Trainingen heb je in alle soorten en maten. Gemakshalve valt er een onderscheid te maken tussen trainingen om vaardigheden aan te leren en trainingen die zich richten op je persoonlijke ontwikkeling. Hoe dan ook hebt u zich te gedragen. De volgende tips helpen hierbij.
1. Wees uw eigen baas
Levenslang leren is momenteel het credo in trainingsland. En dan bent u al gauw geneigd alles aan te pakken, want stel je voor dat u wat mist. Maar is dat verstandig? Remco Nijkamp, senior consultant en trainer bij Qwise BV (systemintegrator van bedrijfsinformatiesystemen), is voorstander van dosering. "Je moet kijken of een training relevant is of dat er zonodig een potje moet worden leeggemaakt."
Juliette Verhaegen, eigenaar, trainer, adviseur en trajectontwikkelaar bij hart@work (coaching persoonlijke ontwikkeling) hanteert op dit vlak als gouden regel ‘Wees uw eigen baas.' "Bepaal zelf wat je wilt, waarom je het wilt en welk doel je hebt."
Ad van Beek, directeur P&O bij ingenieursbureau Movares, is ook al geen voorstander van het principe ‘zoveel mogelijk trainingen, dan komt het wel goed.' Hij vindt: "Bij veel trainingen geldt ‘one size fits all.' Als het gaat om een persoonlijke invulling, kun je vaak veel meer leren van een ervaren collega en dat is vaak veel effectiever."
2. Stel u open voor ontwikkeling
Elke training moet in vruchtbare bodem vallen, anders is het zonde van de moeite. "Een voorwaarde is dat je je als medewerker openstelt om je altijd te blijven ontwikkelen. Doe je dat niet, dan is dat de dood in de pot", zegt Van Beek.
3. Denk verder dan het standaard aanbod
Bij Movares wilde een groep jonge medewerkers graag meedenken over de vraag waar het bedrijf in 2012 moet staan. De directie vond dit een prima initiatief. "Los van het feit dat je erachter komt wat er leeft binnen het bedrijf, brengt dat een enorme dynamiek in het bedrijf teweeg. Deze jonge mensen hebben daar enorm van geleerd, ook al omdat er een leuke discussie ontstond met de directie. Daar kan geen training tegenop", aldus Van Beek.
4. Breng uw verwachtingen in kaart
Zonder verwachtingen, geen resultaat, zegt Van Beek. "Elke zichzelf respecterende opleider zorgt ervoor dat bij de intake de verwachtingen in kaart worden gebracht. Zo weet je wat je aan elkaar hebt en kan er worden bijgestuurd."
5. Toon interesse tijdens de training
Niet elke training is even interessant en de docent merkt dat waarschijnlijk feilloos. "Veinzen dat je het leuk vindt, heeft geen zin. Daar prikken we zo doorheen. Sterker, dat merken we al bij de introductie", zegt Nijkamp. Ook Van Beek voelt direct wanneer het fout zit met de interesse. "Je merkt dat onder andere aan lichaamshouding en de manier van doen tijdens de training."
6. Toon weerstand
In het voorkomende geval moet u ook uw eventuele weerstand tonen. Verhaegen bijvoorbeeld beschouwt dit als een kans. "Weerstand is beter dan desinteresse, want bij weerstand is er nog verbondenheid met de training. Mijn ervaring is dat veel mensen weerstand hebben omdat ze niet zelf hebben bepaald dat ze de training willen volgen. Het is aan mij om dat te sturen."
7. Meld het als u de docent niet goed vindt
Zoals niet iedere cursist op en top gemotiveerd is, zo is lang niet iedere docent een topper. Van Beek: "Wanneer een training niet bevalt, maak het dan bespreekbaar. Dat is zowel voor de docent als voor de cursist essentieel. Is er geen wisselwerking, dan druppelt de lesstof weg als water van een oliepak."
8. Bouw aan uw cv
Zeker bij vaardigheidstrainingen is een voorwaarde dat de training wordt afgesloten met een examen voor liefst een erkend diploma, vindt Nijkamp. Voor hem is het simpel: "Ik heb weinig vertrouwen in personen die aangeven dat ze iets kunnen maar dat niet kunnen aantonen. Een veelgehoord argument is dat het examen overbodig wordt gevonden, maar dat is nooit het geval."
Van Beek staat hier anders in. "Ik geloof niet dat alles meetbaar is. Vooral zachtere factoren zijn moeilijk meetbaar."
9. Doe actief mee
Niet iedere cursist is even mondig en durft vragen te stellen. Wat niet wil zeggen dat zij geen vragen hebben. Nijkamp: "Niet iedereen is zelfverzekerd. In een klassikale training zal de docent regelmatig vragen stellen of de informatie goed wordt opgepikt en iemand die niet goed kan verwoorden dat hij het niet helemaal snapt, wordt door een goede docent echt herkend. En die docent kan bijvoorbeeld tijdens de pauze of op een moment dat iedereen even voor zichzelf bezig is, controleren of de lesstof wordt begrepen."
10. Zie de training als onderzoek
Verhaegen: "Als de docent vertelt dat iets heel mooi of heel goed is, ga dan bij jezelf na of je dat ook zo vindt. Ofwel: onderzoek dat bij jezelf. En ga de dialoog aan, ook met medecursisten, want pas dan leer je er iets van. De mening van de docent is immers ook vaak gekleurd."
11. Trainen is ook netwerken, maar doseer
Trainingen met collega's van andere bedrijven zijn een prima manier om te netwerken, maar strooi niet te riant met uw visitekaartje. Nijkamp: "Ik start elke training met een introductie van iedereen en dan zie je meestal dat personen die op dezelfde golflengte zitten elkaar opzoeken." Verhaegen vult aan: "Maar houd wel het doel van de training voor ogen, dat is dat je iets leert." En wat het weggeven van visitekaartjes betreft, zegt Verhaegen: "Dat mag nooit een doel zijn. Ik kom wel eens terug van een bijeenkomst met een stapel visitekaartjes, maar daar doe ik niets mee. Alleen een visitekaartje dat met aandacht is gegeven, blijft bij." Van Beek: "Natuurlijk is een training een prachtkans om mensen te leren kennen en om ook op die manier nieuwe indrukken op te doen. Dat staat buiten kijf."
12. Na afloop gaat de training door
Nijkamp: "Als we er een dag vol tegenaan zijn gegaan, adviseer ik de cursisten om na afloop even gas terug te nemen, lekker te eten en daarna wat lesmateriaal door te nemen, eventueel met een biertje erbij."
"Het is ideaal wanneer cursisten na afloop blijven napraten en elkaar vragen hoe het bij hen in de praktijk gaat. Met een glaasje erbij is dat minstens zo effectief als de training zelf. En je ziet bij goede trainingen dat zo'n dynamiek vanzelf ontstaat", vindt Van Beek. "Wij adviseren vaak na afloop met elkaar contact te houden en bij elkaar op bezoek te gaan. Daar leer je veel van."
13. Doe niet te populair
Bij trainingen met alleen naaste collega's wil iemand nog wel eens te populair worden. Het devies: niet doen. "Temidden van collega's met wie je dagelijks werkt, is het makkelijker om je te uiten en dat wil wel eens ontaarden in flauwe grappen. Dat moet je niet willen", zegt Nijkamp, die bijval vindt van Verhaegen. "Je moet je zakelijk gedragen en niet doen alsof je thuis bent."
14. Gedraag u
Een meerdaagse training wil nog wel eens in een gezellige omgeving plaatsvinden en de barkeeper schenkt wel door. Oppassen is het devies. "Ik ga volwassenen niet vertellen wat ze moeten doen en laten, maar je moet je niet laten vollopen want dan ben je de volgende dag de klos. Dan geef ik ook een negatief advies voor het examen", zegt Nijkamp.
Verhaegen: "Drink niet teveel, maak het niet te laat en duik niet met een medecursist in bed. Dat komt allemaal voor, maar mijn ervaring is dat daarna vaak spijt overheerst."
Remco Nijkamp (40), senior consultant en trainer bij Qwise BV
Juliette Verhaegen (43), eigenaar, trainer, adviseur en trajectontwikkelaar bij hart@work
Ad van Beek (42), directeur P&O bij ingenieursbureau Movares