De broers Tom en Bob Schiller lanceerden dinsdag met hun e-bike-merk Mokumono hun nieuwste model: de Polder. De fiets met opvallend bonkig frame, belt drive en broodnodige elektronica maakt indruk.
Duurzame fiets uit Europese onderdelen
Maar waar het bij de Polder vooral om draait: de Schillers willen bewijzen dat je in Nederland duurzame fietsen kunt ontwerpen én produceren uit Europese onderdelen. Dat maakt nieuwsgierig: hoe krijgen de ondernemers dat voor elkaar, in een industrie die al heel lang leunt op Taiwan en China voor alles wat aan onderdelen aan de fiets hangt?
Hollands frame in serie produceren
Tom Schiller claimt dat liefst 90 procent van de onderdelen van zijn Polder inmiddels Europees zijn. Zelfs het frame, niet het minst belangrijke onderdeel, is zo Hollands als het maar zijn kan. Want daar begon de ontdekkingstocht van de Schillers al in 2014 mee: kun je in Nederland een fietsenframe in redelijke volumes produceren? De massa komt allang uit het Verre Oosten, alleen een paar exclusieve racemerken lassen hun frames nog lokaal in elkaar, handmatig.
De Polder is wat zijn frame betreft schatplichtig aan de ervaring die Mokumono heeft opgedaan met eerdere modellen, de Delta en de Delta C. Allemaal worden ze geproduceerd met een techniek die de Schillers afkeken van de auto-industrie: de twee ‘zijkanten’ van de frames worden eerst uit aluminium platen in hun vorm worden geperst en vervolgens door robots gelast. Die hoekige vormen zijn dus deels een gevolg van het gekozen productieproces.
Phoenix 3D Metaal perst, VDL last
Phoenix 3D Metaal uit Eindhoven perst de platen, een VDL-dochter last ze in elkaar. Zaten die wel te wachten op een – eerlijk is eerlijk – piepklein fietsenmerk uit Amsterdam? ‘Wij wilden iets unieks doen, en er zijn in Nederland heel veel maakbedrijven die willen meedenken over ons soort innovatie. Zeker sinds de coronacrisis doen ze zelf ook onderzoek naar nieuwe manieren om binnen Europa te produceren. Via ons kunnen ze ook nieuwe ervaring opdoen.’
Als één onderdeel te laat uit China komt, kun je niet leveren
Wat is dan wel nog Aziatisch? De lampjes., bijvoorbeeld. ‘Van het Nederlandse Spanninga, maar die laat ook in Azië produceren.’ De achternaafmotor – maar het Duitse merk daarachter is ook bezig om de productie te reshoren naar het eigen continent. ‘We zijn niet de enigen in de industrie met een visie op Europese productie.’
Afhankelijkheid maakt producenten kwetsbaar
Dat argument van productie binnen Europa is nu ongelofelijk actueel. Acht jaar geleden begonnen de broers met hun focus op ‘Mokum’ en omgeving. Vanuit een bepaald sentiment, vertelt Schiller: ‘We wilden gewoon bewijzen dat het nog kon. De afhankelijkheid van één grote ‘fabriek’ voor de fietsenproductie maakt de wereld kwetsbaar.’
‘Dat zagen we toen ook als argument voor lokale productie, maar nu er gebrek is aan alles voelt iedereen het aan den lijve. Een fiets bevat zeg maar 30 onderdelen, als er één te laat komt, kun je niet leveren. En een schip doet er acht weken over, dus je bent minder flexibel.’
Besparen op uitstoot van transport
Een derde argument voor de lokale missie is het klimaat. ‘Alles wat dáár gemaakt wordt, moet per schip hierheen vervoerd. Op die uitstoot kunnen wij besparen.’ En ook hier geldt weer: voor corona een mooi streven, nu voelt iedereen in de maakindustrie de gigantisch gestegen transportkosten. ‘Doordat wij die kosten voor transport niet maken, zijn onze frames zelfs in de bescheiden oplage nu vergelijkbaar in prijs met die uit China.’
De bedragen die VanMoof heeft opgehaald: dat is gewoon niet onze ambitie
De missie op weg naar een 100 procent Europese fiets gaat intussen door. Mokumono kijkt met een partner of ook het stuur plus stuurpen ergens in de buurt gegoten kan worden. Daarbij helpen nieuwe technieken als 3D-printen en computerfrezen om ook bij kleine volumes concurrerend te kunnen blijven.
Nabijheid maakt flexibeler
En de nabijheid, dat maakt de manier waarop de Schillers ontwikkelen en produceren ook veel flexibeler dan het bestellen van onderdelen via pakweg AliExpress. ‘Het is belangrijk dat je elkaar ontmoet, als leverancier en afnemer. Partners moeten zich kunnen vinden in onze visie, moeten denken: die twee jongens, dat kan wel wat worden.’
Eindeloos repareerbaar
Nog even over de duurzaamheid: de accu van de Mokumono Polder is verwisselbaar, en zelfs te vervangen door een batterij van derden. Modulair, heet dat, en het is niet onbelangrijk. De levensduur van een e-bike haalt die van een simpele stadsfiets namelijk vaak niet, doordat de accu ‘moe’ wordt en vervanging te duur is.
De Schillers maakt het niet uit welk merk accu er in hun frame gaat, en als de technologie voortschrijdt, kan de Polder dus ook een upgrade krijgen die voor meer uithoudingsvermogen zorgt. Exact: het lijkt op wat Fairphone doet met zijn modulaire en daarmee duurzamere smartphone. ‘Net als bij de stadsfiets kun je eindeloos alle onderdelen verwisselen en met hetzelfde frame blijven rijden.’
Lessen voor lokale productie
De Schillers willen de maakindustrie laten zien dat het kan: produceren om de hoek. Welke concrete lessen hebben ze voor makers van vergelijkbaar formaat die op zoek zijn naar lokale leveranciers. ‘Onderschat de welwillendheid van Nederlandse maakbedrijven niet. Eigenlijk waren we overal welkom. Soms moet je 5 mailtjes sturen, maar als je eenmaal contact hebt, valt er goed te praten. Het zijn ook allemaal ondernemers, en vaak op zoek naar nieuwe kansen.’
Eigenlijk waren we overal welkom bij maakbedrijven
‘De maakcapaciteit is in Nederland nog steeds aanzienlijk. Voorwaarde is wel dat je een plan hebt, dat je iets kunt laten zien waar ze enthousiast van kunnen worden. Liefst heb je wat langer nagedacht over hoe een bepaalde partner je zou kunnen helpen. En soms moet je over een andere manier nadenken over ontwerp en het te maken valt. Zo stapten we naar een velgenmaker met de vraag of die spatborden kan maken voor Mokumono. Op zich een vergelijkbaar proces, maar die mogelijkheid hadden ze zelf nog niet bedacht.’
Maatje kleiner dan VanMoof en Cowboy
De Polder wordt – en dat is toeval, bezweert Schiller – een week gelanceerd nadat VanMoof zijn nieuwste modellen voorstelde. In feite is Mokumono een anti-VanMoof wat de sourcing betreft: Ties en Taco Carlier hebben de afgelopen jaren juist een hele assemblagefabriek in Taiwan opgetuigd om vanuit het Verre Oosten de perfecte e-bike te kunnen leveren.
Die concurrerende fietsbroers zijn wel een paar maatjes groter, geeft Schiller toe. Waar hij na een eerste ronde crowdfunding nu 5 business angels als investeerders achter zich heeft, haalde VanMoof in zijn laatste ronde 128 miljoen dollar op. ‘Wij mikken voor dit jaar op 500 tot 1.000 fietsen. Zo zijn zij ook ooit begonnen. Maar ik zal niet beloven dat wij net zo hard gaan groeien.’
‘De bedragen die zij en Cowboy hebben opgehaald: dat is gewoon niet onze ambitie. Wij sturen op winstgevendheid, we kiezen een andere groeicurve, op weg naar een sweet spot in de markt waarin we tevreden klanten maken en telkens nieuwe dingen kunnen bedenken en in de markt zetten.’
Belt drive en achterwielmotor
De Polder wordt aangedreven door een Gates riemaandrijving en een achterwielmotor met geïntegreerde kracht-sensor die meer vermogen levert naarmate je harder trapt. Er is keuze uit twee batterijen: 360Wh (80 km bereik) of 540Wh (120 km bereik). De batterij is uitneembaar en is ook te gebruiken als powerbank. De Polder gaat aan via bluetooth als de baas met smartphone naast de fiets staat. De led-lampen zijn geïntegreerd in het frame en Mokumono komt met het ‘right to ride’: alle onderdelen zijn minstens de komende tien jaar beschikbaar. De Polder is vanaf september leverbaar in 40 verschillende kleuren. ‘Introductieprijs’: 2590 euro.