor later'. Ook al hebben deze voornamelijk vrouwen, jongeren en minder-dan-modalen nog zo weinig vertrouwen in hun pensioen.
Moedergans
Of voelt u zich toch meer een Pensioengans, zoals 32 procent van uw landgenoten? ‘Deze volgen als het ware keurig de moedergans', beschrijft RenM. ‘Ze denken dat het allemaal vanzelf wel goed komt.'
Pensioenuilen
Ten slotte: de Pensioenuilen. Dat zijn met name ouderen en mensen met een bovenmodaal inkomen. Die hebben hun zaakjes wél goed op orde, zo blijkt. Ze nemen hun eigen verantwoordelijkheid en vinden niet dat het pensioen een zorg voor later is. Waarschijnlijk omdat ze toch al bijna met pensioen gaan.
