In de tweede serie over leiderschap in de 21ste eeuw spreekt Management Team met opmerkelijke bestuurders die leiderschap in de praktijk brengen. Het eerste gesprek is met de Bengaalse econoom Muhammad Yunus, de uitvinder van het microkrediet. Zijn droom? Een wereld zonder armoede.
Het is muisstil in de afgeladen zaal van de Rode Hoed. Af en toe schuift iemand zachtjes op de ongemakkelijke houten stoelen heen en weer. Iedereen luistert gefascineerd naar het rustige verhaal van een charismatische oude man met wit haar en indrukwekkende bruine ogen.
Op uitnodiging van tijdschrift Ode is de Bengaalse econoom Muhammad Yunus, geestelijk vader van het microkrediet, twee dagen in Amsterdam. Zijn agenda is bomvol. Besprekingen met bankiers, koffie met Maxima – de VN-ambassadrice van het microkrediet – en talloze interviews. Geduldig vertelt de goedlachse Yunus keer op keer hoe hij de wereld veranderde. Een verhaal dat zijn toehoorders nooit meer vergeten.
Het is het verhaal van de Grameen Bank (‘volksbank’ in het Bengaals) in Bangladesh, die werd opgericht in 1983. Als professor in de economie was Yunus de hele dag bezig met analyses en grote getallen. Maar voor de deur stierven zijn landgenoten van de honger. Hij voelde zich leeg en ging op onderzoek uit. Hij kwam er achter dat een groep van 42 mensen gezamenlijk een schamele 27 dollar nodig had om zelfstandig een klein bedrijf te runnen. Hij leende hun het geld om iets voor iemand anders te kunnen betekenen en zich niet langer achter theorieën in een ivoren toren te verstoppen. En kreeg het geld terug.
De economieprofessor raakte ervan overtuigd dat kleine leningen wonderen kunnen doen. Maar de bankiers die hij benaderde verklaarden hem voor gek. Ze zagen niets in het idee krediet te verstrekken aan arme mensen. Dus besloot Yunus zichzelf garant te stellen om leningen te krijgen en die vervolgens door te geven. Het kon toch niet zo zijn dat banken alleen geld geven aan mensen die het het minst nodig hebben? Dat tweederde van de wereldbevolking niet kredietwaardig is? Nee, redeneerde hij, het zijn de banken die niet menswaardig zijn.
Inmiddels heeft de Grameen Bank 1500 vestigingen die service verlenen in 55.000 dorpen. De bank heeft vijf miljoen leners waarvan 96 procent vrouw. Het is de ervaring van Grameen dat het geld dat vrouwen krijgen de familie meer ten goede komt dan wanneer het aan de man wordt gegeven. Het kostte de medewerkers van de Grameen Bank jaren om de Bengaalse vrouwen zo ver te krijgen geld te accepteren.
Traditioneel zijn het alleen mannen die voor krediet in aanmerking komen. Bijna honderd procent van de leningen wordt terugbetaald. Mede dankzij de Grameen Bank is de armoede in Bangladesh verminderd en het inkomen van de bevolking gestegen. Yunus riep jaren geleden dat in 2005 honderd miljoen families een microkrediet zullen hebben. Hij kreeg gelijk. De man die door alles en iedereen voor gek werd verklaard heeft nu, in het jaar van het microkrediet, talloze prijzen en nominaties op zijn naam staan.Het slotapplaus in de Rode Hoed is oorverdovend. De staande ovatie onvermijdelijk. Hier en daar worden enkele tranen weggepinkt.
Waarom raken mensen zo ontroerd door uw verhaal?
“Omdat ik iets zeg dat hun hart raakt. Het raakt de kern van mensen. Al die kansen en mogelijkheden die wij hebben. Hoe kan het zo simpel zijn? Waarom heb ik het niet eerder gezien? Deze man vertelt niet een of ander sprookje. Als ik een Harry Potter-verhaal had voorgedragen was er niets gebeurd. Het verhaal van de Grameen Bank is waargebeurd en dat is wat hun raakt en enthousiast maakt.“Ik sprak vanmiddag nog met een groep bankiers over de kredieten die wij aan bedelaars geven en ook zij werden emotioneel. Bankiers staan nou niet bepaald bekend om hun heftige emoties. Ze hadden er nog nooit over nagedacht dat je ook met bedelaars zaken kunt doen.”
Wat is uw droom?
“Mijn drive is een wereld zonder armoede en oorlog. Dat we alles met elkaar kunnen regelen. En dat er voor iedereen voldoende mogelijkheden zijn zich te ontwikkelen. Of mensen daar gebruik van maken is hun keuze, maar de opties zijn er.”
Is dat mogelijk?
“Het moet mogelijk zijn. Dan is het een betere wereld. Wat zou dromen anders voor nut hebben? Als ik van eten droom, droom ik toch ook van het best mogelijke eten? Laat ons gezamenlijk van een mooie wereld dromen. Alleen al het denken aan een betere wereld zal de wereld verbeteren. Als we ons alleen slechte dingen voorstellen, zullen die gebeuren. Dat is de kracht van de verbeelding. “Ik wil graag dat jonge mensen op school hun eigen wereld leren inrichten, ook al kennen ze of begrijpen ze die wereld nog helemaal niet. Dan kunnen ze hun ideeën bespreken, met elkaar dromen en kijken naar de overeenkomsten.”
U krijgt de nodige prijzen en erkenning voor uw werk. U wordt zelfs getipt als Nobelprijswinnaar. Had u dat verwacht?
“Nee. Toen ik met Grameen Bank begon, deed ik dat om bekendheid te verkrijgen. Ik was bezig met een lokaal probleem waarvan mijn omgeving zei dat ik het niet kon oplossen. Volgens hen kon je arme mensen simpelweg geen geld lenen. Daar werd ik woest van en ging het dus maar zelf doen. Maar snel genoeg realiseerde ik me dat het niet alleen een regionaal probleem was, maar een wereldwijd probleem. “Ik begon tegen alles en iedereen aan te praten, maar werd voor gek verklaard. Inmiddels is duidelijk dat het wel mogelijk is. Elke prijs is een erkenning dat wat ik zeg en doe ergens op slaat. Daar ben ik natuurlijk blij mee. Dat is fantastisch. Ik word heel blij als een zaal met studenten die ik toespreek enthousiast raakt. Want op hun schouders gaat de wereld breken als er niet snel iets verandert, niet op de mijne.”
Wat is het grootste compliment dat iemand u kan maken?
“Als mensen gaan geloven dat een wereld zonder armoede mogelijk is.”
De Amerikaanse managementdeskundige Stephen Covey zegt dat leiderschap een keuze is, geen positie. Bent u het daar mee eens?
“De positie maakt de leider en soms maakt de leider de positie. Een positie is niet noodzakelijk om een leider te zijn. Het gaat erom of mensen naar je luisteren. Aan de andere kant kan de positie er ook voor verantwoordelijk zijn dat je een leider wordt. Het kan dus allebei. Als je een hoge positie bekleedt en er niet wijs mee om gaat, ben je geen leider. Dan leid je niet. Een hoge positie is een voordeel, maar hoe je ermee omgaat is aan jou. Je kan er net zo makkelijk weer van afvallen.”
Ziet u zichzelf als leider?
“Dat zouden anderen moeten beoordelen. Maar goed, ik bekleed en gebruik de positie van een leider en de mensen binnen mijn bedrijf hebben het van mij geaccepteerd. Het werkt goed. Dus ja, ik denk dat ik de persoonlijkheid of belangrijke eigenschappen van een leider heb.”
Wat zijn dat voor eigenschappen?
“Vooruit kunnen denken. De realiteit kunnen inschatten en anders interpreteren dan de meeste. De juiste richting aanvoelen en aangeven. Alsof je in het midden van de oceaan bent, waar iedereen een andere kant op wil. De leider bepaalt de richting en als het land verschijnt, krijgt hij gelijk en krijgen de mensen het vertrouwen dat hij een goede leider is. In de meeste gevallen moet de leider in de toekomst gelijk krijgen ook al lijken zijn ideeën in eerste instantie nergens op te slaan. Je trackrecord rechtvaardigt je positie. “Als leider moet je je volgers begrijpen. Ik moet in staat zijn besluiten te nemen die medewerkers kunnen uitvoeren. Ik kan niet met wilde plannen komen waar geen hond iets van begrijpt. En pas als de taken zijn uitgevoerd zien medewerkers dat zij iets hebben gedaan wat in eerste instantie onmogelijk leek. Daar heb je ze stuk voor stuk doorheen geleid. Het potentieel van mensen herkennen en weten wie wat het beste kan doen – teambuilding dus – is tevens een van de belangrijkste eigenschappen.”
Kun je leiderschap ontwikkelen?
“Gedeeltelijk. Sommige mensen hebben het al in hun persoonlijkheid. Anderen hebben veel oefening en ervaring nodig. De elementen zijn in sommige leiders misschien al vroeg aanwezig, maar die moet je wel polijsten. Als je er geen aandacht aan besteedt, verkwansel je je talenten. “Leiderschap is hard werken. Het vereist een heleboel denken en voelen. Je bent verantwoordelijk voor het werk waar anderen zich voor inspannen. Als zij het gevoel hebben dat je hun energie verspilt, krijg je hun vertrouwen niet. En dat vertrouwen winnen is leiderschap. Je moet duidelijk maken dat al het werk de moeite waard is.”
Wie of wat inspireert u?
“Natuurlijk bewonder ik politieke leiders als Mahatma Ghandi of Martin Luther King, maar ik moet het toch op mijn eigen manier doen. Mijn werk verschilt zo van wat zij hebben gedaan dat ik mijn eigen script moest schrijven. “Door de onafhankelijkheidsbeweging in Bangladesh heb ik mezelf kunnen ontwikkelen. En ook tijdens mijn studie economie in de VS heb ik veel geleerd. Daar was in de jaren zestig en zeventig zo veel aan de hand: de burgerrechtenbeweging, Vietnam et cetera.”
Wat heeft u dan geleerd?
“Van de burgerrechtenbeweging heb ik veel geleerd dat bij mijn ontwikkelingswerk goed van pas komt. De zwarte gemeenschap rebelleerde tegen discriminatie en segregatie. Onmenselijke zaken als apartheid in een geciviliseerde samenleving. Dat waardigheid werd geweigerd op basis van je huidskleur maakte veel indruk op mij. “De zwarte gemeenschap had geen enkele macht, noch economisch noch politiek. Toch zijn ze in opstand gekomen en hebben een heleboel ‘gewone mensen’ ongewone dingen gedaan die enorm veel impact hebben gehad. Niemand gaf hun een kans, maar ze hadden de waarheid aan hun kant, dus konden ze langzaam aan de wereld veranderen. Er werden wetten veranderd en rechtszaken gevoerd in plaats van oorlog.”
Waarom heeft u economie gestudeerd?
“Bangladesh is een arm land. Ik was op zoek naar manieren om daar verandering in te brengen, liefst zo snel mogelijk. Hoe kunnen we ons land ontwikkelen? Wat zijn de sterke en zwakke kanten van onze economie? Als je in een arm land woont, ben je je erg bewust van de economische en politieke situatie.”
Biedt economische wetenschap de oplossing?
“Niet altijd. Economische interpretaties zijn vaak kortzichtig. Als het over inkomen gaat wordt bijvoorbeeld te vaak gesuggereerd dat je in loondienst moet. Dat is een veel te mechanische manier om naar de samenleving te kijken. Er wordt gesuggereerd dat ondernemerschap slechts voor weinigen is weg gelegd. Het merendeel moet in loondienst, afhankelijk zijn van anderen. Dat is moderne slavernij. Ik wil graag duidelijk maken dat elk mens een potentieel ondernemer is. Dat moet meer worden gecommuniceerd op scholen, universiteiten en thuis.”
Dan bent u vast geen voorstander van termen als ‘human resource’ en ‘human capital’?
“Dat is precies wat ik bedoel. Je bent een mens met opties en keuzes, en voldoende potentieel om ondernemer te worden. Je hoeft van niemand orders aan te nemen. Die keuze is aan jou. Er wordt onvoldoende duidelijk gemaakt dat er keuzes mogelijk zijn. Er moeten natuurlijk organisaties zijn die de keuzes mogelijk maken, die krediet verlenen en voor faciliteiten zorgen zoals het leasen van gereedschap. Maar je moet geen dromen van mensen afnemen. Als je iemands droom afneemt, is hij niets meer. Niets meer dan een dier.”
Volgens sommige managementexperts zijn veel organisaties gevangenissen. Waarom doen mensen zichzelf dat aan?
“Omdat mensen niet geloven dat ze een keuze hebben. Zo zijn ze niet opgevoed. Je moet een baan nemen en hard werken. Als je nooit alle keuzes en mogelijkheden hebt gezien, ben je niet in staat om tegen je baas te zeggen: rot op, ik hoef hier niet te werken als het mij niet bevalt.”
Als iedereen ondernemer kan worden, hebben we dan nog grote bedrijven nodig?
“Nee, eigenlijk niet. Als iedereen eigen baas zou zijn, was dat prima. Ik hoef geen deel te zijn van een machine, een klein radertje. En het is nu mogelijk. Meer dan ooit tevoren. Door de informatietechnologie kunnen alle mensen over de hele wereld met elkaar tijdelijk samenwerken. We hoeven niet eens een kantoor te hebben. Waarvoor? Je komt gewoon voor bepaalde projecten bij elkaar. En als het project klaar is, is het bedrijf klaar.”
Is dat het belangrijkste verschil tussen de 20ste en de 21ste eeuw?
“Het meest belangrijke verschil is de snelheid waarmee alles gebeurt. Zoals het vandaag is, is het morgen niet meer. Een mobiele telefoon was net nog een telefoon en opeens is het ook een camera. Je kan er zelfs e-mails mee versturen en video’s maken. In Bangladesh was de introductie van de fax in de vorige eeuw nog een heftige revolutie. Een wonder. Tegenwoordig kan je met een e-mail in een keer duizenden mensen bereiken. “Nu gaat alles sneller, beter en goedkoper. Er is geen weg meer terug. Wat over tien jaar gebeurt kunnen we ons nu niet eens voorstellen. Dat zou een space odyssey worden, sciencefiction. Om het nu nog over oude structuren als overheden en bedrijven te hebben is een nutteloze exercitie omdat technologie alles verandert.”
Bent u optimistisch over de toekomst?
“Ja. Als we in staat zijn van een mooie wereld te dromen. Als we kunnen bedenken hoe die wereld eruit moet zien, zullen we vanzelf in die richting opschuiven. Verbeelding is cruciaal.”
Wat vindt u het kwijtschelden van schulden aan ontwikkelingslanden?
“Kwijtschelden is geen oplossing. Ik zou wel degelijk laten terugbetalen. Alleen zou ik het geld niet zelf willen hebben, maar daarmee een fonds – een opleidingsfonds bijvoorbeeld – creëren. Zelfs als je maar een dollar kan betalen, dan doe je die dollar in dat fonds. Dan zou ik een groep samenstellen met de beste mensen uit dat land om dat geld te managen. Zo kun je leningen geven aan studenten of microkredieten aan ondernemers. Dan zou het geld niet zomaar verdwijnen. Nu heeft het land zelf er weinig aan als de schulden worden kwijtgescholden. Daar worden alleen maar meer geweren van gekocht. Het gaat erom dat mensen leren verantwoordelijkheid te nemen.”
Waarom heeft u zo’n moeite met het woord liefdadigheid?
“Omdat je daarmee het initiatief bij mensen weghaalt. Je kan niet zomaar geld of voedsel schenken, je moet ervoor zorgen dat je nooit meer terug hoeft te komen omdat de mensen zichzelf kunnen redden.”
U zegt dat sociale zekerheid de oorzaak is van armoede. Nederland blinkt uit in sociale zekerheid en toch is er geen werkelijke armoede.
“Maar is er veel ondernemerschap? Het is toch raar dat je je uitkering in moet leveren als je iets bijverdient? Dat is toch een schande? Als ik baas was van een uitkeringsinstituut zou ik een feest houden als iemand weer eigen geld begon te verdienen. Jij hebt iets verdiend! Dat zou ik aanmoedigen totdat hij geen uitkering meer nodig heeft. De huidige sociale zekerheid houdt mensen afhankelijk. “We hebben het systeem verneukt. De sociale zekerheid moet geen permanent huis zijn, maar een tijdelijk onderkomen. Tot nu toe is het vooral een menselijke dierentuin waar we gezonde mensen houden en regelmatig voeden en behandelen. Het zijn geen mensen meer omdat ze niet voor zichzelf kunnen zorgen.”
CV Muhammad Yunus
1940 > geboren in Chittagong, Bangladesh
1970 > studie en promotie in economie, Vanderbilt University, VS
1969 > assistant professor of economics, MTSU, Tennessee, VS
1972 > professor economie en afdelingshoofd economie, Chittagong University, Bangladesh
1976 > projectmanager Grameen Bank, Bangladesh
1983 > managing director Grameen Bank
1996 > adviseur van de regering, ontvangt tientallen prijzen en eredoctoraten over de hele wereld Muhammad Yunus is getrouwd en heeft twee dochters De eerste serie interviews over leiderschap in de 21ste eeuw is onlangs als boek bij Business Contact verschenen.