Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

MT Interview: Neelie Kroes

Ze had graag een groot bedrijf willen leiden. Maar het glazen plafond bleek zelfs voor Neelie Kroes te sterk. “Nederland was niet klaar voor een vrouw op een toppositie.” Onze vrouw in Brussel over haar ongeduld, het EU-evangelie en het minderwaardigheidscomplex van vrouwen.

Terwijl buiten afwisselend regen, zonneschijn en regenbogen voor een dramatische achtergrond zorgen, verkondigt Neelie Kroes in haar huis in Wassenaar vol vuur het ‘EU-evangelie’. Ondanks de verre van ideale structuur die de EU heeft gekozen (met een ‘raad van bestuur’ van maar liefst 25 man), is Europa toch een bestuurbaar geheel, verzekert Kroes. “Als Europa nog niet had bestaan, dan hadden we het moeten uitvinden.”

 

Als commissaris Mededinging moet Kroes zorgen voor eerlijke concurrentieverhoudingen in de interne markt. Zij heeft het vooral gemunt op kartelvorming (‘heel slecht voor de economie én de consument’) en marktverstorende staatssteun. In haar eerste jaar heeft zij al ruim 500 miljoen euro aan boetes uitgedeeld aan Europese bedrijven. Dat dezelfde EU het intussen op het internationale toneel niet zo nauw neemt met eerlijke handelsregels, wil er bij Kroes niet in. Over het omstreden landbouwbeleid van de EU wil zij niks zeggen. Wanneer we daarover dóórvragen proeven we voor het eerst iets van kribbigheid bij de commissaris. Maar verder is Neelie Kroes vooral bezig met een charmeoffensief, een reactie op het keiharde ‘nee’ van de Nederlandse bevolking tegen de Europese grondwet.

 

Ze is vriendelijk, open en charmant. Weinigen zullen Neelie Kroes benijd hebben toen haar door een commissie Europarlementariërs het vuur aan de schenen werd gelegd. Voor een aspirant Eurocommissaris zou Kroes teveel banden met het bedrijfsleven hebben. Gedurende haar hele carrière heeft Kroes immers vele tientallen commissariaten en andere bestuursfuncties vervuld. Vooral klokkenluider Paul van Buitenen had het op de VVD-politica voorzien. Later bleek hij geen bewijzen voor zijn aanvallen te kunnen overleggen. Toch moest Kroes door het stof. Ze moest gedurende haar eerste jaar als Commissaris zaken die bedrijven betroffen waar zij ooit bij betrokken was geweest overdragen aan een collega. Ook heeft Kroes afgesproken dat zij in de toekomst geen functies in het bedrijfsleven meer zal vervullen. Vernederend? Nee, zegt Kroes, “onterecht en dom.”

Is het eigenlijk wel leuk wat u doet?
“Leuk is niet het woord. Een strandwandeling is leuk. Maar het is wel belangrijk en fascinerend.”

Wat deed u besluiten ja te zeggen tegen deze klus?
“De regering vroeg me en dan moet je, vind ik, goede argumenten hebben om nee te zeggen. Maar uit mezelf was ik hier niet op gekomen. Mij leven was prima op orde toen dit verzoek kwam. Ik ben natuurlijk heel lang gefascineerd geweest door Europa, dus in zekere zin was dit ook wel een unieke kans. Je kan niet zeggen: ‘Nu niet, maar later misschien.’ Later bestaat niet, in dit geval.”

Had uw besluit ook met uw ambitie te maken?
“Normaal zou ik dat makkelijk bevestigen, maar nu dus niet. Deze carrière-move heeft m’n leven op z’n kop gezet.”

U heeft veel moeten inleveren om commissaris te kunnen worden.
“Ja, op alle fronten. Maar daar ga ik niet over piepen. Als je zoiets doet, moet je voluit gaan.”

U bent bijvoorbeeld fors teruggegaan in inkomen.
“Dat is zo. Het is niet dat ik nu droog brood eet, maar ik heb inderdaad al m’n functies moeten neerleggen – onder andere alle commissariaten – en al m’n aandelen moeten verkopen. Dat moest om hier zuiver in te kunnen stappen.”

Er wordt veel gepraat over de inkomens in de publieke sector: die zijn laag. Leidt dat ertoe dat mensen uit het bedrijfsleven daarom openbare functies weigeren?
“Tijdens mijn ministerschap stapte mijn collega Van Eekelen op als minister van Defensie. Ik heb toen drie mensen gepolst of ze hem wilden opvolgen. Die mensen waren wel geïnteresseerd, maar ze vroegen: mag ik mijn commissariaten houden? Ik zei: ‘nee’. Ze vroegen: ‘Is er garantie dat ik de hele termijn kan uitzitten? Ik zei: ‘Nee het kabinet kan altijd voortijdig vallen.’ Ze vroegen: ‘Is er garantie dat journalisten mij niet onterecht onheus bejegenen?’ Ik zei: ‘Nee, afbreukrisico hoort bij de functie.’ Kortom: alledrie bedankten ze voor de eer. Kennelijk is voor veel mensen de publieke sector niet attractief. Zelf zeg ik: je moet soms iets terugdoen voor de samenleving. Als je die instelling niet hebt, dan kan je er misschien beter maar niet werken.”

Heeft dat wat met instelling te maken? Als je de helft van je inkomen moet inleveren, kan je je hypotheek niet eens meer betalen!
“Nou, dat moet dan een flinke hypotheek zijn. Ik zeg: het is goed om je in te zetten voor de publieke zaak. Doe je dat niet, ook best, maar dan moet je ook niet aan de borreltafel mopperen over ‘die politici’.”

U heeft aan de EU-parlementariërs moeten beloven ook in de toekomst geen functies in het bedrijfsleven meer te vervullen.
“Ja, dat was een vreemd debat. Ging over mijn voorgaande activiteiten in het bedrijfsleven. Ik zei: ‘Jullie stellen de verkeerde vraag. Jullie moeten niet kijken wat ik in het verleden heb gedaan, veel interessanter is wat ik na afloop van mijn termijn ga doen.’ Ik stelde dus voor om in de toekomst geen functies in het bedrijfsleven te gaan vervullen.”

Was het niet vernederend?
“Niet vernederend. Het was onterecht en, in mijn ogen, dom. Het is juist goed als een Commissaris Mededinging ervaring heeft in het bedrijfsleven. Ik weet hoe er in het bedrijfsleven gedacht wordt. Dat maakt me des te geschikter voor deze functie. Ik voelde me niet vernederd. Maar ik was wel erg boos. Als men twijfelt aan mijn integriteit word ik boos.”

Hoe erg is ‘Brussel’?
“Helemaal niet erg. Brussel is een prachtige stad.”

En de ‘Brusselse’ bureaucratie?
“Dat is zo gek: iedereen denkt dat de EU wemelt van de ambtenaren, ik zelf ook. Dat blijkt dus enorm mee te vallen. Ik heb zelf 742 ambtenaren. Als je dat vergelijkt met het aantal ambtenaren van Verkeer en Waterstaat, dan kan dat in een holle kies. De hele EU heeft minder ambtenaren dan de gemeente Rotterdam. Ik ben ook zeer onder de indruk geraakt van de kundigheid en de motivatie van de mensen hier. Het is bovendien een boeiende smeltkroes van mensen.”

Maar dat beperkte aantal ambtenaren is er wel in geslaagd om een enorm stroperige organisatie te vormen.
“Ik geef onmiddellijk toe dat ik het niet in m’n hoofd zou halen om een bedrijf te laten besturen door een management board van 25 man. En dat is wat we hier hebben: 25 lidstaten die ieder een commissaris leveren. Maar dat is een gegeven. Intussen moet Europa wel bestuurd worden, dus we hebben geleerd om wekelijks met z’n 25-en toch besluiten te kunnen nemen. Maar het blijft een weinig effectief model. Daarboven hebben we dan nog de council: de leiders van de 25 lidstaten, te vergelijken met een raad van commissarissen. Die zitten er met een nationale insteek. Dat is uitdagend, zullen we maar zeggen. En dan heb ik het nog niet eens over het EU-voorzitterschap dat ieder half jaar wisselt. Dat is natuurlijk ook niet bevorderlijk. Al met al een fascinerende manier van opereren. Er is niettemin ook enorm veel bereikt. Als u mij twintig jaar geleden – ik zat toen als minister van Verkeer in de transportraad – had verteld hoe ver Europa nu was, dan had ik u laten opnemen. Binnen één generatie is Europa van een aantal losse landen veranderd in een Unie met één interne markt van 25 landen, met 450 miljoen mensen. Wij zijn de grootste economische markt in de wereld. Dat is een unieke prestatie.”

Dat kan zijn, maar levert het een te besturen geheel op?
“Het functioneert voluit. Af en toe doet het pijn, maar dat is overal. Voor iemand in mijn positie is het natuurlijk wel de bedreiging dat je zo in je werk opgaat dat je vergeet te vertellen waar je mee bezig bent. En wat je daarmee bereikt en wil bereiken.”

En dat leidde onder andere tot het keiharde ‘nee’ van Nederland tegen de Europese Grondwet. Wat heeft u in de tussentijd gedaan om Europa beter te ‘verkopen’?
“Nou, onder andere ontvang ik u. En ik spreek congressen toe, geef interviews en bezoek nationale parlementen. Ik spreek zeker niet alleen met vakbroeders. Ik verkondig het EU-evangelie als het ware.”

Echt waar? Is de EU een geloof? Ga je echt in ‘Brussel’ geloven als je er zit?
“Dat deed ik al. Al tijdens m’n studie. Als econoom weet je dat een grotere markt meer groeimogelijkheden biedt. In de transportwereld, waar ik later terechtkwam, ervaar je bovendien dat de wereld niet ophoudt bij Venray. Als Europa nog niet had bestaan, dan hadden we het moeten uitvinden.”

Mooi dat u dat vindt, maar de Nederlandse bevolking is het kennelijk niet met u eens.
“Dat valt mee. Men heeft tegen de grondwet gestemd, maar uit onderzoeken blijkt keer op keer dat het overgrote deel van de Nederlandse bevolking vóór Europa is. Men weet: Nederland is klein, zonder Europa zijn we niets. Ik geloof er geen snars van dat het ‘nee’ van het referendum een stem tegen Europa was. Maar ik realiseer me ook dat Europa z’n beloftes moet waarmaken. Zo heeft deze Commissie op zich genomen met de stofkam door de regelgeving te gaan. Honderden richtlijnen worden bekeken of ze wel zin hebben. Overbodige dingen worden geschrapt. Bovendien zijn bijna zeventig voorstellen voor nieuwe regels van tafel geveegd.”

U heeft tijdens het eerste jaar van uw commissariaat zo’n 500 miljoen aan boetes uitgedeeld. Tevreden?
“Het beste is natuurlijk als ik geen boetes hoef uit te delen.”

Dat zou waarschijnlijk betekenen dat het bedrijfsleven slimmer is dan u.
“Gaat u er maar van uit van niet. De boosdoeners moeten we echt aanpakken. Kartelvorming, bijvoorbeeld, is heel erg slecht. Voor de economie en voor de consument.”

Inderdaad. Zo hebben wij jarenlang te veel voor een biertje betaald, dankzij verboden prijsafspraken. Kunnen we dat geld nu terugeisen van de brouwers?
“Dat is een interessante vraag. We zijn bezig om ook private personen de mogelijkheden te geven naar de rechter te stappen om hun gelijk te halen als het gaat om marktverstoring.”

Dus kan ik binnenkort geld terugeisen van Heineken?
“Tja, hoe kunt u bewijzen hoeveel biertjes u gedronken heeft? Dat lijkt me een lastige casus voor de rechtbank. Maar over het algemeen gesproken: ja, de consument kan naar de rechter stappen. Het zal echter wel een paar jaar duren voordat dit zo is, want daarvoor hebben we de medewerking van de raad van ministers en Europese Parlement nodig.”

Als kampioen van de eerlijke marktverhoudingen moet u wel furieus zijn op de Europese landbouwsubsidies, waardoor arme boeren in de Derde Wereld uit de markt worden gedrukt.
“Als commissaris voor Mededinging kan ik mij met alle sectoren bemoeien, maar in slechts zeer beperkte mate met landbouw en ontwikkelingssamenwerking. Daarover gaan in de eerste plaats mijn collega’s van landbouw en ontwikkelingssamenwerking. Zij zijn overigens erg druk bezig deze subsidies af te bouwen, maar dat moet wel in internationaal overleg, ook landen als de VS en Brazilië spelen hier een rol in. Wij gaan onze subsidies niet verder afbouwen voor er elders ook beweging is.”

Oké. Aan het begin van uw politieke carrière, toen u staatssecretaris van Verkeer was, zei u dat uw vrouwzijn uw loopbaan nooit negatief heeft beïnvloed.
“Tja, dat kon ik toen zeggen. Later heb ik anders ervaren.”

Dat klinkt als een understatement. Wat gebeurde er?
“Na mijn ministerschap was het erg moeilijk om een positie in het Nederlandse bedrijfsleven te verwerven. Nederland was niet klaar voor een vrouw op een toppositie.”

U wilde de baas worden van de KLM of Schiphol.
“U zegt het, maar dat had ook een plaats in de raad van bestuur van een ander bedrijf mogen zijn en dat hoefde heus niet het voorzitterschap te zijn.”

Wat had u als baas van een groot bedrijf willen bereiken?
“Een bedrijf aansturen en, in een team, de groei en ontwikkeling van het bedrijf mee helpen vormgeven.”

Waarom zou men u moeten nemen? Wat is uw kracht als manager?
“Mijn kracht is mensen enthousiasmeren, de talenten om mij heen naar boven halen en er het maximale uithalen. De managementstijl van de vorige eeuw is van de leider die het zelf doet. Tegenwoordig gaat het erom dat je anderen de kans geeft. Het lastige daarbij is geduld te hebben, de mensen de kans te geven hun punt te maken, zelfs al doen ze dat langzamer dan je zelf zou doen. Ik moet me altijd erg inhouden als iemand tijdens een vergadering een rapport presenteert. Dan denk ik al snel: ja ja, kom op, we moeten verder. Ik moet me dan dwingen te realiseren dat zo iemand een lange tijd aan zo’n rapport heeft gewerkt en dan de gelegenheid moet krijgen om erover te vertellen.”

U bent al jarenlang een van de machtigste vrouwen van Nederland. Wat kunt u vrouwelijke lezers adviseren die de sprong naar de top ambiëren?
“In ieder geval zorgen dat je je studie afmaakt. Zelfs al komt de spreekwoordelijke prins op het witte paard langs. Weet dan dat er nadat de kinderen het huis uit zijn er nog een heleboel productieve jaren kunnen volgen. Die moet je niet in de kiem smoren omdat je eerder in je leven de verkeerde keuzes hebt gemaakt. Ook moet je weten dat de combinatie van kinderen met een carrière betekent dat je soms dingen zult missen. Daar moet je dan andere regelingen voor treffen. Ik was er ook niet altijd bij als mijn zoon ging afzwemmen. En: vrouwen moeten deliveren – daar is geen mooi Nederland woord voor: buffelen, hard werken en presteren. Wees niet bang om fouten te maken. In Europa rust een taboe op fouten maken. Op fouten word je hier keihard afgerekend. In Amerika beloont men de moed om opnieuw te starten. Daar ziet men in dat fouten erbij horen. Ik heb zelf veel geleerd van mijn fouten. Neem risico’s. Mannen zien er geen been in om te solliciteren op hoge functies. Die gaan ervoor. Vrouwen denken vaak: ‘daar zal ik wel niet geschikt voor zijn’. Niet doen, dat is onzin, wees overtuigd van jezelf. Ook mannen weten niet of ze succesvol zijn in hun baan. Neem risico’s en wees ambitieus. En laten wij veranderen wat Madeleine Albright ooit tegen mij zei: ‘De grootste vijanden van vrouwen zijn andere vrouwen’.”

Wekelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

CV Neelie Kroes

1941 geboren te Rotterdam 19 juli

1952 hbs a te Rotterdam
1958 economie aan de Nederlandse Economische Hogeschool te Rotterdam
1965 lid raad van bestuur transportbedrijf ZwaTra
1965 wetenschappelijk medewerkster Nederlandse Economische Hogeschool te Rotterdam
1970 lid gemeenteraad van Rotterdam
1971 lid Tweede Kamer
1977 staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat
1982 minister van Verkeer en Waterstaat
1991 president Universiteit Nyenrode
2004 EU-commissaris Mededinging

Neelie Kroes is ongehuwd, heeft een zoon en een pleegzoon.

Ze heeft nevenfuncties gehad bij onder andere P&O Nedlloyd, Nederlandse Spoorwegen, Thales, Volvo en Total Raffinaderij Nederland.