De arbeidsparticipatie in Nederland behoorde in 2008 tot de hoogste binnen de Europese Unie. De Nederlandse mannen waren zelfs koploper. Ook vrouwen participeren in ons land meer dan het Europese gemiddelde.
Dat blijkt woensdag uit twee rapporten van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In 2008 had meer dan 77 procent van de Nederlandse bevolking van 15 tot 65 jaar een betaalde baan. We hebben het dan over alle personen die minstens één uur per week werken. Alleen in Denemarken was de arbeidsparticipatie hoger (78 procent). Het verschil tussen Nederland en koploper Denemarken is de afgelopen jaren steeds kleiner geworden, aldus het CBS. Gemiddeld was de arbeidsparticipatie in de EU bijna 66 procent. Malta had met 55 procent het laagste aandeel werkenden. Ook Hongarije, Italië, Roemenië en Polen scoorden matig.
Mannen
Kijken we alleen naar mannen, dan eindigt Nederland op de eerste plaats binnen de EU. Ruim 83 procent van de mannen in ons land heeft een betaalde baan, wat tien procentpunt boven het Europese gemiddelde van 73 procent ligt. Nederlandse vrouwen participeerden met 71 procent ook relatief vaak op de arbeidsmarkt, versus het EU-gemiddelde van 59 procent. Alleen Denemarken en Zweden hadden actievere vrouwen.
Geëmancipeerd
Nederlandse vrouwen behoren tot meest geëmancipeerde van Europa, blijkt uit een ander artikel van het CBS. De ongelijkheid tussen vrouwen en mannen in ons land is gering. Op het vlak van inkomensongelijkheid tussen vrouwen en mannen, is Nederland een middenmoter. Gemiddeld bedraagt het inkomen van vrouwen 64 procent van dat van mannen, uiteraard voor een belangrijk deel veroorzaakt door het deeltijd werken.
Vrouwelijke managers
Goed gaat het in hogere technische en wetenschappelijke beroepen: het percentage vrouwen is gelijk aan dat van mannen. Ook het percentage vrouwelijke parlementariërs is groot: vrouwen bezetten in Nederland 36 procent van de zetels in de Eerste en Tweede Kamer. Minder goed zijn vrouwen vertegenwoordigd in hogere managementfuncties. Met een aandeel van 26 procent bevindt ons land zich onderaan de Europese rangorde. Alleen Cyprus, Malta en Denemarken scoren op dit punt lager. Het hoogste percentage vrouwelijke managers vinden we in de Baltische staten, Duitsland en Frankrijk.
Ouderen
Ten slotte valt op dat de participatie van oudere werknemers – tussen de 50 en 65 jaar – in Nederland met 63 procent hoger is dan het Europese gemiddelde (57 procent). We blijven wel sterk achter bij de topper Zweden, waar driekwart van de ouderen een betaalde baan heeft. Dat is het enige land waar de participatie van 50 tot 65-jarigen hoger is dan die van 15- tot 65-jarigen.
