De situatie:
Het bedrijf wil duurzamer worden, maar het personeel zit massaal in de auto.
De oplossing:
Verplaatsing van de kantoren van locaties aan de snelweg naar locaties midden in de stad naast het station.
Frans Hofstede, CFO Arcadis:
‘Wij adviseren onze klanten als ingenieursbureau op het gebied van duurzaamheid en mobiliteit. Wat voor voorbeeld geef je dan als je zelf in een vervuilende leaseauto aan komt rijden?
In 2009 ontwikkelden we als directie een nieuwe duurzaamheidsvisie. 2015 werd het jaar dat onze CO2-voetafdruk met tien procent verminderd moest zijn. Een inventarisatie leerde al snel: 85 procent van onze uitstoot was afkomstig van mobiliteit. Als goede tweede kwamen onze kantoren uit de bus. De optelsom was snel gemaakt: we wilden beide zaken gezamenlijk aanpakken.
Gemak
De keuze voor een vervoersmiddel komt grotendeels voort uit gemak. Onze elf panden – van Assen tot Den Bosch – zaten bijna allemaal langs de snelweg en onze ingenieurs bezoeken klanten door het hele land. Bovendien betaalde je als werknemer voor je treinreizen, terwijl kilometers met de auto vergoed werden. Geen wonder dat medewerkers de auto pakten. Het OV kampte bovendien met een imagoprobleem: vertraging, lange reistijd. Met de verplaatsing van onze kantoren naar locaties in de buurt van intercitystations pogen we onze tweeduizend medewerkers uit de auto en in de trein te krijgen.
In 2009 zorgde het beleid voor opgetrokken wenkbrauwen: medewerkers waren blij met hun auto, waarom moest dat veranderen? Gaandeweg zagen ze het nut ervan in, sneller dan wij als directie hadden verwacht. In 2013 werden de doelen behaald, twee jaar eerder dan gepland. Het aantal treinkilometers was verdubbeld ten opzichte van 2010. Anno 2018 zitten we op een verdrievoudiging. Natuurlijk zijn we tevreden, maar er zit meer in. In 2020 willen we onze CO2-voetafdruk nog eens verminderen met dertig procent ten opzichte van het eerdere doel.
OV-kaart
We hebben inzicht in hoeveel medewerkers met het openbaar vervoer reizen. Zeventig procent van hen gebruikt de OV-kaart minimaal één keer per maand. Wie geen gebruikmaakt van de trein, vragen we naar zijn of haar beweegredenen en die proberen we persoonlijk een zetje in de goede richting te geven. Natuurlijk zijn er mensen die waarde hechten aan hun auto. Bovendien is de OV-infrastructuur in het oosten minder ontwikkeld dan in het westen, wat de auto aantrekkelijker maakt. We willen mensen een keuze blijven bieden wat betreft mobiliteit, maar we belonen mensen die duurzame keuzes maken. Zakelijke rijders met een schonere privéauto krijgen een hogere kilometervergoeding dan iemand met een vervuilende privéauto.’’
Het hele artikel over De nieuwe mobiliteit is te lezen in het nieuwe nummer van MT met als thema Mobiliteit. Klik hier voor een abonnement.