Winkelmand

Geen producten in de winkelwagen.

MT Carriere – De confrontatie

Een jaar geleden is Paul Bron (42) een veranderingsproces gestart bij MSA-ICT, waar hij algemeen directeur is. Anne Kooij (51), senior organisatieadviseur bij Schouten & Nelissen, heeft in zijn carrière meerdere veranderingsprocessen begeleid.

 

Bron: "Het bedrijf komt voort uit ICT-aanbieder Megasellers. Er was daar groeiambitie, mij is toen gevraagd de te volgen koers te onderzoeken. In overleg met de aandeelhouders is gekozen voor herpositionering van Megasellers en de opzet van een aparte dienstentak, onder de naam MSA-ICT. Gevolg is dat er ook een cultuurombuiging moest plaatsvinden, daar zijn we dit jaar mee begonnen."

Kooij: "Hoe moet ik dat in organisatietermen voor me zien? Heeft Megasellers dezelfde werknemers behouden en is de dienstentak met nieuwe mensen opgezet?"

Bron: "Er was al een bestaande dienstenpoot, maar er is geen harde scheiding binnen de organisatie tussen MSA-ICT en Megasellers. Er is veel synergie tussen beide partijen. In het verleden werd er alleen meer vanuit te halen transacties gedacht, nu meer vanuit de servicegedachte. Dat brengt een andere manier van doen en denken met zich mee. Van de zeven accountmanagers waren er al drie key account manager, een soort relatiebeheerders dus. Voor hen is de omslag niet groot. Daarnaast hebben we nieuw bloed binnengehaald."

Kooij: "Het klantencontact is dus sterk geconcentreerd bij de accountmanagers. Zij zijn daarin meegegaan, maar geldt dat ook voor de anderen?"

Bron: "We zijn daarvoor een herstructurering gestart. Iedereen moest terugsolliciteren op zijn of haar rol binnen het bedrijf. Als mensen zich daar niet comfortabel bij voelden, trokken zij of wij de conclusies. Bij het middenkader moet oud en nieuw met elkaar in balans zijn, dus hebben we nieuwe mensen aangetrokken om het traject mede vorm te geven."

Kooij: "Even een stap terug naar de huidige structuur, hoe is die tot stand gekomen?"

Bron: "Daar heb ik met medewerkers over gesproken. Mensen met een voortrekkersrol, uit het middenkaderteam bijvoorbeeld, heb ik om input gevraagd. Ze werden mede-eigenaar van het nieuwe model en kregen een rol toebedeeld binnen het project. Alles wat besproken werd heb ik uitgewerkt via een vast stramien, zodat je inhoudelijke consistentie houdt. Daarna zocht ik naar synergie tussen bepaalde clubs, waarna je de juiste mensen op hun plek zet. Je blijft constant in dialoog met elkaar, zodat na een tijdje iedereen weet waar hij staat."

Kooij: "En de zorgdragers, de medewerkers die alles weten en altijd kritisch zijn, heb je aan hen gedacht?"

Bron: "Het is belangrijk dat ook zij gehoord worden, dus heb ik de personeelsmanagers om hen heen gezet. Zij konden hen opvangen, als een soort vertrouwenspersoon."

Kooij: "Zo heb je je antenne dus verlengd. En wat is de drijvende kracht achter het oorspronkelijke strategische plan?"

Bron: "Die is tweeledig: het komt voort uit een groeiambitie van het bedrijf en een prikkel vanuit medewerkers. Er werkten hier veel werknemers met een lang dienstverband, die krijgen hierdoor weer nieuwe energie. Gevolg is dat de nieuwe mensen die je binnenhaalt ook veel ondernemender zijn."

Kooij: "Een bepaald veranderingstraject kan drie jaar duren. Een lange periode, wat doe je om dit te communiceren aan werknemers?"

Bron: "Ik heb een vijfstappenplan opgesteld en steeds gecommuniceerd bij welke stap we zijn aanbeland. Daarnaast maken we gebruik van nieuwsbrieven, zowel per e-mail als per post."

Kooij: "Als je elk jaar een thema geeft kun je makkelijker terugkijken en vooruitblikken. Ik ken managers die vinden dat hun organisatie slagroom is geworden: ze kloppen als een gek maar het resultaat wordt erg stijf. Als er geen nieuwe ontwikkelingen worden gecommuniceerd, creëer je een star beeld."

Bron: "Bij ons heet het traject ‘het transformatieproces', een sexy naam hebben we niet. Een mooi punt ter verbetering dus."

Kooij: "Ook is het belangrijk dat je heel bewust zaken afbouwt die niet meer passen binnen de organisatie. Niet alleen nieuwe dingen doen, maar vooral weten wat je niet doet. Heb je dat een plek gegeven in het proces? Zo kun je laten weten dat bepaald gedrag niet meer wordt geaccepteerd, daar kan je symbolisch en herkenbaar afscheid van nemen. Als je dat benadrukt, wordt de verandering ook veel duidelijker."

Bron: "Wij hebben de cultuurkenmerken binnen de organisatie in kaart gebracht, vastgesteld welke kenmerken we wíllen zien en daarna gecommuniceerd wat we niet tolereren en wat we wel stimuleren. Je moet constant in dialoog blijven."

Kooij: "Nog één vraag. Je investeert veel meer in de relatie met je klant, hoe breng je dat over binnen de organisatie?"

Dagelijks de nieuwsbrief van Management & Leiderschap ontvangen?



Door je in te schrijven ga je akkoord met de algemene en privacyvoorwaarden.

Bron: "We maken klanten voor iedereen zichtbaar, met behulp van seminars die we organiseren bijvoorbeeld. Daardoor komen ze vaker bij ons op kantoor en krijgen ze een gezicht. We kunnen dat als management benadrukken, maar het laten zien is vaak duizend maal effectiever."

Kooij: "Zo zou ik het ook hebben gedaan. Eigenlijk heb ik niet eens een tip meer voor je, je hebt dit veranderingsproces strak en herkenbaar aangepakt. Ik zou niet weten wat ik je nog moet vertellen. Je weet alles al."

Hoe de Indiase gierencrisis een perfecte metafoor is voor falend management

Toen miljoenen gieren stierven in India, volgde een economische ramp van 32 miljard euro en stierven honderdduizenden mensen. Dezelfde fatale denkfout die daartoe leidde, zien we dagelijks terugkomen in Nederlandse boardrooms, schrijft innovatie-expert Simone van Neerven.

india gierencrisis
Foto: Getty Images

Halverwege de jaren 90 van de vorige eeuw begint het sterftegetal in bepaalde regio’s in India toe te nemen. Het is onduidelijk waarom mensen te vroeg sterven, maar de problemen lijken het grootst in drukke verstedelijkte gebieden. Al gauw ontdekt men dat ook het aantal gieren ontzettend is afgenomen. Nog niet zo heel lang geleden telde India zo’n 50 miljoen gieren, maar daarvan is ondertussen zo’n 97 procent verdwenen. Die gieren blijken een cruciale rol te vervullen.

In India is de koe heilig en mag die niet worden opgegeten. Zodra een koe overleed, doken de gieren erop af en aten het karkas in een mum van tijd op. Het was een fantastisch werkend systeem voor afvalverwerking en ziektepreventie, maar door het verdwijnen van de gier bleven de karkassen lang liggen.

Bacteriën en ziekteverwekkers kwamen in het drinkwater terecht en konden zich onbelemmerd verspreiden. Straathonden namen de rol van de gieren over, maar die zijn veel minder effectief in het opruimen van rottende resten en werden bovendien zelf ook ziek. Dat leidde tot meer hond-gerelateerde problemen, zoals agressie en een stijging van hondsdolheid, die ernstige gevolgen hadden voor de volksgezondheid. Elk jaar stierven er zo’n 100.000 mensen.

Grote stappen, snel thuis

Bij nader onderzoek bleek dat de gieren stierven door nierfalen. De koeienkarkassen die ze aten zaten namelijk vol met diclofenac, een goedkope pijnstiller die voor vee prima werkt maar dodelijk is voor gieren. Naarmate de boeren dat middel steeds vaker en in grotere hoeveelheden aan hun zieke koeien toedienden, steeg ook de sterfte onder de gieren.

In plaats van de tijd te nemen om op zoek te gaan naar de kern van het probleem, neemt men maar al te graag het snelle pad. De nadruk ligt veel te vaak op het snel fixen van problemen. Er wordt niet ingezien dat het herstellen van ontstane problemen achteraf juist veel meer tijd, geld en energie kost.

In het voorbeeld van de gierensterfte in India sprong Elam Pharma maar al te graag in het gat om zieke koeien beter te maken met medicijnen en daar flink veel geld mee te verdienen. Uiteindelijk was de gevolgschade enorm. De inschatting is dat het de Indiase samenleving zo’n 32 miljard euro per jaar heeft gekost.

Pleister op pleister

Bij het oplossen van problemen wordt er vaak opportunistisch en reductionistisch gehandeld zonder de tijd te nemen om goed te onderzoeken wat er daadwerkelijk aan de hand is. We verliezen daarmee het grote geheel volledig uit het oog. De oplossingen die worden bedacht zijn suboptimaal en zorgen op hun beurt vaak juist weer voor nieuwe problemen.

Dit fenomeen van compartimenteren zie je overal terug. Bij de overheid die complexe problemen opknipt en verdeelt over de ministeries waardoor er vervolgens geen logisch en zelfs onuitvoerbaar beleid ontstaat waar geen touw aan vast te knopen is.

Verzuiling en interne concurrentie

In veel organisaties gebeurt precies hetzelfde. Daar werken afdelingen als strategie, innovatie, sustainability, (digitale) transformatie, IT en D&I nauwelijks met elkaar samen, terwijl ze wél veel raakvlakken en uiteindelijk óók hetzelfde doel hebben. Sterker nog, ze concurreren met elkaar om dezelfde resources en vechten daar hard voor om zo hun eigen KPI’s te halen, volledig blind voor het grotere plaatje.

In plaats van met elkaar samen te werken, werken ze elkaar tegen en zijn ze druk bezig om problemen weg te werken die een andere afdeling heeft veroorzaakt. De organisatie wordt er niet beter van en de echte problemen blijven onopgelost.

Bezint eer ge begint

Ren dus niet achter de feiten aan. Het loont vaak om wat langer stil te staan bij het probleem. Want door daar dieper in te graven, komt men tot andere inzichten.

Toen Jerry Sternin van Save the Children jaren geleden de opdracht kreeg om de ondervoeding van Vietnamese kinderen aan te pakken, trok hij de dorpen in om in gesprek te gaan met bewoners en met eigen ogen te zien wat er aan de hand was. Hij ontdekte dat er ook arme gezinnen waren waar de kinderen wel gezond waren.

In plaats van na te denken over hoe hij de logistiek van een enorm voedsel distributieprogramma van de grond zou krijgen, stelde hij zichzelf de vraag: “Hoe kan het dat de kinderen van sommige arme gezinnen wel gezond zijn?”. De inzichten die hij kreeg door hier verder op door te gaan, hielpen hem om een programma op te zetten dat gebruik maakte van lokale voedselbronnen die voorheen niet werden gebruikt waardoor het probleem veel structureler werd opgelost.

In het geval van de gieren in India had de vraag niet moeten zijn “Hoe krijgen we de koeien weer gezond?”, maar “Waarom worden die koeien eigenlijk ziek?”.

Lees ook deze columns van Simone van Neerven: