Het UWV moet binnen drie jaar halveren. Een slanke, gezonde en efficiënte organisatie, dat is het einddoel voor bestuursvoorzitter Joop Linthorst. Maar klanten klagen en personeel mort. “Het is één bak ellende.”
De beveiligingsman tuurt argwanend door de voorruit van onze auto. Hij loopt naar de bestuurderskant. “Wat komt u doen?” vraagt hij door het open portierraam. De spanning neemt wat af na een toezegging dat we louter met goede bedoelingen het terrein op willen. We komen op bedrijfsbezoek. De portier draait zich om. Op de rug van zijn donkerblauwe jas staat in grote neonletters ‘security’. De slagboom gaat omhoog. Welkom bij het UWV, regiokantoor Alkmaar. Als de auto in het toegewezen vak is geparkeerd, staan er inmiddels twee uniformen bij de slagboom. Nee, de portier verwacht geen hoog bezoek. De beveiliging is permanent. “Agressie,” zegt hij kortaf. Meer wil hij er niet over kwijt. “Vraag binnen maar.” Aan een vergadertafel op de tweede verdieping roert een vriendelijk lachende Anja Goedkoop in haar koffie. Op haar kaartje staat ‘adviseur regionale communicatie’. Ja, vervelend die beveiligingsmaatregelen. Maar ze zijn wel nodig. Nee, er heeft hier nog niemand zijn auto door de voorgevel gereden, zoals laatst in Hengelo. Fikse scheldpartijen, die hebben ze in Alkmaar wel meegemaakt. Ze denkt even na. “Naar voor ons, maar vooral heel naar voor onze andere klanten.” Anja’s functie is betrekkelijk nieuw, vertelt ze. Ze is vooral voor de interne communicatie aangenomen. Aan haar de taak om de lopende reorganisatieplannen uit te leggen aan het personeel. Het UWV schrapt de komende drie jaar ruim 9.300 fte’s (elfduizend banen), bijna de helft van het personeel. Het woord ‘ontslagen’ valt niet uit Anja’s mond, wel termen als ‘boventalligheden’, en ‘veranderprocessen’. Hoeveel boventalligen er in Alkmaar zullen zijn, weet Anja nog niet. Ze adviseert werknemers om de definitieve plannen niet af te wachten, maar zelf actief te gaan zoeken naar omscholingsmogelijkheden of een andere baan. Maar we komen deze donderdagochtend niet voor Anja naar Alkmaar. Op het programma staat een reïntegratiegesprek dat we mogen bijwonen. Het UWV, zo leert het Jaarverslag, hielp in 2004 ruim 21.000 mensen met een WW-, WAO- of Ziektewetuitkering aan het werk via reïntegratietrajecten. Werk boven uitkering is het nieuwe ‘missionstatement’ van een instelling die tot nu toe als uitkeringenfabriek werd gezien. Arbeidsdeskundigen en nieuw in het leven geroepen reïntegratiecoaches zijn de fronttroepen in de strijd voor werk. In een kamertje verderop maken we kennis met Martin Kollaard. Hij is arbeidsdeskundige en naast hem zit Ellen, een van zijn cliënten. Op tafel ligt haar dossier. Ellen is 23 en zit al een jaar in de Ziektewet. Ze heeft de ziekte van Crohn, waardoor ze maar een paar uur achter elkaar kan werken. Daarna is ze volledig uitgeput. Nu ze zich weer iets beter voelt, wil ze weer aan het werk. Ze werkte op de broodafdeling van de Vomar. Martin raadt haar aan gewoon langs te gaan bij bedrijven. “Dat dwingt je om structuur aan te brengen in je werkzaamheden. En dat zijn in dit stadium: oriënteren en solliciteren.” Maar die chronische ziekte dan? Welke werkgever zit daar op te wachten? “Geef er een positieve draai aan. Zeg dat je je nu beter voelt en een baan zoekt die binnen jouw dagstructuur past.” Ellen knikt enthousiast. Als ze weg is, geeft Martin een schatting van haar kansen. “Die komt er wel. Ze heeft een flinke babbel.”
Bak ellende
Op het hoofdkantoor van het UWV in Amsterdam leunt een zongebruinde bestuursvoorzitter Joop Linthorst ontspannen achterover in zijn stoel. Hij is net terug van vakantie en de spreekwoordelijke batterijtjes zijn weer helemaal opgeladen. Die jaarcijfers, ja daar is Linthorst erg over te spreken. De WAO-instroom is met 43 procent gedaald sinds 2001. De gemiddelde duur van een Ziektewetuitkering daalde met 3 procent, in de uitzendbranche zelfs met 13 procent. En via reïntegratietrajecten zoals die van Ellen kwamen ruim 3.000 mensen méér aan een baan dan vooraf was voorzien. “We zijn goed op weg,” concludeert Linthorst. “Maar we zijn er nog niet.” Problemen heeft het UWV nog volop. Zo verloopt de fusie van de vijf uitkeringsinstanties waar het UWV in 2002 uit ontstond, trager dan verwacht. Het kantorennetwerk moet terug van 171 locaties naar 30, maar eind 2004 stond de teller nog altijd op 134 kantoren. Het in elkaar schuiven van ongeveer 800 ‘primaire computersystemen’ is voorlopig vertraagd in overleg met minister Aart Jan de Geus. De uitvoering van lopende werkzaamheden gaat tot 2006 vóór. En definitieve ontslagplannen ten slotte kan Linthorst nog niet bekend maken aangezien de vakbonden het voorstel voor een nieuw sociaal plan verwierp. De bestuursvoorzitter vindt het jammer dat de reorganisatie vertraging oploopt, al ziet hij ook voordelen. “Voor de medewerkers zal het per saldo positief uitvallen, omdat we de personele krimp, die gigantisch is, over een langere periode kunnen uitsmeren. Er zijn nu meer mogelijkheden om mensen te herplaatsen en te begeleiden naar werk buiten het UWV.” Wie er precies moet vertrekken en wanneer, is nog onbekend.
De voortdurende onzekerheid leidt binnen de muren van het UWV tot gemor. In het maartnummer van het personeelsblad schreef een verontruste medewerkerster dat ze om zich heen de loyaliteit ziet afnemen. “Het is één bak ellende,” beaamt Ilse van der Meiden, die als sectorbestuurder namens AbvaKabo gesprekspartner is van Linthorst. “Mensen vertellen mij dat ze het helemaal gehad hebben met het UWV, hun eigen werkgever. Ze krijgen zo veel over zich heen. Ze werken zich een slag in de rondte om achterstanden weg te werken terwijl er 11.000 man uit moet. Dat snappen ze niet. Maar ik hoor ook: waarom neemt Linthorst het in de pers nou niet eens een keer op voor ons? Waarom horen we niks?” Het UWV krijgt er in de pers al meer dan een jaar flink van langs. Eerst was er de affaire rond de luxueuze inrichting van de nieuwe directiekantoren. Daarna tikte de minister het UWV op de vingers vanwege de onacceptabele trage klachtafhandeling. De Volkskrant zette enkele maanden geleden een redacteur tijdelijk op het UWV, wat resulteerde in een wekelijkse stroom negatieve berichten. Over de bureaucratische chaos en de vermeende willekeur bij de herkeuring van WAO’ers. Uitkeringsgerechtigden die maandenlang op hun geld moesten wachten. In Hengelo reed een gefrustreerde man zijn bestelbus door de pui van de uitkeringsinstantie en in Tilburg trok een mijnheer zijn kleren uit in de wachtkamer. Hij voelde zich uitgekleed door het UWV. Hoog in zijn kantoortoren in Amsterdam West trekt bestuursvoorzitter Linthorst een serieus gezicht. “Ik hoor die kritiek óók,” zegt hij bedrukt. “Waarom geeft Linthorst geen weerwoord tegen de negatieve verhalen in de pers? Waarom doet hij niets? Laat ik heel duidelijk zijn: in negen van de tien gevallen gaan die verhalen over incidenten. Het is een bewuste keuze van ons om daar niet publicitair op te reageren. Dan lijkt het alsof wij meegaan in de hype, waarbij elk incident wordt opgeblazen tot een UWV-breed probleem.”
Deloyaal gedrag
Kritiek is er ook uit Den Haag. Vorig jaar kraakten de Algemene Rekenkamer en de Inspectie voor Werk en Inkomen de effectiviteit van het UWV. En er komt geen einde aan. Nog in maart van dit jaar bracht de Inspectie twee kritische rapporten in één week uit. Dit keer ging het om een nijpend personeelstekort bij de afdeling fraudebestrijding en de slappe controle van sollicitatieplichtige WW’ers. Linthorst blijft er nuchter onder. “Ik kan niet zomaar een blik opentrekken en meer mensen op fraudebestrijding zetten. Een week later komt er een ander rapport uit en dan kan ik die mensen weer dáárop zetten. Dat kan natuurlijk helemaal niet. Verbetering is ons streven, maar ik denk dat geen enkele organisatie in de positie zit om de zaken zó in te richten dat de score overal honderd procent is. Ik leid hier een organisatie die qua workload en omvang bijna moet halveren. Dan moet je keuzes en afwegingen maken in de verbetering van je prestaties.” Een afgeslankte en efficiënte organisatie. Dat is het UWV van de toekomst dat Linthorst voor ogen heeft. Toen hij aantrad had hij vrij snel door dat er één belangrijke hindernis moest worden weggenomen om dat doel te bereiken: de UWV-cultuur. In zijn nieuwjaarsspeech omschreef hij deze in niet mis te verstane bewoordingen als ‘een defensieve houding’, het eerder denken in handelen vanuit het eigen belang dan vanuit de organisatie, of de klant. Ook stoorde hij zich aan deloyaal gedrag, zoals het bewust lekken van informatie naar de pers. Het moet maar eens afgelopen zijn en wie niet luisteren wil kan rekenen op ‘passende maatregelen’. Ja, daar maakte hij geen vrienden mee, erkent Linthorst. Maar er is echt wel reden om de knuppel in het hoenderhok te gooien. “Laatst kwam een interne memo naar buiten waarin de stand van zaken op een aantal terreinen wordt weergegeven. Een momentopname, waarvan er in Nederlandse bedrijven dagelijks duizenden circuleren. Als die naar een krantenredactie gaan, denken ze daar: het zal wel. Maar omdat er UWV boven staat, gaan er ineens sirenes loeien. En dat weten medewerkers. Een enkeling maakt daar bewust misbruik van om het bedrijf in een kwaad daglicht te zetten.” Omdat een echte administratieve ramp uitbleef, is de publicitaire storm voorlopig weer gaan liggen. Linthorst kan gaan bouwen. Hij introduceert dit jaar een systeem waarbij de belangrijkste managers niet zozeer op een correcte uitvoering van processen worden afgerekend, maar op klanttevredenheid. Een manager die naast zijn vaste werk ook een bijdrage levert aan pilots en programma’s die klanttevredenheid moeten bevorderen, gaat dat merken in zijn portemonnee. Als tweede maatregel ontlast Linthorst het lijnmanagement. In 2002 was besloten om de meer dan twintig lopende ‘veranderingsprojecten’ vanuit bestaande managementposities te laten uitvoeren. Een lijnmanager had soms wel vier zware veranderprogramma’s op zijn bord liggen. Een bewuste keuze. Het idee erachter was dat die programma’s dan beter zouden landen in de organisatie. Maar lijnmanagers hielden minder tijd over voor hun reguliere taken Linthorst gaat snoeien in het aantal projecten en heeft extra projectmanagers ingezet. Of zoals het jaarverslag dat in ronkende taal uitdrukt: ‘de te grote span of attention van het management is ontstapeld’. Als laatste maatregel snoeit Linthorst in het ledenaantal van de Groepsraad, een adviescommissie waarin de raad van bestuur plannen uitwerkt met de belangrijkste eerste-echelonmanagers. Per 1 april is het ledenaantal teruggebracht van dertig naar veertien personen. Een slagvaardig clubje, bezweert Linthorst. “Het is een andere manier van het concern aansturen. Zo’n eerste managementlaag is natuurlijk geweldig belangrijk voor de implementatie van je beleid. We vergaderen nu nog op maandbasis. Dat gaan we vaker doen.” Op het UWV-kantoor in Alkmaar schuift arbeidsdeskundige Martin Kollaard het dossier van Ellen weer in een archiefkast. In totaal heeft hij ongeveer 25 reïntegratiegevallen onder zijn hoede. De andere helft van zijn tijd besteedt hij aan de herkeuring van WAO’ers. Op de vraag of zijn eigen baan nog wel veilig is, met het oog op de huidige reorganisatie, moet Martin glimlachen. Zijn carrièretreintje liep al over een niet gering aantal stations. Eerst werkte hij bij Gak Reïntegratie, toen ging hij over naar het Arbeidsbureau, dat weer Kliq werd. Daarna stapte hij over naar Uszo en nu weer UWV Alkmaar. Nee, nóg een reorganisatie kan er wel bij. “Als mijn baan zou verdwijnen ga ik misschien wel als zelfstandige aan de slag. Ik merk het wel.”
Concurrentie
Het is de keerzijde van het succes. Door de versobering van de sociale zekerheid heeft het UWV steeds minder te doen. De instroom van het aantal arbeidsongeschikten (WAO) is gedaald dankzij de Wet Verbetering Poortwachter, waardoor werkgevers een zieke werknemer twee jaar lang moeten doorbetalen. En de herkeuring van ruim 325.000 arbeidsongeschikten zal het aantal van ruim 949.000 mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering naar verwachting verder doen afnemen. Nieuw beleid voor 2006 zit al in de pijpleiding. De Geus wil dat op termijn het UWV gaat concurreren met verzekeraars om de WAO-uitvoering. En per 1 januari 2006 gaat een belangrijke activiteit, het innen van verzekeringspremies, over naar de Belastingdienst. Wat er dan overblijft voor het UWV? Ook de uitvoering van de Werkloosheidswet (WW) staat dit jaar een versobering te wachten. Zo gaat de duur van de uitkering terug van vijf naar drie jaar. En het is niet geheel ondenkbaar dat de uitvoering van de Ziektewet wordt vrijgegeven aan werkgevers en verzekeraars. VNO-NCW pleit daar al langer voor en heeft de opheffing van het UWV zelfs als een van de vijftig doelstellingen gebombardeerd. Op de vraag of het UWV wel toekomst heeft, moet Linthorst lachen. Maar niet te lang. “Ik vind het nogal stoer van de werkgevers om nu te roepen: geef het maar aan ons, dan komt het allemaal goed. Op basis van historische feiten is dat geen automatisme. Dan zijn ze blijkbaar de resultaten van de enquête-Buurmeijer uit 1993 vergeten. Op grond daarvan werd besloten de wildgroei in de sociale zekerheid, wat dat beruchte vooruitzicht van 1 miljoen WAO’ers aan het licht bracht, af te schaffen en de zaak weer te in het publieke domein te brengen. Kortom: het trackrecord van de private partijen is niet eenduidig positief op dit punt.” Het UWV als het laatste overheidsbedrijf. Toen de instantie in 2002 het levenslicht zag, leek het volgens sommige commentatoren alsof een nieuw ministerie was geboren. Een moloch met 22.000 medewerkers, achter bureaus, omringd door stapels dossiers. Toch praat Linthorst, destijds overgestapt van interim-bureau Boer en Croon, niet als een minister. Gedurende het interview rollen termen als ‘dit concern’, ‘klanten’ en ‘lijnverantwoordelijkheid’ over tafel. Tja. Voelt Linthorst zich nou een minister, of een ceo? “Wij zijn een dienstverlenend bedrijf,” zegt hij bescheiden. “Maar wel in de publieke sector.”
Draaideurmanagement
‘Een intellectueel onbevattelijke en praktisch onmogelijke klus’. UWV-baas John Neervens was duidelijk opgelucht toen hij in 2001 al na enkele maanden het stokje mocht doorgeven aan interim-opvolgster Annette Dumig. De houdbaarheidsdatum van UWV-bazen ging er niet op vooruit. Haar opvolger Tjibbe Joustra moest na twee jaar het veld ruimen, na een iets te duur uitgevallen verbouwing van de directiekantoren. Daarna volgden defensieambtenaar Ton Annink, Annette Dumig (voor de derde keer) en ten slotte Joop Linthorst.
Een nieuw ministerie
Het UWV ontstond in 2002 uit een fusie van vijf commerciële uitkeringsinstellingen: Gak, Sociaal Fonds Bouwenijverheid, Guo, Relan en Uszo. Die waren op hun beurt in 1995 ontstaan nadat de uitvoeringstaken bij de toenmalige bedrijfsverenigingen waren weggehaald. Dit commerciële avontuur was van korte duur. In 1998 besluiten de sociale partners dat uitvoering én beoordeling toch het beste in één hand konden worden gehouden. De uitvoeringsinstanties worden vervolgens genationaliseerd en ondergebracht in een enorme organisatie met 23.000 werknemers: het UWV. Een ‘uitkeringenmoloch’, vindt WAO-adviseur en oud UWV-werknemer Leon de Groot Heupner. “Er werd een nieuw ministerie uit de grond gestampt.” Vijf jaar later is de wind weer uit een andere hoek gaan waaien. Na nationalisatie volgt nu de ontmanteling van het UWV. De heffing van sociale premies, een kerntaak van het UWV, gaat per 1 januari 2006 naar de Belastingdienst.